Operator's Manual

43
5. Als deze afstand buiten het gespecificeerde bereik valt,
moet u de contramoeren aan beide uiteinden van de
trekstangen losdraaien (Fig. 51).
2
1
m–5320
1
Figuur 51
1. Contramoer 2. Trekstang
6. Draai aan beide trekstangen om de voorzijde van het
wiel naar binnen of naar buiten te draaien.
Opmerking: De trekstangen moeten dezelfde lengte
hebben als u klaar bent.
7. Draai de contramoeren van de trekstang weer vast als de
afstelling correct is.
8. Zorg ervoor dat het stuur in beide richtingen volledig
kan uitslaan.
Onderhoud van de drijfriem
Drijfriem controleren
De conditie en de spanning van de drijfriem moeten na de
eerste gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens om
de 200 bedrijfsuren.
1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal oppervlak,
stel de parkeerrem in werking, zet de schakelhendel in
de neutraalstand, schakel de pomp uit, zet de motor af
en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Laat de drijfriem ronddraaien en controleer deze op
overmatige slijtage of beschadigingen. Vervang de riem
indien dit nodig is.
2 3
1
Figuur 52
1. Drijfriem
2. Primaire koppeling
3. Secundaire koppeling
Drijfriem vervangen
1. Laat de drijfriem over de secundaire koppeling
ronddraaien (Fig. 52).
2. Verwijder de riem van de primaire koppeling (Fig. 52).
3. Plaats de nieuwe riem op de primaire koppeling
(Fig. 52).
4. Plaats de drijfriem op de secundaire koppeling en laat
de drijfriem ronddraaien (Fig. 52).
Riem van stuurpomp
De spanning van de riem van de stuurpomp moet na de
eerste gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens om
de 100 bedrijfsuren. De riem moet een speling hebben van
5 mm als u halverwege op de riem drukt met een kracht van
22 N.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel
de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op
Uit en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Draai de bevestigingsbouten van de stuurpomp los
(Fig. 53).
2
1
3
Figuur 53
1. Riem van de stuurpomp
2. Stuurpomp
3. Bevestigingsbouten van
stuurpomp
3. Beweeg de pomp met een kracht van 22 N totdat de
riem 5 mm doorhangt en draai daarna de
bevestigingsbouten vast, te beginnen bij de bout die
zich het dichtst bij de krukas van de motor bevindt.