Operation Manual

27
Gebruik de afwasmachine niet als zij beschadigd
is tijdens het transport. Wend u tot de
Servicedienst of tot de verkoper.
(Zie de afzonderlijke installatieaanwijzingen)
Toevoer en afvoer van het water:
Neem de geldende voorschriften van het
waterleidingbedrijf in acht.
Controleer of de watertoevoer- en afvoerslangen
niet gevouwen of afgekneld zijn.
Als de slangen niet lang genoeg zijn, wend u dan
tot de Servicedienst of de verkoper.
De toevoerslang moet veilig en hermetisch op de
waterkraan worden aangesloten.
De temperatuur van het toegevoerde water is
afhankelijk van het model: toevoerslang met de
aanduiding: 25° C Max: Maximumtemperatuur
25° C.
Alle andere modellen: maximumtemperatuur
60° C.
Vergewis u er op het moment van installatie van
dat het afvoerwater zonder problemen weg kan
stromen (verwijder indien nodig ook het netje in
de sifon van de wasbak).
Bevestig de afvoerslang aan de sifon met een
klembandje, zodat hij niet los kan raken.
Alleen voor apparaten met waterstopsysteem: als
de aanwijzingen voor de installatie in acht worden
genomen, kan het waterstopsysteem voorkomen
dat er water uit de machine stroomt, dat schade
zou kunnen aanrichten in uw woning.
Elektrische aansluiting:
Neem de geldende normen van het
elektriciteitsbedrijf in acht.
De voedingsspanning staat vermeld op het plaatje
dat rechts op de binnenkant van de deur is
aangebracht.
De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige
adapters.
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudswerkzaamheden gaat verrichten.
De voedingskabel mag uitsluitend worden
vervangen door gekwalificeerde technici.
AANSLUITINGEN