Operator's Manual
3.Draaidebrandstofdopstevigvasttotueenklikhoort.
Gemorstebenzineopnemen.
Hetmotoroliepeilcontroleren
Voordatudemotorstartendemachineingebruikneemt,
moetuhetoliepeilinhetcartervandemotorcontroleren;zie
OliepeilcontrolereninhethoofdstukMotoronderhoud.
Motorstarten
1.Neemplaatsopdebestuurdersstoelenzetderijhendels
indeparkeerstand.
2.Schakeldemaaimessenuitdoordeaftakasschakelaar
opUITtezetten(Figuur11).
Figuur11
1.Bedieningspaneel
2.Aftakasschakelaar–UIT
3.ZetdegashendelopChokevoordatueenkoudemotor
start(Figuur12).
Opmerking:Alsdemotorwarmofheetis,hoeftu
dechokeniettegebruiken.
Figuur12
1.Bedieningspaneel
4.Snel
2.Gas-/Chokehendel–
CHOKE-stand
5.Continusnelheidsregeling
3.Choke
6.Langzaam
4.DraaihetcontactsleuteltjeopStartomdestartmotor
inwerkingtestellen.Laathetsleuteltjeloszodrade
motoraanslaat(Figuur13).
Belangrijk:Steldestartmotortelkensnietlanger
dan10secondeninwerking.Alsdemotorniet
wilstarten,moetunaelkepogingdemotor
60secondenlatenafkoelen.Indienudeze
instructiesnietopvolgt,kandestartmotorschade
oplopen.
17