Operation Manual

Waarschuwing: RFI-vereisten
Dit apparaat werkt in het frequentiebereik 5,15 tot 5.25 GHz en kan daarom
alleen binnenshuis worden gebruikt.
Krachtige radars worden toegewezen als hoofdgebruikers (dat wil zeggen,
gebruikers met prioriteit) van de banden 5,25 tot 5,35 GHz en 5,65 tot 5,85
GHz en deze radars kunnen storing en/of schade veroorzaken aan LE-
LAN-apparaten.
Taiwan
Artikel 12 Zonder toestemming van de NCC is het geen
enkel bedrijf, onderneming of gebruiker toegestaan
de frequentie te wijzigen, het zendvermogen te
vergroten of de oorspronkelijke eigenschappen of
de prestaties te wijzigen van een goedgekeurd
apparaat met laag vermogen op radiofrequentie.
Artikel 14 Apparaten met laag vermogen op radiofrequentie
mogen geen invloed hebben op de
vliegtuigveiligheid en wettelijk toegestane
communicatie niet storen.
Als dat wel het geval is, moet het gebruik
onmiddellijk worden beëindigd, zodat er geen
storing meer optreedt.
De genoemde wettelijk toegestane communicatie
betreft radiocommunicatie die plaatsvindt in
overeenstemming met de Telecommunications Act
(Wet op de telecommunicatie).
Apparaten met laag vermogen op radiofrequentie
moeten gevoelig zijn voor de storing van apparaten
voor wettelijk toegestane communicatie of ISM-
apparaten die radiogolven uitzenden.
Overeenstemming met reglementen in Australië en Nieuw-
Zeeland
Een radiozendapparaat maakt deel uit van dit apparaat. Bij normaal
gebruik op een afstand van 20 cm voldoen de blootstellingsniveaus van de
radiofrequentie aan de in Australië en Nieuw-Zeeland geldende normen.
Gebruik van deze apparatuur in Japan
In Japan wordt de frequentiebandbreedte van mobiele
objectidentificatiesystemen (gelicentieerd radiostation en gespecificeerd
radiostation met laag vermogen) overlapt door de frequentiebandbreedte
Gebruikershandleiding 7-13