Operation Manual

NL 10
HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Deze wasmachine is uitgerust met verschillende automatische veiligheidsfuncties. Hierdoor worden
storingen snel opgespoord en kan het veiligheidssysteem op de juiste manier reageren. Deze storingen zijn
doorgaans zo klein dat ze binnen enkele minuten verholpen kunnen worden.
Probleem Oorzaken, oplossingen, tips
De wasmachine start
niet, er branden geen
controlelampjes
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Het stopcontact of de zekering werken niet goed (sluit een tafellamp of
iets dergelijks aan om dit te testen).
De “Aan/Uit”-knop is niet ingedrukt (indien aanwezig op uw model).
De wasmachine start niet,
hoewel “Start/Pauze” is
ingedrukt
De deur zit niet goed dicht (zie ook “Kinderbeveiliging”).
De functie “Kinderbeveiliging/Toetsenvergrendeling” is geactiveerd
(indien aanwezig op uw model). Om de knoppen te ontgrendelen
moeten de temperatuur- en de centrifugeersnelheidknop tegelijkertijd
minstens 3 seconden ingedrukt worden. Het sleutelsymbool op het
display verdwijnt en het programma kan gestart worden.
De wasmachine stopt
tijdens het programma, en
het “Start/Pauze”-lampje
knippert
De “Spoelstop”-functie is geactiveerd (indien aanwezig op uw model) en
het symbool “Spoelstop” brandt in de programmakeuze-indicator -
beëindig de “Spoelstop” door op
“Start/Pauze”
te drukken of door het
programma “Afpompen” te selecteren en te starten.
Het programma is veranderd - selecteer het gewenste programma
opnieuw en druk op
“Start/Pauze”
.
Het programma is onderbroken en de deur is eventueel geopend - doe de
deur dicht en start het programma opnieuw door op
“Start/Pauze”
te
drukken.
Het veiligheidssysteem van de wasmachine is geactiveerd (zie
“Beschrijving van rode indicatielampjes”).
De waterkraan is niet open of er zit een knik in de watertoevoerslang (het
indicatielampje “Waterkraan dicht” brandt).
Het wasmiddelbakje bevat
resten wasmiddel en/of
nabehandelingsproducten
De verdeler in het bakje voor het hoofdwasmiddel is niet correct geplaatst
of niet geschikt om poeder en vloeibaar wasmiddel te gebruiken (zie
“Wasmiddel en nabehandelingsproducten”).
Er komt niet genoeg water binnen; de filters in de watertoevoer kunnen
verstopt zijn (zie “Onderhoud en reiniging”).
De wasmachine trilt
tijdens het centrifugeren
De transportschroeven zijn niet verwijderd;
Voordat u de wasmachine
in gebruik neemt, moeten de transportschroeven verwijderd
worden.
De wasmachine staat niet vlak / staat niet stevig op alle vier de pootjes (zie
de aparte “Installatiehandleiding”).
Na afloop van het
wasprogramma is het
wasgoed niet of
onvoldoende
gecentrifugeerd
De wasmachine heeft een detectie- en correctiesysteem voor het geval de
lading uit balans is. Als u enkele zware stukken wasgoed in de machine wast
(b.v. badjassen), kan dit systeem de centrifugeersnelheid automatisch
verlagen of het centrifugeren zelfs helemaal stoppen, om de wasmachine te
beschermen.
Eén of meer zware stukken verhinderen het centrifugeren; doe kleinere
stukken wasgoed erbij en herhaal de centrifugeercyclus.
Sterke schuimvorming kan het centrifugeren blokkeren; selecteer en start
het “Spoelen en centrifugeren”-programma. Doe niet te veel wasmiddel
in de wasmachine (zie “Wasmiddel en nabehandelingsproducten”).
De knop “Variabele centrifugeersnelheid” (indien aanwezig op uw model)
is ingesteld op een lage centrifugeersnelheid, of de extra functie “Geen
centrifuge” (indien beschikbaar op uw model) is geactiveerd.
De programmatijd die
aanvankelijk werd
weergegeven is langer/
korter geworden met een
bepaalde tijd (alleen voor
wasmachines met een
display dat de resterende
programmatijd aangeeft)
Normale capaciteit van de wasmachine om zich aan te passen aan factoren
die effect kunnen hebben op de tijd van het wasprogramma, b.v.: sterke
schuimvorming, belading uit balans vanwege enkele zware stukken
wasgoed, langere verwarmingstijd vanwege een lagere temperatuur van het
toevoerwater.
Door deze invloeden wordt de programmatijd opnieuw berekend en indien
nodig bijgewerkt.
Op bepaalde displays (afhankelijk van het model)
verschijnt er tijdens dergelijke bijwerkingsperiodes een animatie.