Operator's Manual
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Veiligebediening................................................4
Veiligheids-eninstructiestickers........................7
Montage....................................................................9
1Deaccuaansluiten..........................................9
2Detrekhaakaandeafvalblazer
monteren.......................................................10
3Deafvalblazerophettrekvoertuig
aansluiten.....................................................10
4Deafstandsbedieningmonteren.....................11
Algemeenoverzichtvandemachine.......................12
Bedieningsorganen..........................................12
Specicaties....................................................13
Eigenschappenvanderadio............................13
Gebruiksaanwijzing................................................14
Brandstofbijvullen............................................14
Hetmotoroliepeilcontroleren............................16
Bandenspanningcontroleren............................16
Torsievanwielmoerencontroleren...................16
Motorstarten....................................................16
Demotorafzetten.............................................17
Starten,stoppenenuitschakelingdoor
inactiviteit......................................................17
Zuinigemodus(inactief)...................................18
Instellenvandeafvoerrichting..........................18
Tipsvoorbedieningengebruik.........................18
Onderhoud..............................................................20
Aanbevolenonderhoudsschema.........................20
Controlelijstvoordagelijksonderhoud..............21
Onderhoudvanhetluchtlter............................22
Onderhouduitvoerenaankoolstofhou-
der.................................................................23
Motoroliepeilcontroleren..................................23
Deafstandsbedieningenbasiseenheid
verbinden.....................................................25
Onderhoudvandebougies...............................25
Brandstofltervervangen..................................26
Onderhoudvandebrandstoftank......................27
Motorschermenoliekoelerreinigen..................27
Deafvoercontroleren.......................................27
Deriemafstellen...............................................28
Elektrischonderhoud........................................28
Stalling..............................................................30
Afvalverwijdering..............................................30
Problemen,oorzaakenremedie.............................31
Storingscodescontroleren................................31
Dediagnosemodusinschakelenendecodes
controleren....................................................31
Destoringscodesresetten................................32
Dediagnosemodusverlaten.............................32
Veiligheid
Risicobeheersingenongevallenpreventiezijn
afhankelijkvandeoplettendheid,zorgvuldigheid
eneengoedetrainingvanhetpersoneeldatis
belastmetdeopslag,hetgebruik,hettransporten
hetonderhoudvandemachine.Onjuistgebruik
ofonderhoudvandemachinekanlichamelijkof
dodelijkletselveroorzaken.Omhetrisicovan
lichamelijkofdodelijkletselteverminderen,moet
uzichaandevolgendeveiligheidsinstructies
houden.
Veiligebediening
Devolgendeinstructieszijngebaseerdopde
ANSI-normB71.4-2012.
Instructie
•LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Allebestuurdersenmonteursmoeten
instructieshebbenontvangen.Deeigenaar
isverantwoordelijkvoordeinstructievande
gebruikers.
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof
onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerkt.
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukken,letselvanhemzelf/haarzelfofvan
anderen,enschadeaaneigendom,diehij/zijkan
voorkomen.
Vóóringebruikname
•Inspecteerhetterreinomvasttestellenwelke
accessoiresenwerktuigennodigzijnomgoeden
veiligtewerken.Gebruikalleendoordefabrikant
goedgekeurdeaccessoiresenwerktuigen.
•Draaggeschiktekleding,zoalseen
veiligheidsbril,gripvaste,stevigeschoenen
engehoorbescherming.Draaglanghaaren
loszittendekledingnietlos,endraaggeenjuwelen.
•Inspecteerhetterreinwaaropudemaaimachine
gaatgebruikenenverwijdervoorwerpendiedoor
demachinekunnenwordenuitgeworpen.
•Houdalleomstandersuitdebuurtvanhet
werkgebied.
4