Operation Manual

Woordenlijst-14 Gebruikershandleiding
L550/L550D/L555/L555D
SECAM L: SECAM (Sequential Color Memory) is een uitzendstandaard die
in Frankrijk wordt gebruikt.
SIO: Serial Input/Output. De elektronische methodologie die bij seriële
gegevensoverdracht wordt gebruikt.
sneltoets: een toetscombinatie van een bepaalde toets met de
functietoets, FN, die kan worden gebruikt om systeemparameters,
zoals het luidsprekervolume, in te stellen.
softkey: toetscombinaties waarmee toetsen op het IBM-toetsenbord
worden geëmuleerd, een aantal configuratieopties worden
gewijzigd, programma’s worden gestaakt en de geïntegreerde
numerieke toetsen worden geactiveerd.
software: de reeks programma’s, procedures en bijbehorende
documentatie die bij het computersysteem horen. Heeft vooral
betrekking op de computerprogramma’s die de activiteiten van het
computersysteem regelen en besturen. Zie ook hardware.
standaardinstelling: de parameterwaarde die automatisch door het
systeem wordt geselecteerd als de gebruiker of het programma
geen instructies verschaffen. Ook wel een vooraf ingestelde waarde
genoemd.
stopbit: een of meer bits van een byte die in asynchrone seriële
communicatie het verzonden teken volgen of codes groeperen.
stuurprogramma: een softwareprogramma dat een specifiek apparaat
bestuurt (vaak een randapparaat zoals een printer of muis) en dat
meestal deel uitmaakt van het besturingssysteem.
Stuurprogramma’s worden ook wel drivers genoemd.
synchroon: met een constant tijdsinterval tussen opeenvolgende bits,
tekens of gebeurtenissen.
systeemschijf: een diskette met besturingssysteembestanden die nodig
zijn voor het opstarten van de computer. Elke diskette kan worden
geformatteerd tot systeemschijf. Een systeemschijf wordt ook wel
‘opstartbare schijf’ of ‘opstartschijf’ genoemd. Vergelijk niet-
systeemschijf.
T
teken: elke letter en elk cijfer, leesteken of symbool waarvan de computer
gebruikmaakt. Ook synoniem voor byte.
telefonie: de overdracht van spraak of geluiden tussen twee verafgelegen
punten met of zonder gebruik van kabels, met name via een
telefoon.
terminal: een toetsenbord (zoals dat van een schrijfmachine) en een CRT-
beeldscherm die op de computer zijn aangesloten en waarmee
gegevens worden ingevoerd/weergegeven.
TFT-beeldscherm: LCD-scherm met een reeks vloeibare-kristallencellen.
Gebruikt actieve-matrixtechnologie met dunne-laagtransistors
(TFT’s).