Instruction for Use
5
NL
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven informatie over:
Uitgestelde start
Als de functie Uitgestelde Start is geactiveerd
(zie Persoonlijke Instellingen) zal, nadat het program-
ma is gestart, het controlelampje dat bij de
uitgestelde start hoort gaan knipperen:
Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende
wachttijd getoond, met het knipperen van het
betreffende controlelampje:
Als de geselecteerde vertraging is verlopen zal het
ingestelde programma van start gaan.
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en
gestart gaan de controlelampjes één voor één aan
om te tonen op welk punt de cyclus is:
N.B.: aan het einde van de droogcyclus dient u de
DROOGKNOP weer terug te brengen op de stand "0".
Functietoetsen en betreffende
controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende
controlelampje aan. Als de gekozen functie niet
geschikt is voor het ingestelde programma gaat het
betreffende controlelampje knipperen en zal de functie
niet worden geactiveerd. Als de geselecteerde functie
niet compatibel is met een optie die daarvòòr is
ingesteld, zal het controlelampje van de eerder
geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de
tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje
van de geactiveerde functie zal aangaan.
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de
deur is geblokkeerd om te verhinderen dat hij per
ongeluk wordt geopend. Om het deurtje te openen
moet u wachten tot het controlelampje uitgaat (wacht
circa 3 minuten). Om de deur te openen tijdens de
wascyclus drukt u op de knop START/PAUSE; als het
controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u
het deurtje openen.
Een programma starten
1. Schakel de wasdroogmachine in met de ON/OFF toets. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan en
gaan dan weer uit en het controlelampje START/PAUSE knippert.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie Persoonlijke instellingen).
5. Stel indien nodig het drogen in (zie Persoonlijke instellingen).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie Wasmiddelen en wasgoed).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUSE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast
groen licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasdroogmachine op pauze door op de
START/PAUSE toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje
aan. Als het controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD
uitgaat, kunt u het deurtje openen. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan
zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasdroogmachine uit in met de ON/OFF toets.
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge/Waterafvoer
Drogen
Einde hoofdwas