Operating Instructions and Installation Instructions
32
1. De programmatoets ingedrukt houden om
naar de instellingenmodus te gaan.
2. WATERHARDHEID selecteren door de knop te
draaien en in te drukken.
3. Selecteer de betreende waterhardheid
(zacht, gemiddeld, hard) door de knop te draaien
en in te drukken.
4. EXIT selecteren om de instellingenmodus te
verlaten, door de knop te draaien en in te drukken.
DE WASMACHINE AANPASSEN AAN UW
PLAATSELIJKE WATERHARDHEID
De wasmachine wordt geleverd met vooraf
ingesteld zacht waterhardheidsniveau. Controleer
uw regionale water hardheidsniveau, bijvoorbeeld
door uw lokale instantie te raadplegen, of via
internet. - Als uw plaatselijke waterhardheid niet
'zacht' is, de wasmachine als volgt aanpassen:
1. De programmatoets ingedrukt houden
om naar de instellingenmodus te gaan.
2. DOSEERHULP selecteren door de knop te
draaien en in te drukken.
3. Selecteer de wasmiddelgroep waarvoor u de
doseerwaarde wilt opslaan; kies tussen:
• Wasmiddel gekleurd
• Algemeen wasmiddel
• Fijnwasmiddel door de knop te draaien en in te
drukken.
4. De doseringswaarde, die u tevoren hebt
bepaald op het pak wasmiddel, op het selecteren
en bevestigen door de knop te draaien en in te
drukken.
5. EXIT selecteren om de instellingenmodus te
verlaten, door de knop te draaien en in te drukken.
Doe dit voor alle 3 programmagroepen.