Operation Manual

Gebruikershandleiding 5-3
A300/A300D
De toetsen met een donkergrijze markering op de onderrand worden hierdoor
cijfertoetsen (FN + F11) of cursorbesturingstoetsen (FN + F10). Raadpleeg de
paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in dit hoofdstuk voor meer
informatie over de bediening van deze toetsen. Let erop dat standaard beide
functies bij het opstarten van de computer zijn uitgeschakeld.
Druk op FN + F12 (Scroll Lock) om de cursor op een bepaalde regel te
vergrendelen. Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.
Met FN + ENTER emuleert u de ENTER-toets op het numerieke
toetsenblok van het uitgebreide toetsenbord.
Met FN + CTRL emuleert u de rechter CTRL-toets van het uitgebreide
toetsenbord.
Met FN + ALT emuleert u de rechter ALT-toets van het uitgebreide
toetsenbord.
Sneltoetsen
Met sneltoetsen (FN + een functietoets of de ESC-toets) kunt u bepaalde
computerfuncties in- en uitschakelen.
Geluid dempen: Als u in een Windows-omgeving op FN + ESC drukt,
wordt het geluid in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt,
wordt de huidige instelling als pictogram weergegeven.
Vergrendelen: Met FN + F1 schakelt u de vergrendelmodus van de
computer in. U kunt uw bureaublad alleen herstellen door u opnieuw aan te
melden.