Operator's Manual

28
Accu opladen
Belangrijk Zorg ervoor dat de accu altijd volledig
geladen is (soortelijk gewicht 1.260). Dit is vooral
belangrijk om beschadiging van de accu bij temperaturen
beneden 0°C te voorkomen.
1. Accu uit het chassis verwijderen, zie Accu verwijderen,
blz. 26.
2. Controleer het zuurpeil; zie Zuurpeil controleren,
blz. 27.
3. Zorg ervoor dat de vuldoppen op de accu zijn geplaatst.
Laad de accu één uur op bij 25–30 A of 6 uur bij 4–6 A.
De accu niet te ver opladen.
4. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de oplader
uit het stopcontact en maakt u vervolgens de
oplaadkabels los van de accuklemmen (Fig. 27).
4
1
2
3
m-4970
Figuur 27
1. Pluspool van de accu
2. Minpool van de accu
3. Rode (+) oplaadkabel
4. Zwarte (–) oplaadkabel
5. Installeer de accu in de tractor en sluit de accukabels
aan; zie Accu monteren, blz. 27.
Opmerking: Gebruik de tractor nooit wanneer de accu is
losgekoppeld; dit kan beschadigingen aan het elektrische
systeem tot gevolg hebben.
Onderhoud van de zekeringen
De elektrische installatie is beveiligd door middel van
zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een
zekering is doorgebrand, moet u echter het onderdeel of
circuit controleren op defecten of kortsluiting.
Zekering: Hoofdleiding F1 – 30 A, steekzekering-type
Laadcircuit F2 – 25 A, steekzekering-type
Optionele koplampenset 10 A, steekzekering type
1. Til de stoel omhoog om toegang te krijgen tot de
zekeringhouder (Fig. 28).
2. Om een zekering te vervangen, trekt u de zekering
omhoog om deze te verwijderen (Fig. 28).
m–5144
1
2
3
Figuur 28
1. Hoofdleiding – 30 A
2. Laadcircuit – 25 A
3. Voor optionele
koplampenset – 10 A