Operator's Manual

Maateenhedeninstellen
DestandaardinstellingvoordemaateenhedenisUS.Ukunt
demaateenhedenookwijzigeninSI(metrischsysteem)of
TURF.
1.Brengdespuitmachinetotstilstandenstelde
parkeerreminwerking.
2.ZetdehoofdschakelaarvandespuitbomenopUit.Op
demonitorverschijntdemelding'HOLD'.
3.Druknetzolangopdekalibratieknoptotdat'CAL
HOLD'opdemonitorverschijntenhetrodelampje
opdemonitorgaatbranden.
4.DraaidekeuzeschijfopMaateenhedenselecteren(of
Maateenheden).
5.GebruikdekalibratieknoppenVerhogenof
Verminderenomdegewenstemaateenhedentekiezen.
6.Drukopdekalibratieknoptotdathetrodelampje
uitgaat.Ukuntdekalibratiemodusookverlatendoor
tegaanrijdenmetdespuitmachine.
Vloeistofstroommeterkalibreren
Opmerking:Umoetdezekalibratieprocedureuitvoeren
telkensalsdespuitdoppenwordenvervangen,omdegrootste
nauwkeurigheidteverkrijgen.
DemonitorvandevloeistofstroommetervandeSprayProis
indefabriekglobaalgekalibreerd.Omdekalibratievande
vloeistofstroommeterteverjnen,gaatualsvolgttewerkt:
1.Steldeparkeerreminwerking.
2.Vuldetankvandespuitmachinemeteenafgemeten
hoeveelheidwater,minstens380liter.
Opmerking:Ganietuitvandemarkeringenopde
zijkantvandetankomhetwatervoordezeprocedure
aftemeten.Ditzijnglobalematen,dienietnauwkeurig
genoegzijnvoordezekalibratie.
3.ZetdepompschakelaaropAanomdepompinwerking
testellen.
4.Zetdeschakelaarvanelkespuitboomende
hoofdschakelaarvandespuitbomenopAan.Stel
despuitbomeninwerkingtotdatergeenluchtmeer
indeleidingzitenschakelzedaarnauitmetde
hoofdschakelaar.
5.DraaidekeuzeschijfopTotaleHoeveelheid.
6.DruknetzolangopdeKalibratieknopterugstellen
totdat'0'ophetschermverschijnt.
7.ZetdehoofdschakelaaropAanensteldespuitbomen
inwerkingtotdatalhetwateruitdetankis,enschakel
zedaarnauitmetdehoofdschakelaar.
8.Vergelijkdehoeveelheidwaterdiewordtweergegeven
opdemonitor,metdehoeveelheidwaterwaarmeeu
detankhebtgevuld.
Alsdehoeveelhedengelijkzijn,hoeftudemonitor
nietverdertekalibreren.
Alsdehoeveelhedenverschillen,gaatuverdermet
derestvandeprocedure.
9.ZetdekeuzeschijfopTotaleHoeveelheidendruknet
zolangopdekalibratieknoptotdat'CALHOLD'opde
monitorverschijntenhetrodelampjeopdemonitor
gaatbranden.
Hetschermzalafwisselenddewaardevanhettotale
hoeveelheid('HOLD'verschijntopdemonitor)en
dekalibratiewaardevandevloeistofstroomlatenzien
('CALHOLD'verschijntopdemonitor).
10.Alshettotalekalibratievolumewordtgetoond,wijzigt
udezemetbehulpvandeknoppenVerhogenof
Verminderenindehoeveelheidwaterwaarmeeude
tankhebtgevuld.
11.Alshetschermopnieuwafwisselendbovengenoemde
waardenlaatzien,isdekalibratiewaardevande
vloeistofstroomgewijzigd;schrijfditcijferopen
bewaarhet.Ditisdekalibratiewaardevanuw
spuitmachine.
12.Drukopdekalibratieknoptotdathetrodelampje
uitgaat.Ukuntdekalibratiemodusookverlatendoor
tegaanrijdenmetdespuitmachine.
Desnelheidssensorkalibreren
DesnelheidssensorvandeSprayProisindefabriekglobaal
gekalibreerd.Omdekalibratievandesnelheidssensorte
verjnen,gaatualsvolgttewerkt:
1.Controleerallebandenenbrengdezeopspanning;
zieBandenspanningcontrolereninhethoofdstuk
Onderhoudvanhetaandrijfsysteem.
2.Vuldeschoonwatertank.
3.Vuldetankvandespuitmachinevoordehelftmet
water.
4.Kieseenrecht,vlakstukgronddatovereenkomtmet
deomstandighedenvanuwgazon.
Opmerking:Eenwegofanderverhardoppervlak
ismindergeschikt,omdatditkanleidentot
onnauwkeurigewaardenalsumetdespuitmachineop
eengazonrijdt.
5.Meeteenafstandvanongeveer150meterafenmarkeer
hetbegin-enheteindpunt.
6.Plaatsdespuitmachineophetbeginpunt.
7.Zetdepompschakelaarendehoofdschakelaarvande
spuitbomenopUIT.Opdemonitormoetdemelding
'HOLD'verschijnen.
8.DraaidekeuzeschijfopAfstand.
9.DruknetzolangopdeKalibratieknopterugstellen
totdat'0'ophetschermverschijnt.
10.Drukopdehoofdschakelaarvandespuitbomen
zodatudeafstandkuntvolgenopdemonitor.Rijd
37