Operator's Manual

Gebruiksaanwijzing
22
Gebruik
van de Cruise Control
Een drie-standenschakelaar op het dashboard (Fig.15)
met de functies Lock-Set (vergrendelen-instellen;
onder veerspanning), On (aan) en Unlock-Off
(ontgrendelen-uit) regelt de bediening van de Cruise
Control. Met de Cruise Control stelt u een vaste
positie van het rijpedaal in zonder uw voet te
gebruiken. De Cruise Control is alleen bedoeld voor
vooruit rijden; nooit voor achteruit rijden gebruiken.
Cruise Control inschakelen
1. Zet de tractor in beweging, zie Vooruit en
achteruit rijden, pagina 19. Terwijl u het
rijpedaal in een bepaalde stand ingetrapt houdt,
drukt u de Cruise Control-schakelaar (Fig. 15) in
de stand “Lock–Set” (vergrendelen-instellen).
1
2
1238
Figuur 15
1. Lock–Set
(vergrendelen-instellen)
2. Unlock–Off
(ontgrendelen-uit)
2. Hiermee zet u het rijpedaal in de huidige stand
vast, waarna u de voet van het rijpedaal kunt
nemen. Er wordt nu een constante rijsnelheid
gehandhaafd.
Cruise Control uitschakelen
1. Terwijl u het rijpedaal in een bepaalde stand
ingetrapt houdt, drukt u de Cruise Control-
schakelaar (Fig. 15) in de stand “Unlock–Off”
(ontgrendelen-uit).
2. Hiermee ontgrendelt u de Cruise Control en
bedient u het rijpedaal weer met de voet.
3. Om snel te stoppen, trapt u het rempedaal in.
Hiermee schakelt u de Cruise Control auto-
matisch uit en bedient u tegelijkertijd de rem.
Tractor
met de hand duwen
Belangrijk: De tractor altijd met de hand
duwen, nooit slepen, omdat de
transmissie hierdoor beschadigd kan
worden.
Tractor duwen
1. Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen en
contactsleutel in de stand “UIT” draaien om de
motor af te zetten.
2. Zet de instelstang voor de aandrijving in de
stand “DUWEN”. Hiermee schakelt u de
aandrijving uit en kunnen de wielen vrij draaien
(Fig. 16).
Tractor bedienen
1. Zet de instelstang voor de aandrijving in de
stand “AANDRIJVING” (Fig. 16).
NB.: De tractor zal niet rijden totdat de
instelstang voor de aandrijving in de
stand “AANDRIJVING” staat.
1
2
3
M-4566
Figuur 16
1. Stand
Aandrijving
2.
Stand Duwen
3.
Instelstang voor de
aandrijving