Operation Manual

36
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Ingebruikneming van het apparaat
Inschakelen van het apparaat
Afhankelijk van het model heeft het apparaat
externe
bedieningen
of
interne bedieningen
.
Steek de stekker in het stopcontact.
Voor apparaten met
externe bedieningen
:
De verlichting, onder het bedieningspaneel of aan de
binnenkant van het product (afhankelijk van het model),
gaat aan als de deur wordt geopend.
Het groene lampje gaat branden om aan te geven dat het
apparaat in werking is.
Voor apparaten met
interne bedieningen
zal, indien het
apparaat is aangesloten, de binnenverlichting gaan branden als
de koelkastdeur geopend wordt en de thermostaatknop niet
op het symbool
z
staat.
In het koelvak of op het paneel aan de voorkant van het
apparaat bevindt zich de thermostaat waarmee u de
temperatuur in het koelvak en in het lagetemperatuurvak
(indien aanwezig) kunt regelen.
Temperatuurinstelling
1.
Voor een goede werking en voor een optimale
conservering van het voedsel
adviseren wij de
thermostaat in te stellen volgens de aanwijzingen
die op de bijgaande kaart te vinden zijn.
2.
Als u de temperatuur in het vak wilt wijzigen, draait u de
thermostaatknop:
op de
lagere stand 1-2/MIN
wanneer u wilt dat de
temperatuur in het vak
MINDER KOUD
wordt;
op de stand
3-4/MED
om een
GEMIDDELDE
temperatuur te bereiken;
op de
hogere stand 5-7/MAX
om een
KOUDERE
temperatuur te bereiken.
Thermostaat op
z
: de functies van het apparaat en de
verlichting worden onderbroken.
Opmerking:
De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur
wordt geopend en de plaats van het apparaat kunnen van
invloed zijn op de binnentemperatuur van de koelkast. De
thermostaatstand dient op grond van deze factoren te
worden aangepast.
Bewaren van levensmiddelen in het koelvak
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding.
A Gekookt voedsel
B Vis, vlees
C Groente en fruit
D Flessen
EKaas
Opmerkingen:
De afstand tussen de schappen en de achterste binnenwand
van de koelkast zorgen voor een vrije luchtcirculatie.
Zet de levensmiddelen niet tegen de achterwand van het
koelvak.
Zet geen levensmiddelen in de koelkast die nog warm zijn.
Bewaar vloeistoffen in gesloten houders.
Let op
Het bewaren van groente met een hoog watergehalte
kan condensvorming veroorzaken op de glazen
schappen van de groenten- en fruitlade: dit beïnvloedt
het correct functioneren van het apparaat niet.
30233014NL.fm Page 36 Friday, March 18, 2005 2:47 PM