Operator's Manual
Deriemafstellen................................................27
Debandencontroleren.......................................27
Elektrischonderhoud.........................................27
Afvalverwijdering...............................................28
Stalling...............................................................28
Schema's....................................................................29
Veiligheid
Risicobeheersingenongevallenpreventiezijn
afhankelijkvandeoplettendheid,zorgvuldigheid
eneengoedetrainingvanhetpersoneeldatis
belastmethetgebruik,onderhoudenopslagvan
demachine.Onjuistgebruikofonderhoudvan
hetvoertuigkanlichamelijkofdodelijkletsel
veroorzaken.Omhetrisicovanlichamelijkof
dodelijkletselteverminderen,moetuzichaande
volgendeveiligheidsinstructieshouden.
Veiligebediening
DevolgendeinstructieszijnontleendaandeANSI-norm
B71.4.1-2004.
Instructie
•Leesofraadpleegdegebruikershandleidingen
anderinstructiemateriaal.Alsdebestuurder(s)
ofdemonteur(s)detaalwaarindehandleidingis
geschreven,nietmachtigis(zijn),moetdeeigenaar
ervoorzorgendatdezedeinhoudvanhetmateriaal
begrijpt.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Allebestuurdersenmonteursmoeteninstructies
hebbenontvangen.Deeigenaarisverantwoordelijk
voordeinstructievandegebruikers.
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruiken
ofonderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisenstellen
aandeleeftijdvandegenediemetdemachinewerkt.
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukken,letselvanhemzelf/haarzelfofvan
anderen,enschadeaaneigendom,diehij/zijkan
voorkomen.
Vóóringebruikname
•Inspecteerhetterreinomvasttestellenwelke
accessoiresenwerktuigennodigzijnomgoeden
veiligtewerken.Gebruikalleendoordefabrikant
goedgekeurdeaccessoiresenwerktuigen.
•Draaggeschiktekledingenuitrusting,zoalseen
helm,eenveiligheidsbrilengehoorbescherming.
Langhaar,lossekledingofsieradenkunnenworden
gegrependoorbewegendeonderdelen.
•Inspecteerhetterreinwaaropudemaaimachinegaat
gebruikenenverwijdereventuelevoorwerpendie
doordemachinekunnenwordenuitgeworpen.
4