Form No. 3400-218 Rev B Z Master® 6000-serie professionele zitmaaiers met 152 cm TURBO FORCE® maaidek met achteruitworp Modelnr.: 74942TE—Serienr.: 316000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Neem rechtstreeks contact op met Toro via www.toro.com voor trainingsmaterialen over productveiligheid en -bediening, informatie over accessoires, om een verdeler te zoeken of om uw product rechtstreeks te registreren.
Motorolie verversen/oliepeil controleren ........... 39 Onderhoud van de bougie ................................ 41 Vonkenvanger controleren................................ 43 Onderhoud brandstofsysteem ............................. 43 Brandstoffilter vervangen ................................. 43 Onderhoud van de brandstoftank...................... 44 Onderhoud elektrisch systeem ............................ 44 Onderhoud van de accu.................................... 44 Onderhoud van de zekeringen........
Veiligheid ◊ zich onvoldoende bewust zijn van de specifieke omstandigheden van het terrein, met name op hellingen, Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013. ◊ onjuiste bevestiging en verdeling van lasten. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken.
• Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht. • Schakel alle meswerktuigkoppelingen uit en zet • • • • • • • • • • de versnelling in de neutraalstand voordat u de motor start. Gebruik de maaimachine niet op hellingen van meer dan 15 graden. Denk eraan dat elke helling gevaarlijk is. Het rijden op met gras begroeide hellingen vereist bijzondere zorgvuldigheid.
• Houd uw handen, voeten, haar en loszittende gewicht wordt verplaatst naar de voorwielen, kunnen de aandrijfwielen gaan slippen en kunt u niet meer remmen of sturen. kledingstukken uit de buurt van de uitwerpopening van het werktuig, de onderkant van de maaimachine en bewegende onderdelen als de motor loopt. • Nooit starten of stoppen op een helling. Als de wielen grip verliezen, moet u de maaimessen uitschakelen en de heuvel langzaam afrijden.
Hellingsindicator g011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 15 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen. 2. Lijn deze rand uit met een verticaal oppervlak, bijvoorbeeld een boom, gebouw of hek. 3.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-7818 decal106-5517 93-7818 106-5517 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor instructies om de mesbout/moer vast te zetten met een torsie van 115 tot 149 N·m. 1. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. decal99-8936 99-8936 1.
decal109-6036 109-6036 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Verwijder het sleuteltje uit het contact en lees de instructies voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 3. Maaihoogte decal114-4470 114-4470 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Vergrendeld 2. Maaihoogte 4. Ontgrendeld decaloemmarkt Merkteken van fabrikant 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro maaimachine is. decal112-9028 decal116-1716 112-9028 116-1716 1.
decal117-3848 117-3848 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Maaier kan voorwerpen uitwerpen – Gebruik de machine niet zonder dat de grasgeleider, de afsluiter van de afvoer of het grasopvangsysteem is gemonteerd. 3. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd – Blijf uit de buurt van bewegende delen; houd alle beschermende delen op hun plaats. decal117-0346 117-0346 1. Risico op brandstoflekkage – lees de gebruikershandleiding.
decal127-6662 127-6662 decal125-9384 1. Opgelet – Lees de Gebruikershandleiding. 125-9384 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over het smeren van de draaipunten van de spanpoelie. 3. Draaiing linksom 2. Smeer de assen om de 50 bedrijfsuren. 4. Draaiing rechtsom 3. Verwijder de bout door deze linksom te draaien. 2. Verwijder de moer door deze rechtsom te draaien. decal126-2055 126-2055 1. Torsie van wielmoer 129 N·m (4x) decal127-6663 2. Torsie van wielnaaf 319 N·m (4x) 127-6663 3.
decal114-4468 114-4468 5. Kans dat de wielen grip verliezen en de bestuurder de macht over de machine verliest, hellingen – Op een helling kunnen de wielen grip verliezen en kan de bestuurder de macht over de machine verliezen, schakel de aftakas uit en rij langzaam de helling af. 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing – Bedien deze machine uitsluitend als u daarin 6. Ledematen van omstanders kunnen bekneld bent getraind.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 5. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Geen vonken of vuur en niet roken. 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander brandwonden letsel veroorzaken. 4. Draag oogbescherming. 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 13 9.
decal132-0871 132-0871 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden waarin u de machine zou gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag en op het terrein in kwestie kunt gebruiken.
Algemeen overzicht van de machine Urenteller De urenteller registreert het aantal uren dat de motor in bedrijf is geweest. De urenteller werkt als de motor loopt. Gebruik deze tijden om regelmatig onderhoudswerkzaamheden te plannen (Figuur 6). g008950 Figuur 6 g027333 Figuur 4 1. Hefpedaal maaihoogtedek 6. Rolbeugel 2. Transportvergrendeling 7. Veiligheidsgordel 3. Parkeerremhendel 8. Brandstoftankdop 4. Bedieningsorganen 5. Rijhendels 1. Brandstofmeter (streepjes) 4.
Choke Specificaties Gebruik de choke om een koude motor te starten. Trek de knop van de choke omhoog om deze in te schakelen. Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Breedte: Messchakelaar (aftakas) De messchakelaar (aftakas) wordt gebruikt om de elektrische koppeling in te schakelen en de maaimessen aan te drijven. Zet de schakelaar omhoog om de messen in te schakelen en laat deze los.
Gebruiksaanwijzing GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Brandstof bijvullen • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste benzine opnemen.
• Houdt de benzine vers gedurende opslag van GEVAAR maximaal 90 dagen. Als u de machine langer wilt opslaan, is het raadzaam de benzine af te tappen uit de brandstoftank. In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen, waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Houdt de motor tijdens het gebruik schoon.
Een nieuwe machine inrijden Een nieuwe motor heeft tijd nodig om vol vermogen te ontwikkelen. Maai-eenheden en aandrijfsystemen hebben meer wrijving als zij nieuw zijn, waardoor de motor extra wordt belast. Houd er rekening mee dat een nieuwe machine een inrijperiode van 40 tot 50 bedrijfsuren nodig heeft om vol vermogen te ontwikkelen voor de beste prestaties.
GEVAAR Als u maait op nat gras of een steile helling bestaat de kans dat de wielen slippen en u de controle over de machine verliest. • Gebruik de maaimachine niet op hellingen van meer dan 15 graden. • Verminder uw snelheid en wees uiterst voorzichtig op hellingen. • Gebruik de machine niet in de buurt van water. GEVAAR Wielen die over randen heen komen, kunnen tot gevolg hebben dat de machine omkantelt, hetgeen ernstig of dodelijk letsel dan wel verdrinking kan veroorzaken.
Parkeerrem in werking stellen WAARSCHUWING De kans bestaat dat de parkeerrem de machine niet kan tegenhouden als deze op een helling is geparkeerd; hierdoor kan lichamelijk letsel of schade aan eigendommen ontstaan. Parkeer de machine nooit op een helling tenzij de wielen zijn vastgezet of geblokkeerd. g000963 Figuur 9 1. Veilige zone – Gebruik de Z Master op hellingen van minder dan 15 graden of op vlak terrein. 3. Water 2.
Messchakelaar (aftakas) inschakelen g008945 Figuur 13 Messchakelaar (aftakas) uitschakelen g008959 Figuur 16 1. Aan 2. Uit De contactschakelaar bedienen g009174 Figuur 14 1. De gashendel bedienen Draai het contactsleuteltje naar de stand START (Figuur 17). Opmerking: Laat het sleuteltje los zodra de De gashendel heeft twee standen: SNEL en LANGZAAM (Figuur 15). motor aanslaat. Belangrijk: Stel de startmotor telkens niet langer dan 5 seconden in werking.
wachten. Indien u deze instructies niet opvolgt, kan de startmotor doorbranden. g008947 Figuur 17 2. Draai het contactsleuteltje op STOP om de motor af te zetten. De brandstofafsluitklep gebruiken De brandstofafsluitklep bevindt zich onder de stoel. Beweeg de stoel naar voren om erbij te kunnen. Sluit de brandstofafsluitklep tijdens transport, onderhoud en opslag. Controleer of de brandstofafsluitklep geopend is als u de motor start.
Werking van het veiligheidssysteem Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de motor alleen mogelijk te maken wanneer: • de parkeerrem in werking is gesteld; • de messchakelaar (aftakas) is uitgeschakeld; • de rijhendels in de vergrendelde NEUTRAALSTAND staan; Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor wordt gestopt wanneer u de tractiehendels uit de vergrendelde stand zet terwijl de parkeerrem in werking is gesteld of als u de bestuurdersstoel verlaat terwijl de aftakas is ingeschakeld.
3. Neem plaats op de stoel, stel de parkeerrem in werking, schakel de messchakelaar UIT en zet de rijhendels in de vergrendelde NEUTRAALSTAND . Start de motor. Laat de motor lopen en zet de parkeerrem vrij, schakel de messchakelaar (aftakas) in en kom iets overeind uit de bestuurdersstoel. De motor moet afslaan. 4. Neem plaats op de stoel, stel de parkeerrem in werking, schakel de messchakelaar (aftakas) UIT en zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND . Start de motor.
De machine stoppen Om de machine te stoppen, zet u de rijhendels in de vergrendelde NEUTRAALSTAND , schakelt u de aftakas uit en draait u het contactsleuteltje naar de stand UIT. Stel de parkeerrem in werking als u de machine verlaat; zie Parkeerrem in werking stellen (bladz. 21). Denk erom dat u het sleuteltje uit het contact haalt. VOORZICHTIG Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd is achtergelaten.
De pen voor de maaihoogte instellen Stel de maaihoogte in van 25 tot 140 mm in stappen van 6 mm door de gaffelpen in verschillende openingen te plaatsen. 1. Zet de transportvergrendeling in de VERGRENDELDE stand. 2. Trap het maaidekpedaal in en breng het maaidek omhoog tot de transportstand (dit is tevens de maaihoogtestand van 140 mm), zie Figuur 26. 3. Om dit aan te passen, draait u de pen 90 graden en verwijdert u de pen uit de maaihoogtebeugel (Figuur 26). 4.
2. 3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Stel de antiscalpeerrollen af zoals in Figuur 27 en Figuur 28 naargelang de maaihoogte-instelling die het dichtst in de buurt ligt. 64 mm en in de hoogste stand als de machine wordt gebruikt bij een maaistand van minder dan 64 mm.
WAARSCHUWING De aandrijfeenheden van de motor en de hydrauliek kunnen zeer heet worden. Aanraken van een hete motor of hydraulische aandrijfeenheid kan ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht totdat de motor en de hydraulische aandrijfeenheden volledig afgekoeld zijn voordat u de vrijgavehendels van de aandrijfwielen aanraakt. g019754 Figuur 30 De vrijgavehendels van de aandrijfwielen bevinden zich achterin de hydraulische aandrijfeenheden, onder de stoel.
De machine transporteren De machine inladen Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar vervoer om de machine te transporteren. Zorg ervoor dat de aanhanger of vrachtwagen is voorzien van alle benodigde remmen, verlichting en aanduidingen die wettelijk vereist zijn. Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies. Met behulp van deze informatie kunt u letsel van uw gezinsleden, omstanders, dieren en uzelf voorkomen.
WAARSCHUWING Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. • Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine gebruikt op een oprijplaat. • Controleer of de rolbeugel omhoog staat en gebruik de veiligheidsgordel terwijl de machine wordt geladen of uitgeladen. Zorg ervoor dat de rolbeugel het dak van een gesloten aanhanger niet raakt. • Gebruik één oprijplaat over de volledige breedte.
Wanneer u een gazon voor de eerste keer maait Onderkant van het maaidek schoonhouden Laat het gras iets langer dan normaal, om te voorkomen dat oneffenheden in het gras volledig worden weggemaaid. In het algemeen kan het best de voorheen gebruikte maaihoogte worden gekozen. Als u gras van meer dan 15 cm lang gaat maaien, kunt u het best in twee keer maaien om een goed maairesultaat te verkrijgen. Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de onderkant van het maaidek.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na de eerste 8 bedrijfsuren Onderhoudsprocedure • Motorolie verversen. Na de eerste 100 bedrijfsuren • Het koppel van de wielmoeren controleren. • Controleer de torsie van de sleufmoer van de wielnaaf. • Controleer de afstelling van de parkeerrem (controleer deze altijd wanneer u een remonderdeel verwijdert of vervangt). Na de eerste 250 bedrijfsuren • De hydraulische filters en vloeistof vervangen.
Belangrijk: Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Smering De maaimachine smeren De machine moet vaker worden gesmeerd bij gebruik in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Smeer de assen van het maaidek. Jaarlijks—Smeer de arm van de riemspanpoelie van de pomp. Type vet: nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis 1. Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 2.
g009030 g024190 Figuur 41 Figuur 39 7. 9. Smeer de armen van de spanpoelie van de maaidekriem (Figuur 40). Plaats het plaatmetaalscherm. Zie Het plaatmetaalscherm verwijderen (bladz. 34). 10. Draai de bout vast waarmee de afdekking van het maaidek is bevestigd. Zie De afdekking van het maaidek losmaken (bladz. 34). 11. Verwijder de stofkap en stel de draaipunten van de zwenkwielen bij.
Zwenkwielnaven smeren Onderhoudsinterval: Jaarlijks 1. Zet de motor uit, wacht tot alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen, verwijder de contactsleutel en stel de parkeerrem in werking. 12. Plaats het tweede lager en een nieuwe afdichting in het wiel. 13. Breng afdichtkit aan op de tweede afstandsmoer en draai deze op de as met de afgeplatte kanten aan de buitenzijde. 14. Draai de moer aan met een torsie van 8-9 N·m, draai de moer los en draai deze opnieuw vast met een torsie van 2-3 N·m.
Onderhoud motor WAARSCHUWING Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken. Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken. Onderhoud van het luchtfilter g032301 Figuur 44 Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren—Vervang het voorfilter (Vaker in stoffige, vuile omstandigheden). 1. Luchtfilterbehuizing 4. Luchtfilterdeksel 2. Voorfilter 5. Veiligheidsfilter 3.
Filters monteren Het motoroliepeil controleren Belangrijk: U mag de motor nooit laten lopen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks zonder dat beide luchtfilters en het deksel zijn gemonteerd om beschadiging van de motor te voorkomen. koud is. 1. Opmerking: Controleer het oliepeil als de motor Als u nieuwe filters monteert, moet u elk filter controleren op transportschade. WAARSCHUWING worden gebruikt. Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken. 2.
g024213 2. Parkeer de machine zo, dat de achterkant iets lager is dan de voorkant om ervoor te zorgen dat alle olie volledig kan worden afgetapt. 3. Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 4. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat (Figuur 47).
g024213 g027660 Figuur 48 6. Start de motor en rijd naar een vlak gebied. 7. Controleer het oliepeil opnieuw. Het motoroliefilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren Opmerking: Vervang het oliefilter van de motor vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 1. Laat de olie uit de motor lopen; raadpleeg Motorolie verversen (bladz. 40). 2. Vervang het motoroliefilter (Figuur 49).
Bougies verwijderen Belangrijk: De bevestigingen op de deksels van deze machine zijn zo ontworpen dat ze op het deksel blijven zitten nadat de bevestiging is losgemaakt. Draai alle bevestigingen op een deksel een paar slagen losser zodat het deksel loszit maar nog wel bevestigd is en draai de bevestigingen daarna pas helemaal los totdat het deksel eraf komt. Hiermee voorkomt u dat u per ongeluk de bouten van de borgringen losdraait. 1.
Onderhoud brandstofsysteem Brandstoffilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden). Het brandstoffilter bevindt zich bij de motor, aan de voorzijde of de achterzijde van de motor. 1. Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 2.
Onderhoud elektrisch systeem Belangrijk: Plaats de brandstofleidingen en bevestig ze met plastic kabelbinders. Volg hierbij de fabrieksmontage om ervoor te zorgen dat de brandstofleiding geen contact kan maken met onderdelen die deze mogelijk kunnen beschadigen. Onderhoud van de accu Onderhoudsinterval: Maandelijks Onderhoud van de brandstoftank GEVAAR Accuzuur bevat zwavelzuur; dit is een dodelijk gif dat ernstige brandwonden veroorzaakt. Probeer de brandstoftank niet zelf af te tappen.
Accu opladen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3. WAARSCHUWING Verwijder de accu zoals getoond in Figuur 55. Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu komen. Belangrijk: Zorg ervoor dat de accu altijd g024213 volledig geladen is (soortelijk gewicht 1,265).
Onderhoud van de zekeringen GEVAAR Startkabels gebruiken op een zwakke accu die gebroken of bevroren is, of die een laag accuzuurpeil of een open/kortgesloten accucel heeft, kan tot ontploffing en ernstig persoonlijk letsel leiden. De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Voor de zekeringen is geen onderhoud nodig. Als er echter een zekering doorbrandt, controleer dan het circuit op een storing of kortsluiting. 1.
Opmerking: Koppel het motorblok (zwart) eerst los. g012785 Figuur 59 1. Pluskabel (+) van de ontladen accu 2. Pluskabel (+) van de startaccu 3. Minkabel (-) van de startaccu 4. Minkabel (-) van het motorblok 5. Startaccu 6. Ontladen accu 7. Motorblok 4. Koppel het andere uiteinde van de pluskabel aan op de pluspool van de startaccu. 5. Sluit de zwarte minkabel (-) aan op de andere pool (min) van de startaccu. 6.
Onderhoud aandrijfsysteem Veiligheidsgordel controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Controleer de veiligheidsgordel op slijtage en sneden en controleer de juiste werking van het terugtreksysteem en de sluiting. Vervang de veiligheidsgordel als deze is beschadigd.
7. Als de machine een afwijking naar links heeft, draai dan de bouten los en breng de rechter aanslagplaat naar achteren op de rechter T-sleuf tot de machine recht rijdt (Figuur 62). 8. Zet de aanslagplaat vast (Figuur 62). g001055 Figuur 63 De wielmoeren controleren Controleer de wielmoeren en draai ze vast met een torsie van 122 tot 129 N·m.
g001297 Figuur 65 1. Schotelveren 2. Borgmoer g024607 Figuur 64 1. Sleufmoer Lager van draaipunt van zwenkwiel afstellen Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) 1. Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3.
Onderhoud koelsysteem Motorscherm en oliekoeler van de motor reinigen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Verwijder eventuele ophoping van gras, vuil of andere verontreiniging van de oliekoeler (Figuur 66). Dit draagt bij tot een adequate koeling en een correct motortoerental en verkleint de kans dat de motor oververhit raakt en mechanische schade oploopt. g024213 g004218 Figuur 67 1. Motorscherm 4. Ventilatorbehuizing 2. Luchtinlaatrooster 3. Bout 5.
Onderhouden remmen Parkeerrem afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 100 bedrijfsuren Om de 500 bedrijfsuren daarna g010169 Controleer of de rem goed is afgesteld voorafgaand aan de afstelwerkzaamheden. 1. Rijd de machine naar een horizontale ondergrond. 2. Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 3. Zet de motor af, wacht tot alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en verwijder het contactsleuteltje. 4.
Onderhoud riemen Riemen controleren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Vervang de riem als deze versleten is. Een aantal indicaties van een versleten riem: een gierend geluid tijdens het draaien van de riem, de messen die slippen tijdens het maaien, gerafelde randen en schroeiplekken en scheuren op de riem. De tegengesteld draaiende riem vervangen g026961 Figuur 70 Linkerkant getoond 1. L-beugel 4. Koppeling achteraan 2. Aanslag van koppeling 5. Hendel 3. Tussenruimte 6. Wielnaaf 9. 10.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3. Breng het maaidek omlaag naar een maaihoogte 76 mm. 4. Draai de onderste bout los waarmee de afdekking van het maaidek is bevestigd aan het maaidek. Zie De afdekking van het maaidek losmaken (bladz. 34) 5. Het plaatmetaalscherm verwijderen. Zie Het plaatmetaalscherm verwijderen (bladz. 34) 6. Verwijder de aandrijfriemkappen (Figuur 72).
g027730 Figuur 74 1. Plaats de aandrijfriemkap terug. 3. Zorg ervoor dat het lipje onder de metalen vergrendeling valt. 2. Schuif de aandrijfriemkap onder de zijrichels g024146 Figuur 73 1. Koppelingspoelie 5. Riemgeleider 2. Aandrijfriem van maaidek 6. Veerbelaste spanpoelie 3. Veerbelaste spanpoelie 7. Vierkante opening in de arm van de poelie (voor de ratelsleutel) 4. Zorg ervoor dat het lipje van de riemgeleider tegen de naaf van het draaipunt komt. 8. Veer 12.
Onderhoud bedieningsysteem De stand van de bedieningshendel afstellen Er zijn twee standen voor de bedieningshendels: hoog en laag. Verwijder de bouten om de hoogte aan te passen. 1. Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. g009039 Figuur 75 1. Spanpoelie 5.
3. Verwijder de elektrische aansluiting van de veiligheidsschakelaar die zich onder het onderste kussen van de stoel bevindt. Opmerking: De schakelaar maakt onderdeel uit van de stoelconstructie. 4. Bevestig tijdelijk een startkabel over de polen van de aansluiting van de hoofdkabelboom. 5. Start de motor. Opmerking: Stel de parkeerrem in werking en zet de rijhendels naar buiten voordat u de motor start. U hoeft niet in de stoel te zitten vanwege de gebruikte startkabel.
10. Schakel de machine uit. 11. Maak de verbindingsdraad los van de stekker van de kabelboom en sluit de stekker aan op de stoelschakelaar. 12. Haal de assteunen weg. 13. Breng het maaidek omhoog en plaats de maaihoogtepen. 14. Controleer of de machine niet kruipt in de neutraalstand als u de parkeerremmen vrij zet.
Onderhoud hydraulisch systeem Belangrijk: Vul de hydraulische eenheden niet te vol met olie; dit kan schade veroorzaken. Gebruik de machine niet als het oliepeil zich onder de bijvulmarkering bevindt. Het hydraulische systeem een onderhoudsbeurt geven 10. Plaats de peilstok. 11. Herhaal deze procedure voor de andere peilstok. Type hydraulische vloeistof: Toro® HYPR-OIL™ 500 hydraulische vloeistof of Mobil® 1 15W-50. Belangrijk: Gebruik de voorgeschreven vloeistof.
tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. • Hydraulische vloeistof die per ongeluk in de huid is geïnjecteerd, moet binnen enkele uren operatief worden verwijderd door een arts die bekend is met dit type verwondingen. Anders kan gangreen ontstaan.
Onderhoud van het maaidek Maaidek horizontaal stellen De machine instellen Opmerking: Zorg ervoor dat het maaidek horizontaal staat voordat u de maaihoogte instelt. 1. Plaats de maaimachine op een horizontaal oppervlak. 2. Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 3.
g024245 Figuur 85 g027343 Figuur 84 1. Maaidekpedaal 3. Transportvergrendeling 2. Pen voor de maaihoogte 1. Afstand van 76 mm bij A is juist 3. Meet hier vanaf de punt van het mes tot aan het harde oppervlak. 2. 8,3 cm bij B is juist 4. Meet bij punt A en B aan beide zijden. 6. Plaats de maaihoogtepen in de opening voor de maaihoogtestand van 76 mm. 7. Ontgrendel de transportvergrendeling en laat het dek zakken tot de gewenste maaihoogte. 8.
g027345 Figuur 87 1. Bouten aan de onderzijde van de maaihoogteplaat g024669 Figuur 86 1. Stelmoer 2. Contramoer 10. 3. Afstelling achterste maaidek 4. Afstelling voorste maaidek Om het enkelpuntssysteem af te stellen, moet u de 2 bouten onderaan de maaihoogteplaat losdraaien (Figuur 87). Opmerking: Om te verhogen draait u de schroef rechtsom en om te verlagen draait u de schroef linksom (Figuur 88).
Opmerking: Om te verhogen draait u de 15. 16. stelschroef rechtsom en om te verlagen draait u de stelschroef linksom. Meet en pas aan tot alle 4 zijden op de juiste hoogte zijn ingesteld. Draai alle moeren van de hefarmen vast. Onderhoud van de maaimessen g006530 Figuur 89 Belangrijk: Het rechtermes van dit maaidek draait linksom: de mesbout is voorzien van linkse schroefdraad. Gebruik Figuur 92 om de maaimessen juist te kunnen plaatsen. 1. Snijrand 3. Slijtage/groefvorming 2. Gebogen deel 4.
6. Meet de afstand tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand van de messen op dezelfde plaats als in bovengenoemde stap 4. Opmerking: Het verschil tussen de afstanden die zijn gemeten bij stap 4 en stap 6 mag niet meer dan 3 mm zijn. Opmerking: Als dit verschil meer bedraagt dan 3 mm, is het mes krom en moet het worden vervangen. WAARSCHUWING Een krom of beschadigd mes kan breken en u of omstanders ernstig letsel toebrengen. • Vervang altijd een krom of beschadigd mes door een nieuw mes.
De maaimessen slijpen 1. 2. Gebruik een vijl om de snijranden aan beide uiteinden van het mes te slijpen (Figuur 93). Monteer het rechtermes, de klemring en de mesbout (linkse schroefdraad) op de spilas (Figuur 95 en Figuur 96). Opmerking: Houd daarbij de oorspronkelijke hoek in stand. Opmerking: Het mes blijft in balans als u evenveel materiaal weghaalt van beide snijkanten. g000276 Figuur 93 1. Onder de oorspronkelijke hoek slijpen 2.
3. Plaats de maaihoogtepen in de maaihoogtestand van 7,6 cm. Opmerking: Hiermee vergrendelt u de hefarmen van het maaidek in de laagste stand zodat wanneer u het maaidek verwijdert, de opgeslagen energie van de maaidekveer wordt vrijgegeven. 4. Verwijder de drijfriemkappen. 5. Hef het vloerdeel op en steek een momentsleutel in de vierkante opening in de spanpoelie van het maaidek (Figuur 97). 6. Draai de spanpoelie van het maaidek rechtsom en verwijder de aandrijfriem van het maaidek (Figuur 97).
Reiniging Onderkant van het maaidek reinigen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3. Breng het maaidek omhoog in de TRANSPORTSTAND .
Stalling Opmerking: Stabilizer/conditioner werkt het best als het met verse brandstof wordt gemengd en altijd wordt gebruikt. Reinigen en opslaan 1. 2. Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje op Uit. Verwijder het sleuteltje. Verwijder maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine, met name van de motor en het hydraulische systeem.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De startmotor slaat niet aan. De motor start niet, start moeilijk of slaat af. Mogelijke oorzaak 1. De messchakelaar (aftakas) is ingeschakeld. 1. Zet de messchakelaar (aftakas) in de uitgeschakelde stand. 2. De parkeerrem in niet werking is gesteld. 3. De rijhendels staan niet in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND . 4. De bestuurder zit niet op de bestuurdersstoel. 5. De accu is leeg. 6. De elektrische aansluitingen zijn gecorrodeerd of zitten los. 7.
Probleem De maaimachine trekt naar links of naar rechts (met beide hendels volledig vooruit). De machine rijdt niet. De machine trilt abnormaal. Mogelijke oorzaak 1. De sporing moet afgesteld worden 1. Stel de sporing af 2. De aandrijfbanden hebben niet de juiste spanning. 2. Breng de aandrijfbanden op de juiste spanning. 1. De omloopkleppen zijn niet goed gesloten. 1. Sluit de omloopkleppen. 2. De pompriem is versleten, los of stuk. 3. De aandrijfriem van de pomp is van de poelie af. 4.
Probleem De koppeling grijpt niet aan. Mogelijke oorzaak Remedie 1. Een zekering is doorgebrand. 1. Vervang de zekering. Controleer de weerstand van de spoelen, of de accu is opgeladen, het oplaadsysteem en de aansluitingen van de bedrading en vervang indien nodig. 2. Lage spanning bij de koppeling. 2. Controleer de weerstand van de spoelen, of de accu is opgeladen, het oplaadsysteem en de aansluitingen van de bedrading en vervang onderdelen indien nodig. 3. Vervang de koppeling. 4.
Schema's g009180 Elektrisch schema (Rev.
Opmerkingen:
Lijst met internationale dealers Distributeur: Land: Distributeur: Land: Hongarije Hongkong Korea Telefoonnummer: 36 27 539 640 852 2155 2163 82 32 551 2076 Agrolanc Kft Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Maquiver S.A. Maruyama Mfg. Co. Inc. Mountfield a.s. Colombia Japan Tsjechië Casco Sales Company Puerto Rico 787 788 8383 Mountfield a.s. Slovakije Ceres S.A. Costa Rica 506 239 1138 Munditol S.A. Argentinië CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co.
De Toro totaalgarantie Gedekte voorwaarden en producten The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, geven aan de oorspronkelijke aankoper krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle onderstaande Toro-producten te repareren als deze materiaalgebreken of fabricagefouten vertonen.