Operator's Manual

Gebruiksaanwijzing
17
Note: Steek de sleutel alleen in de
keuzeschakelaar als dat absoluut
noodzakelijk is om de maaier of een
ander werktuig in de achteruit te
gebruiken. De sleutel van de
keuzeschakelaar moet ook uit de
tractor worden verwijderd als die wordt
bediend door iemand die geen
verantwoordelijk en ervaren gebruiker
is. Dit voorkomt dat de tractor in de
achteruit wordt gebruikt met
ingeschakelde maaier of ander
werktuig. Verwijder altijd zowel de
contactsleutel als de sleutel van de
keuzeschakelaar en bewaar ze op een
veilige plaats buiten het bereik van
kinderen als u de tractor onbeheerd
achterlaat.
MOGELIJK GEV
AAR
Een kind of omstander kan door een
achteruitrijdende tractor met ingeschakelde
maaier overreden worden.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Contact met maaimes(sen) leidt tot ernstig
(mogelijk fataal) letsel.
GEV
AARLIJKE SITUA
TIES
VOORKOMEN
Niet in de achteruit maaien, tenzij dat strikt
noodzakelijk is.
Kijk altijd omlaag en achterom vóór en
tijdens achteruitrijden.
Gebruik de keuzeschakelaar alleen als u
zeker weet dat geen kinderen of andere
omstanders het werkterrein zullen
betreden.
Verwijder altijd zowel de contactsleutel als
de sleutel van de keuzeschakelaar en
bewaar ze op een veilige plaats buiten het
bereik van kinderen of andere onbevoegde
personen als u de tractor onbeheerd
achterlaat.
m–4220
1
Figuur 8
1. Keuzeschakelaar
met
sleutel
Veiligheidssysteem testen
Test het veiligheidssysteem telkens voordat u de
machine gebruikt. Als het veiligheidssysteem niet
zoals hieronder beschreven functioneert, moet u het
direct door een geautoriseerde dealer laten repareren.
1. Stel de parkeerrem in werking. Zet de
maaidekhendel (aftakas) op “AAN”. Draai nu de
contactsleutel op “START”; de motor mag niet
starten.
2. Maaidekhendel (aftakas) in stand “UIT” drukken
en parkeerrem lossen. Nu de contactsleutel op
“START” draaien. De motor mag niet starten.
3. Stel de parkeerrem in werking. Zet de
maaidekhendel (aftakas) op “UIT” en beweeg het
hydrostatische rijpedaal vanuit neutraal naar
voren. De motor mag niet starten.
4. Stel de parkeerrem in werking. Zet de
maaidekhendel (aftakas) op “UIT”. (Bij
modellen met versnellingsbak moet de
versnellingshendel in “N” neutraal staan). Start
nu de motor. Terwijl de motor loopt, lost u de
parkeerrem en komt u iets overeind uit de stoel.
De motor moet stoppen.