Operator's Manual

Controleerofdebrandstofafsluitklepgeopendis
voordatudemotorstart.
G008948
1
2
Figuur15
1.Aan2.Uit
Demotorstartenenstoppen
Motorstarten
1.Sluitdebougiekabelsaanopdebougies.
2.Opendebrandstofklep.
3.Zetderechterrijhendelindevergrendelde
neutraalstand.
4.Steldeparkeerreminwerking;zieParkeerremin
werkingstellen.
5.ZetdeaftakasschakelaarindestandUIT.
6.ZetdegashendelhalverwegetussenLangzaamen
Snel.
Opmerking:Alsdemotorwarmofheetis,hoeft
udechokeniettegebruiken.
Figuur16
7.DraaihetcontactsleuteltjenaardestandStart
(Figuur13).Laathetsleuteltjeloszodrademotor
aanslaat.
Belangrijk:Steldestartmotortelkensniet
langerdan5secondeninwerking.Alsde
motornietwilstarten,moetunaelkepoging
demotor15secondenlatenafkoelen.Indienu
dezeinstructiesnietopvolgt,kandestartmotor
doorbranden.
Opmerking:Erkunnenmeerderestartpogingen
nodigzijnalsudemotorvoordeeerstekeer
startnadaterhelemaalgeenbrandstofinhet
brandstofsysteemheeftgezeten.
START
RUN
ST OP
G008947
Figuur17
1.Uit
3.Start
2.Lopen
19