Operation Manual

NL4
- De vloeistof kan boven het kookpunt worden oververhit zonder dat de
vloeistof begint te borrelen. Als gevolg hiervan kan de hete vloeistof
plotseling overkoken.
- Gebruik de magnetron niet om te frituren, daar u de temperatuur van de
olie niet kunt regelen.
- Wanneer u babyvoeding in een zuiges of potje in de magnetron
verwarmt, moet u het voedsel altijd doorroeren en de temperatuur
controleren voordat u het serveert.
Zorg ervoor dat de dop en het speen verwijderd zijn voor u dit opwarmt.
- Als er bij de bereiding alcoholische dranken (bijv. rum, cognac, wijn)
worden gebruikt, bedenk dan dat alcohol op hoge temperatuur
verdampt. De alcoholdamp kan vlam vatten wanneer deze in contact
komt met het elektrische verwarmingselement.
- Gebruik de magnetron niet om hele eieren te verwarmen (met of zonder
schaal) want deze kunnen ontploen, zelfs nadat het verwarmen in de
magnetron is afgelopen.
- Als materiaal binnen of buiten het apparaat in brand vliegt of als er
rookontwikkeling is, laat de deur van het apparaat dan dicht en schakel
het apparaat uit. Verwijder de stekker uit het stopcontact of schakel de
stroom uit via de zekering of de elektriciteitskast.
- Laat het voedsel niet overkoken. Dit kan brand veroorzaken.
- Normaal gesproken is schoonmaken de enige vorm van onderhoud die
nodig is. Als het apparaat niet goed wordt schoongehouden, kan dit tot
aantasting van het ovenoppervlak leiden, hetgeen de levensduur van het
apparaat kan verkorten en mogelijk tot gevaarlijke situaties kan leiden.
- Gebruik geen stoomreinigers.
- Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen of scherpe metalen
schrapers voor het reinigen van de deurruit van het apparaat, aangezien
het glas daardoor bekrast kan raken, waardoor het kan breken.
- Gebruik geen bijtende chemicaliën of gassen in dit apparaat.
Dit type apparaat is speciek ontworpen om voedsel op te warmen of te
bereiden. De oven is niet ontworpen voor industrieel gebruik of gebruik in
laboratoria.
- Verwijder geen beschermkappen. Controleer de deurafdichtingen en het
gebied er omheen regelmatig op beschadigingen. Als deze gebieden
beschadigd zijn, mag het apparaat niet worden gebruikt tot het
gerepareerd is door een opgeleid servicetechnicus.
- Onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend door een bevoegde
onderhoudsmonteur worden uitgevoerd.
Het is gevaarlijk voor ongetrainde personen om
onderhoudswerkzaamheden of reparaties uit te voeren waarbij
beschermkappen moeten worden verwijderd die bescherming bieden
tegen blootstelling aan de energie van microgolven.
VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN