Operator's Manual

23
Lichten
De lichten worden onstoken als u het contactsleuteltje in
of voorbij de stand Lichten draait (Fig. 24). U kunt de
lichten ook ontsteken als de motor niet loopt. Haal daarom
het contactsleuteltje uit het contact als u de machine
onbeheerd achterlaat om te voorkomen dat iemand de
lichten per ongeluk onsteekt en de accu leeg raakt.
m–3312
1
Figuur 24
1. Lichten
Stand van het stuurwiel
instellen
Het stuurwiel kan in vier standen worden gekanteld. Zet
het stuurwiel in een stand waarin u de machine het best
kunt bedienen en comfortabel zit.
1. Trek de hendel om het stuur te kantelen omhoog om
de vergrendeling los te zetten (Fig. 25)
2. Zet het stuurwiel in een comfortabele stand; laat
daarna de hendel los om het stuurwiel vast te zetten.
1
2
m–3259
Figuur 25
1. Hendel om het stuurwiel te
kantelen
2. Stuurwiel
De Smart Turn
Besturingsfunctie
De Smart Turn besturingsfunctie vermindert
automatisch de snelheid van de tractor in een scherpe
bocht. De snelheidsvermindering is recht evenredig aan de
scherpte van de bocht, waarbij de maximumsnelheid met
maar liefst 40 percent kan worden verminderd. Hierdoor
kunt u bochten maken bij een hogere snelheid zonder dat
u naar een lagere rijsnelheid hoeft te schakelen. Na de
bocht krijgt de tractor automatisch weer de
oorspronkelijke snelheid.
De Smart Turn besturingsfunctie heeft geen invloed op
het motortoerental.
Dit systeem is ingesteld in de fabriek en hoeft niet te
worden bijgesteld.
Gevaar
Rijd niet te snel als u een bocht maakt. Hierdoor
kan de tractor omslaan en kunt u de macht over
de machine verliezen, waardoor u of omstanders
ernstig lichamelijk of dodelijk letsel kunnen
oplopen.
Vertrouw niet uitsluitend op de Smart Turn-
besturingsfunctie om omgelukken te voor-
komen als u een bocht maakt.
Voordat u de tractor start, moet u ervoor
zorgen dat u alle instructies in de Bedienings-
handleiding en op de machine hebt gelezen,
begrepen en uitgevoerd.
Machine handmatig duwen
Belangrijk U mag de machine niet slepen omdat
hierdoor schade aan de transmissie kan ontstaan. U moet
de machine altijd handmatig duwen.
1. Schakel de aftakas uit en zet de motor af.
2. Zet de hendel voor Hoog-Laag in de neutraalstand (N).
Hierdoor kunnen de achterwielen vrij draaien.
3. Duw de machine naar de gewenste plaats.
4. Zet de hendel op Hoog of Laag nadat u de machine
hebt verplaatst en schakel de parkeerrem in.