Operation Manual
63
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
De wasmachine start niet en er brandt geen
lampje.
Controleer of:
de stekker goed in het stopcontact zit;
het wandstopcontact gevoed wordt
(sluit bijvoorbeeld een tafellamp aan).
op de knop AAN/UIT gedrukt hebt gedrukt.
Het apparaat start niet, maar het lampje
AAN/UIT is aan.
Controleer of:
de deur van het apparaat goed gesloten is
(kinderbeveiliging);
er een programma geselecteerd en gestart is;
de waterkraan open is. Zo niet, open de kraan en
zet het apparaat uit en vervolgens weer aan.
De wasautomaat blokkeert tijdens een
programma.
Controleer of:
de knop
Spoelstop
is ingedrukt. Schakel deze
functie uit door nogmaals op de knop te drukken;
het
AAN/UIT
-lampje uit is. Druk op de knop
AAN/UIT
;
De wasmachine krijgt geen of weinig water.
Controleer of:
de waterkraan helemaal open is;
er knikken in de waterslang zitten;
het filter van de waterslang verstopt is;
de waterslang bevroren is;
N.B: Zet het apparaat vervolgens uit en weer aan.
De wasmachine voert geen water af.
Controleer of:
de afvoerslang goed is aangesloten
(zie Aanwijzingen voor de installatie);
het filter verstopt is.
de afvoerslang bevroren is.
de knop Spoelstop ingedrukt is.
Er zitten resten van wasmiddel en
nabehandelingsproducten in de
wasmiddellade.
Controleer of:
de sifon goed geïnstalleerd en schoon is
(zie Onderhoud en reiniging);
er genoeg water wordt toegevoerd. de filters
tussen de toevoerslang en de kraan verstopt zijn
(zie Onderhoud en reiniging. Controleer en
reinig het filter regelmatig, twee of drie maal per
jaar (zie Het filter verwijderen).
Zie ook Wasmiddel en nabehandelingsproducten
voor informatie.
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren.
Controleer of:
het apparaat goed horizontaal staat, op alle vier
de pootjes (zie Aanwijzingen voor de
installatie);
de transportbeugels verwijderd zijn. Voordat u
de wasmachine in bedrijf kunt stellen, is het
absoluut noodzakelijk om de veiligheidsbeugels
voor het transport te verwijderen
(zie Aanwijzingen voor de installatie).
Storing waterstop (afhankelijk van het model)
Wanneer het apparaat een waterlekkage opmerkt,
werkt de pomp continu. Schakel het apparaat uit,
haal de stekker uit het stopcontact en verzeker u
ervan dat de waterkraan dicht is.
De Waterstop kan veroorzaakt worden door:
1.
te veel schuim;
2.
een lek in de toevoerslang of in het apparaat.
Kantel het apparaat voorzichtig voorover om het
verzamelde water van de onderkant van het
apparaat weg te laten stromen. Vervolgens:
1.
sluit het apparaat aan op het stopcontact,
2.
draai de kraan open,
3.
selecteer opnieuw het gewenste programma en
druk op de knop AAN/UIT.
Belangrijk:
indien de storing aanhoudt, de
klantenservice bellen met details over de storing
(zie Klantenservice).
Na afloop van het wasprogramma is het wasgoed
niet of niet voldoende gecentrifugeerd:
De wasmachine heeft een detectie- en
correctiesysteem voor het geval de lading uit balans
is. Als u enkele zware stukken wasgoed in de machine
wast (badmat, badjas enzovoort), is het mogelijk dat
dit systeem de centrifugeersnelheid verlaagt om het
apparaat te beschermen of de centrifugeercyclus zelfs
onderbreekt, als de lading ook na verschillende
startpogingen te zeer uit evenwicht blijft.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, kleinere stukken wasgoed toevoegen en
het centrifugeerprogramma opnieuw starten.
Sterke schuimvorming kan de centrifugeercyclus
blokkeren. Zorg ervoor dat de juiste hoeveelheid
wasmiddel wordt gebruikt
Belangrijk:
deze wasmachine is uitgerust met een
veiligheidssysteem. Het programma wordt na een
paar minuten onderbroken als één van de volgende
gebeurtenissen zich voordoet:
geen watertoevoer;
geblokkeerde pomp.
Als de pomp geblokkeerd is, schakelt u het apparaat uit
en maakt u de pomp schoon (zie Het filter
verwijderen). Start het apparaat vervolgens opnieuw.
3nl05221.fm5 Page 63 Tuesday, September 4, 2001 6:12 PM