Operator's Manual

43
5. Reinig de binnenkant van de kap en het binnenwerk van
de koppeling grondig met perslucht.
Het stof in de koppeling verspreidt zich hierbij
door de lucht, waardoor u oogletsel kunt oplopen
of bij inhalering ademhalingsproblemen kunt
krijgen.
Draag een veiligheidsbril en een stofmasker of
andere oog- en adembescherming als u deze
werkzaamheden verricht.
Voorzichtig
6. Smeer de bewegende onderdelen in de zones die zijn
omcirkeld op Figuur 54. Gebruik hiervoor een droge
smeerspray van Toro, die verkrijgbaar is bij een erkende
Toro-dealer.
m–6989
Figuur 54
7. Plaats de kap van de koppeling en zet deze vast met de
drie bouten die u eerder hebt verwijderd.
8. Sluit de slang weer aan op voorkant van de tank
(Fig. 52).
Bougies vervangens
Vervang de bougies om de 200 bedrijfsuren. Controleer of
de elektrodenafstand correct is voordat u de bougies
monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren
van de bougies en een voelermaat voor het meten en
afstellen van de elektrodenafstand.
Type: Champion RC-12YC (of equivalent type)
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Bougie verwijderen
1. Stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet
de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
2. Maak de vergrendeling op de achterzijde van de
bestuurdersstoel los en klap deze naar voren.
3. Maak de kabels los van de bougies (Fig. 55).
4. Maak de omgeving van de bougie schoon om te
voorkomen dat er vuil in de motor komt, wat
beschadiging kan veroorzaken.
5. Verwijder de bougies en de metalen pakkingringen.
2
1
m–3246
Figuur 55
1. Bougiekabel 2. Bougie
Bougiescontroleren
1. Bekijk de binnenkant van de bougies (Fig. 56).
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor
naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt
meestal op een vuil luchtfilter.
Belangrijk Bougies nooit schoonmaken. Bougies altijd
vervangen bij een zwarte laag op de bougie, versleten
elektroden, een vettige laag op de bougie of scheuren.
2. Controleer de afstand tussen de centrale elektrode en de
massa-elektrode (Fig. 56) en verbuig de
massa-elektrode als de afstand niet correct is.
0,76 mm
2
3
1
m–3215
Figuur 56
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
3. Elektrodenafstand (niet
op schaal weergegeven)