Operator's Manual

22
Onderhoud
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure
Na het eerste gebruik Motorolie verversen.
Na elk gebruik
Motoroliepeil controleren.
Veiligheidssysteem controleren.
Luchtinlaatrooster reinigen.
Maaikast reinigen.
Om de 5 bedrijfsuren Maaimessen controleren.
Om de 25 bedrijfsuren
Alle smeerpunten smeren.
1
Lagerbussen van stangenstelsel oliën.
1
Schuimfilterelement onderhoudsbeurt geven.
1
De riemen op slijtage/scheurtjes controleren.
Accuzuur controleren.
De bandenspanning controleren.
Om de 50 bedrijfsuren Papieren luchtfilter onderhoudsbeurt geven.
1
Om de 100 bedrijfsuren
Motorolie verversen.
Bougie(s) controleren.
Om de 200 bedrijfsuren
Oliefilter vervangen.
Brandstoffilter vervangen.
Papieren filterelement vervangen.
1
Om de 300 bedrijfsuren Koelribben en uitlaatringen reinigen.
1
Voor de stalling
Voorafgaande aan de stalling moeten alle bovengenoemde
onderhoudsprocedures worden uitgevoerd.
Benzine aftappen uit de brandstoftank.
Accu opladen en accukabels loskoppelen.
Beschadigde oppervlakken bijwerken.
1
Vaker in stoffige, vuile omstandigheden
Belangrijk Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Voorzichtig
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start
waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabel los voordat u onderhoudswerkzaam-
heden uitvoert aan de machine. Druk de kabel opzij, zodat deze niet onbedoeld contact kan
maken met de bougie.