Operation Manual

25
GEBRUIK VAN DE KOELKAST
Plaatsen van het druipbakje
Plaats het bijgeleverde druipbakje, voordat u het apparaat in
werking stelt.
Dit apparaat is een koelkast met een lagetemperatuurvak.
Het apparaat levert optimale prestaties als de
omgevingstemperatuur er omheen tussen +16°C en +32°C ligt.
Ingebruikneming van het apparaat
Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact en zet de
thermostaatknop in een andere stand dan 0.
Nadat de temperatuur is ingesteld – zoals beschreven wordt in het
volgende hoofdstuk – is het apparaat gereed om te werken.
Instellen van de binnentemperatuur
thermostaat op 0: het apparaat staat uit.
thermostaat op 1: er wordt voor een minimale koeling
gezorgd.
thermostaat op 2-3: er wordt voor een gemiddelde
temperatuur gezorgd.
thermostaat op 4: er wordt voor de maximumtemperatuur
gezorgd.
Belangrijk
De instelling van de thermostaat is afhankelijk van de plaats
waar het apparaat geïnstalleerd is, van de temperatuur van het
vertrek en de frequentie waarmee de deur geopend wordt.
Bewaren van levensmiddelen in de koelkast
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding hiernaast.
Opmerking:
De voedingsmiddelen moeten worden afgedekt om te
voorkomen dat ze uitdrogen.
Warm voedsel moet eerst afkoelen, voordat het in de koelkast
gezet mag worden.
Zorg ervoor dat de lucht goed kan circuleren tussen de
levensmiddelen.
IJsblokjes maken
Vul het ijsbakje voor 3/4 met water en zet het op de bodem van
het lagetemperatuurvak.
Gebruik eventueel het handvat van een lepel om het bakje dat zich
aan het vak heeft vastgehecht los te maken.
Gebruik geen puntige of scherpe voorwerpen.