Operator's Manual

Indicatorcontrolemodule
De indicatorcontrolemodule (optioneel bij sommige
modellen) (Afb. 9) wordt verlicht als de parkeerrem
wordt aangetrokken of de krachtafnemer (PTO) wordt
geactiveerd, alsmede wanneer er sprake is van te lage
oliedruk, accu, of van een probleem met het vermogen
van de wisselstroomdynamo dat onmiddellijke aan-
dacht vereist.
Onderstaand zijn de omstandigheden aangegeven
waaronder de verklikkerlampjes branden. Verder
dienen ze nooit te zijn verlicht.
PTO (krachtafnemer)
De PTO (krachtafnemer) verklikker registreert de
stand van de PTO schakelaar. Het lampje gaat branden
wanneer de contactsleutel in de "RUN" of "LIGHTS"
stand staat en de PTO is ingeschakeld. Het branden
van dit lampje herinnert eraan dat de PTO zich in de
"ON" stand bevindt en dat de starter niet werkt.
Olie
De oliepeilverklikker registreert lage motoroliedruk.
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel in
de "RUN" of "LIGHTS" stand staat en de motor niet
loopt; na het starten van de motor dient het lampje uit
te gaan. Als de oliedruk tot beneden een veilig opera-
tioneel niveau daalt terwijl de motor loopt, gaat het
lampje branden. Wanneer het lampje gaat branden ter-
wijl de motor loopt, moet deze onmiddellijk worden
afgezet en de oorzaak van de lage oliedruk worden
opgespoord en hersteld.
Accu
De accuvoedingverklikker registreert lage en hoge
spanning, die de accuprestatie en het gewenste wissel-
stroomdynamovermogen kunnen beperken. Het lam-
pje gaat branden als de accuspanning laag is (niet
geheel opgeladen) terwijl de motor niet loopt en de
contactsleutel in de "RUN" of "LIGHTS" stand staat.
Als het lampje gaat branden terwijl de motor niet loopt
is dit een indicatie dat de accu dient te worden opge-
laden.
Brandstofpeil
Het lampje van het brandstofpeil is "ON/AAN" als de
sleutel in de "RUN/DRAAIEN"- of "LIGHTS/LAM-
PEN"-positie staat en het brandstofpeil op reserve
staat. Er is dan ongeveer nog een halve liter over.
Temperatuur
Het lampje van de temperatuur zal "ON/AAN" zijn als
de sleutel in de "RUN/DRAAIEN"- of "LIGHTS/
LAMPEN"-positie staat en de temperatuur hoger
wordt dan toegestaan is. Stop de motor onmiddellijk en
corrigeer de oorzaak van de te hoge temperatuur.
Uurmeter
De uurmeter (optioneel bij sommige modellen) reg-
istreert het aantal bedrijfsuren van de machine (Afb.
9). Hij wordt aangezet wanneer de contactsleutel in de
"RUN" of "LIGHTS" stand wordt gedraaid. Baseer u
op de vastgelegde tijden t.b.v. het plannen van regel-
matige onderhoudsbeurten.
Maaien tijdens achteruit rijden
Het lampje voor maaien tijdens achteruit rijden zal
oplichten als de "key choice" schakelaar is gebruikt om
de interlockblokkering voor maaien tijdens achteruit
rijden is uitgeschakeld. Het is een herinnering dat het
interlocksysteem is uitgeschakeld. Het lampje wordt
gedoofd wanneer de aandrijving naar de aftakas of de
motor worden uitgeschakeld.
Bediening
16
Afbeelding 9
1. Aftakas
2. Temperatuur
3. Accu
4. Urenteller
5. Brandstofpeil
6. Olie
7. Maaien tijdens achteruit