Operation Manual

50
BEDIENING VAN DE RADIO
KIEZEN VAN HET GOLFGEBIED
Druk, als de tuner gekozen is, kort op de
toets F1 (8) om het gewenste golfgebied te
kiezen.
Het golfgebied wijzigt als volgt:
AFSTEMMEN OP EEN ZENDER
Druk kort op de toets
►►
(10) of
◄◄
(11) om
het automatisch zoeken te starten.
Houd de toets gedurende 2 seconden
ingedrukt tot in het display “MANUAL”
verschijnt; het handmatig afstemmen is nu
gekozen. Als beide toetsen gedurende
enkele seconden niet ingedrukt worden dan
wordt er teruggekeerd naar automatisch
afstemmen
.
AUTOMATISCH PROGRAMMEREN
- Automatisch opslaan in het geheugen
Druk op de toets FUNCTION (23) om de
AST-functie met de F3-toets te starten; de
radio zoekt de 6 sterkste zenders en slaat
ze op onder de voorkeuzetoetsen voor het
op dat moment gekozen golfgebied.
Opmerking: Alle zenders die eerder
opgeslagen waren in dit deel van het
geheugen worden vervangen door de
nieuwe zenders.
Druk kort op de toets F2 (8) om alle
voorkeurzenders van het hele golfgebied
te scannen.
OPSLAAN EN OPROEPEN VAN EEN
ZENDER
Druk op één van de voorkeuzetoetsen (1 tot
6) om een zender, die in het geheugen
opgeslagen is, op te roepen. Als u een
voorkeuzetoets langer dan 2 seconden
ingedrukt houdt dan wordt de huidige
voorkeurzender overschreven door de
frequentie waarop op dat moment
afgestemd is.
BEDIENING VAN DE RDS-FUNCTIE
(RADIO DATA SYSTEM)
De RDS-gegevens zijn de PI-, PS-, TP-,
PTY-, TA- en AF-gegevens.
PI: Programma-identificatiecode
(Program Identification)
Code voor het identificeren van een
programma
PS: Naam van de programmadienst
(Program Service)
Naam van het zendstation
weergegeven in alfanumerieke
karakters
TP: Verkeersprogramma-identificatie
(Traffic Program)
Identificatiegegevens voor de zender
die verkeersinformatie uitzendt
TA: Verkeersinformatie- identificatie
(Traffic Announcement)
Identificatiegegevens die aangeven
of er verkeersinformatie uitgezonden
wordt of niet
AF: Alternatieve frequenties (Alternative
Frequencies)
Lijst met frequenties
van een zender die hetzelfde
programma uitzenden
Inschakelen van de AF-functie
- Druk kort op de toets F2 (8) om de
AF-functie in / uit te schakelen.
- Als de AF-functie ingeschakeld is dan
verschijnt in het display het symbool “ AF ”.
- De tuner gaat over naar Alternatieve
Frequenties zodra de ontvangstsignalen
slechter worden.
- “ ALARM ” verschijnt in het display
wanneer een alarmmededeling
uitgezonden wordt; als het volume dan op
minimum staat dan wordt het
geluidsniveau automatisch op het
voorgeprogrammeerde niveau ingesteld.
FM1
FM2 FM3 MW
LW