Operation Manual

2. Selecteer het programma dat u wilt sluiten en klik op Beëindigen.
Nadat het programma is gesloten, zou u moeten kunnen doorwerken.
Zo niet, ga dan verder met de volgende stap.
3. Sluit de overige programma’s een voor een door de programmanaam
te selecteren en op Beëindigen te klikken. Nadat u alle programma's
hebt gesloten, zou u verdere moeten kunnen werken. Zo niet, zet dan
de computer uit en start opnieuw op.
De computer wordt niet opgestart
Controleer of de netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten.
Als u de netadapter gebruikt, controleert u of het stopcontact werkt door er
een ander apparaat op aan te sluiten, zoals een lamp.
Controleer op de computer is ingeschakeld.
Als u de netadapter gebruikt, controleert u of de computer stroom krijgt via
de externe voedingsbron.
De computer laadt geen geavanceerde opties tijdens het
opstarten.
Als u een van de volgende toetsen of knoppen ingedrukt houdt tijdens het
opstarten, kan de computer de volgende geavanceerde opties laden.
Geavanceerde
optie
Toets Knop
BIOS-
hulpprogramma
F2 Volume omhoog
Boot Menu
(Opstartmenu)
F12 Volume omhoog
Herstelopties 0 (nul) -
Als uw computer het besturingssysteem laadt in plaats van de gewenste
geavanceerde opties, doet u het volgende:
Zorg dat snel opstarten is uitgeschakeld bij Energiebeheer door de
volgende stappen uit te voeren:
1. Klik op Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging ->
Energiebeheer in de groep Systeem in Alle apps.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen of Het gedrag
van het sluiten van het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Snel opstarten inschakelen uit bij
Instellingen voor uitschakelen.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gebruikershandleiding 6-4