Operation Manual

Gebruikershandleiding 4-37
Basisbeginselen
Lampje voor draadloze communicatie
Het lampje voor draadloze communicatie geeft de status van de functies
voor draadloze communicatie van de computer aan.
Als u draadloos LAN hebt uitgeschakeld via de taakbalk, start u de
computer opnieuw op of voert u de volgende procedure uit om draadloos
LAN weer in te schakelen: klik op Start Configuratiescherm
Systeem en beveiliging Systeem Apparaatbeheer
Netwerkadapters, klik met de rechtermuisknop op het draadloze apparaat
en kies Inschakelen.
LAN
De computer biedt ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN
(10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits
per seconde, 100BASE-TX) en Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en
ontkoppelt van een LAN.
Typen LAN-kabels
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T)
gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Status van het lampje Betekenis
Lampje uit Draadloze functionaliteit is niet beschikbaar.
Lampje aan Behalve het apparaat dat is gestopt met de
softwarematige schakelaar, kunnen alle functies
voor draadloze communicatie radiogolven
uitzenden.
Installeer of verwijder geen geheugenmodule zolang Activering op LAN is
ingeschakeld.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde)
verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden
(aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding
met een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen
in het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.