Operation Manual

3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Opslaan als bestand uitvoeren 87
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
7
Als alle originelen zijn gescand, drukt u op [GEREED] op het aanraakscherm.
Het kopiëren en opslaan begint.
Instellen van gedeelde map
Wanneer een gebruiker die gemachtigd is een gedeelde map te wijzigen, op [NETWERK 1] of [NETWERK 2] heeft
gedrukt, verschijnt het menu voor het opgeven van een index.
De instellingsitems verschillen afhankelijk van het te gebruiken bestandsoverdrachtsprotocol. FTP, SMB, NetWare IPX/
SPX en NetWare TCP/IP kunnen als bestandsoverdrachtsprotocol worden geselecteerd.
FTP
Door op een van de onderstaande toetsen te drukken verschijnt het toetsenbord op het scherm. Voer in met de toetsen op
het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Druk na beëindiging van de invoer op [OK].
SERVERNAAM: Druk hierop voor de invoer van het IP-adres van de FTP-server. Toets bijvoorbeeld bij de overdracht van
de gegevens naar een FTP-map ftp://10.10.70.101/user01/scan/ in: “10.10.70.101”.
NETWERKPAD: Druk hierop voor de invoer van een netwerkpad voor een FTP-map waarin de gegevens moeten worden
opgeslagen. Voer bijvoorbeeld bij de overdracht van de gegevens naar een FTP-map ftp://10.10.70.101/user01/scan/
in: “user01\scan”.
GEBR.NAAM LOGIN: Druk hierop voor de invoer van de gebruikersnaam voor het inloggen op de FTP-server. Voer zoals
vereist in.
WACHTWOORD: Druk hierop voor de invoer van een wachtwoord voor het inloggen op de FTP-server. Voer zoals vereist
in.
COMMANDOPOORT: Druk hierop voor de invoer van een commandopoortnummer voor de uitvoering van commando's.
Normaal gesproken wordt in dit veld “-” ingevoerd en dat wil zeggen dat een door de beheerder ingesteld
poortnummer wordt gebruikt. Wijzig dit alleen indien u een ander poortnummer wilt gebruiken.