Form No. 3442-181 Rev B Groundsmaster® 3300 of 3310 tractie-eenheid met aandrijving op alle wielen Modelnr.: 31902—Serienr.: 407200000 en hoger Modelnr.: 31903—Serienr.: 407200000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.
Brandstof tanken .............................................. 27 Veiligheidssysteem controleren ........................ 28 De rolbeugel verstellen ..................................... 29 De informatie op het weergavescherm begrijpen ....................................................... 30 Tijdens gebruik .................................................... 32 Veiligheid tijdens het werk................................. 32 Het dieselpartikelfilter en regeneratie................
Veiligheid De slangen van het koelsysteem controleren.................................................... 58 Onderhouden remmen ........................................ 58 De parkeerrem controleren en afstellen ............ 58 Onderhoud riemen .............................................. 59 Riemspanning van de wisselstroomdynamo controleren.................................................... 59 Onderhoud van de tractieriem........................... 59 Onderhoud bedieningsysteem .........................
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal106-9206 106-9206 decalbatterysymbols 1. Specificatie torsie van wielen Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Geen vonken of vuur en niet roken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4.
decal133-8062 133-8062 decal115-8155 115-8155 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik geen choke of startvloeistof. decal138-2765 138-2765 decal125-9688 125-9688 1. Uit 2. Ruitenwissers 3. Aan 4. Ruitensproeiervloeistof spuiten. decal127-0392 127-0392 1. Waarschuwing – Blijf uit de buurt van hete oppervlakken. decal132-1316 132-1316 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 6 1. Uit 3. Vaste snelheid – laag 2.
decal138-7472 138-7472 decal138-7471 138-7471 1. Motor – starten 2. Motor – lopen 3. Motor – afzetten 2. Langzaam 1. Snel 5. Duw naar beneden om het maaimes uit te schakelen. 6. Maaidek – omlaagbrengen 7. Maaidek – omhoogbrengen 4. Til omhoog om het maaimes in te schakelen. decal139-6215 139-6215 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; alle bestuurders moeten instructie hebben ontvangen voordat zij de machine bedienen. 5.
decal139-6246 139-6246 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden waarin u de machine zou gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag en op het terrein in kwestie kunt gebruiken.
decal140-6632 140-6632 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekering. 4. Ventilator en cabinelampje (40 A) 2. Koppeling airconditioning en condensatorventilator (25 A) 5. Voorkant van de machine 3. Ruitensproeier (20 A) decal140-1460 140-1460 1. Om de machine vooruit te rijden, drukt u vooraan op het pedaal. 3. Trap het kantelpedaal in om het stuur aan te passen. 2. Om de machine achteruit te rijden, drukt u achteraan op het pedaal. decal144-0472 144-0472 1.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 2 3 Geen onderdelen vereist – De machine uit de transportcontainer nemen (uitsluitend model 31902). Achterwiel Wielmoer 2 8 De achterwielen monteren (alleen voor model 31902). Geen onderdelen vereist – De voorwielen verwijderen (alleen voor model 31902).
Procedure Hoeveelheid Omschrijving 14 CE-set (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro-distributeur) 15 Achtergewicht (hoeveelheid is afhankelijk van uw model) 16 Geen onderdelen vereist 1 Gebruik De CE-set monteren (voor gebruik in landen die de CE-normen naleven). Het achtergewicht plaatsen (alleen voor model 31902 uitgerust met de klepelmaaier of rolbezem). – 1 De gewichtsoverbrengingsdruk afstellen (indien nodig).
3 4 De voorwielen verwijderen De hefarm monteren Uitsluitend model 31902 Uitsluitend model 31902 Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rechter hefarm Procedure 1 Linker hefarm Opmerking: U moet deze procedure uitvoeren om 2 Grote pen de hefarmen juist te monteren. 2 Bout (⅜" x 2¾") Plaats kriksteunen onder de framebuizen van de voorzijde om de voorwielen omhoog te brengen; zie De voorkant van de machine omhoog brengen (bladz. 44).
4. A. Gebruik 2 moeren (⅜") en 2 bouten (⅜" x 2¾") om de grote pennen aan het frame te bevestigen (Figuur 6). Plaats een opvangbak onder het hydraulische verdeelstuk (afgebeeld in Figuur 8). Opmerking: Er zal een kleine hoeveelheid hydraulische vloeistof moeten worden onttrokken om de hefcilinders manueel in te trekken. g295767 Figuur 6 Rechterkant getoond. 1. Moer 2. Grote pen 3. Bout g299920 Figuur 8 5.
Opmerking: Breng de hefarm volledig omhoog als hulp bij de uitlijning. g299550 Figuur 11 1. Wielnaaf 2. Band g312026 3. Wielmoer Figuur 10 1. Bout (⅜" x 1¼") 3. Cilinderstang 2. Kleine pen 4. Moer (⅜") D. Gebruik 2 bouten (⅜" x 1¼"), 2 moeren (⅜") en 2 kleine pennen om de hefarmen aan de cilinders te monteren (Figuur 10). E. Draai de wartelmoer van de slang op de poortC1 (Figuur 9) vast met een torsie van 41 N·m. 2. Draai de wielmoeren aan; zie Wielmoeren aandraaien (bladz. 55).
g299562 Figuur 12 1. Bevestigingsbeugel 3. Moer (⅜") 2. Bout (⅜" x 3¼") 7 De stoel monteren g307379 Figuur 13 Uitsluitend model 31902 Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 1. Kap 4. Stuur 2. Nylock moer 5. Schuimrubberen kraag 3. Ring Set met stoel (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro-distributeur) 2. Procedure Opmerking: Controleer of de schuimrubberen kraag op de stuuras zit (Figuur 13). Monteer de stoel; raadpleeg de Montage-instructies van de set met stoel.
9 De bumper monteren Uitsluitend model 31902 Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Bumper 2 Bout (⅜" x 2¾") 4 Bout (⅜" x 3¼") 6 Moer (⅜") Procedure 1. Verwijder de bumper van de transportsteun. 2. Gebruik 4 bouten (⅜" x 3¼") en 4 moeren (⅜") om het bovenste gedeelte van de bumper aan het machineframe te bevestigen (Figuur 14). g302775 Figuur 14 1. Bout (⅜" x 3¼") 3. Bout (⅜" x 2¾") 2. Bumper 3.
11 12 Het werktuig monteren De vloeistofniveaus controleren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Werktuig (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro-distributeur) Geen onderdelen vereist 2 Bout (5/16" x 2") 2 Moer (5/16") Procedure Controleer het peil van de volgende vloeistoffen voordat u de motor voor de eerste keer start: Procedure • Controleer het oliepeil in de motor; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 47). Monteer het frontwerktuig (bv.
14 De CE-set monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 CE-set (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro-distributeur) Procedure g320687 Figuur 16 Als u deze machine gebruikt in een land waar de CE-normen gelden, moet u de CE-set monteren; raadpleeg de Montage-instructies van de set. 1. Stang van gewichtvergrendeling 3. Gewicht 2. Moer 15 2. Plaats 1 achtergewicht op de bumper zoals getoond in Figuur 16.
moet u de hydraulische gewichtsoverbrengingdruk verlagen met het hydraulische verdeelstuk. Opmerking: Als de zwenkwielen van het werktuig of de voorste rand van de sneeuwfrees boven de grond zweven, is de hydraulische druk van de gewichtsoverbrengingsklep te hoog.
12. Algemeen overzicht van de machine Verwijder de drukmeter van de testpoort. g219621 Figuur 19 1. Maaidek 7. Rolbeugel 2. Tractiepedaal 8. Motorkap/motorcompartiment 3. Hydraulische vloeistoftank 9. Accu 4. Stuurwiel 5. Bedieningspaneel 10. Brandstoftank 11. Parkeerrem 6. Bestuurdersstoel 12. Aftakas Bedieningsorganen Tractiepedaal Opmerking: Stel de stand van de stoel in voordat u de machine gebruikt.
Voor maximaal vermogen bij een zware last of het oprijden van een heuvel zet u de gashendel op SNEL terwijl u het tractiepedaal licht indrukt om het motortoerental (tpm) hoog te houden. Als het motortoerental snel terugvalt, laat u het tractiepedaal iets los zodat het motortoerental weer kan toenemen. g219574 Figuur 21 1. UITGESCHAKELDE stand 2. INGESCHAKELDE stand g219608 Figuur 20 1. Hendel om stuurwiel te verstellen • De parkeerrem uitschakelen: Gebruik uw duim 2.
Contactschakelaar De contactschakelaar heeft 3 standen: UIT, AAN/VOORGLOEIEN en START . Gebruik de schakelaar om de motor te starten of uit te schakelen [zie Starten van de motor (bladz. 37) of De motor afzetten (bladz. 37)] of om de informatie van het weergavescherm te bekijken [zie De informatie op het weergavescherm begrijpen (bladz. 30)]. Gasbedieningsschakelaar Gebruik de schakelaar om het motortoerental te regelen.
Cabineknoppen Machines uitgerust met een cabine g320790 Figuur 23 1. Ruitenwisserschakelaar 2. Knop ventilatorregeling 4. Lichtschakelaar 5. Knop temperatuurregeling 3. Recirculatiekanalen 6. Aircoschakelaar Ruitenwisserschakelaar Gebruik de schakelaar (Figuur 23) om de ruitenwissers in of uit te schakelen. Ventilatorregelingsknop Draai aan de ventilatorregelingsknop (Figuur 23) om de snelheid van de ventilator te regelen.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Beschrijving Figuur 24 referentie Afmetingen of gewicht Hoogte met rolbeugel omhooggeklapt D 200 cm Hoogte met rolbeugel omlaag C 111 cm Hoogte met cabine J 226 cm Met uitgerust werktuig F Maximaal 312 cm Enkel tractie-eenheid. H Maximaal 253 cm Met uitgerust werktuig G Maximaal 332 cm Enkel tractie-eenheid. I Maximaal 272 cm B Zie Specificaties breedte (bladz. 25).
Gebruiksaanwijzing • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een afgesloten ruimte. • Bewaar de machine en het brandstofvat niet Voor gebruik op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn. Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk • Probeer de motor niet te starten als u brandstof hebt gemorst; voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen.
Gebruik bij temperaturen boven -7 °C zomer- in plaats van winterdieselbrandstof om de brandstofpomp langer te laten meegaan en meer vermogen te ontwikkelen. Controleer de luchtdruk in alle banden voordat u de machine gebruikt. Biodiesel Deze machine kan ook gebruik maken van een dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80% diesel).
VOORZICHTIG Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. • Controleer elke dag de werking van de interlockschakelaars en vervang beschadigde schakelaars voordat u de machine weer in gebruik neemt. 1. Zet de AFTAKAS schakelaar UIT en haal uw voet van het tractiepedaal. 2. Draai de contactschakelaar naar de START -stand.
De rolbeugel verstellen WAARSCHUWING Als de machine kantelt, kan dat lichamelijk of dodelijk letsel tot gevolg hebben. • Houd de rolbeugel in de omhooggeklapte, geborgde stand. g034169 • Gebruik de veiligheidsgordel. WAARSCHUWING Er is geen omkantelbeveiliging als de rolbeugel omlaag is geklapt. • Gebruik de machine niet op oneffen terrein of op een heuvel met een omlaaggeklapte rolbeugel. • Klap de rolbeugel uitsluitend omlaag als dit absoluut noodzakelijk is.
g297898 Figuur 30 1. Weergavescherm 2. Knop van het weergavescherm • Om naar het hoofdmenu te gaan: Houd de knop van het weergavescherm ingedrukt tot de menu-opties op het scherm verschijnen. g034168 • Om een menu-optie te selecteren: Druk snel Figuur 28 twee keer op de knop van het weergavescherm. U kunt deze actie ook uitvoeren om te wisselen bij een optie (bv. wisselen tussen Engelse of metrische eenheden in het scherm INSTELLINGEN).
Hoofdmenu (cont'd.) DIAGNOSTIEK Instellingen (cont'd.) Geeft de verschillende huidige statussen en gegevens van de machine weer. U kunt deze informatie gebruiken om bepaalde problemen op te lossen, omdat het menu snel laat zien welke bedieningsorganen van de machine aan/uit zijn en controleniveaus weergeeft (bv. sensorwaarden). INSTELLINGEN Hier kunt u het InfoCenter-scherm configureren en aan uw voorkeuren aanpassen. Raadpleeg de tabel Instellingen (bladz. 31).
snel op de knop van het weergavescherm om naar het volgende cijfer te gaan. Pictogrammen van het weergavescherm (cont'd.) 4. De bestuurder moet op de stoel zitten Nadat alle vier cijfers zijn ingevoerd, drukt u één keer op de knop van het weergavescherm om de pincode in te geven. Als de pincode juist is ingevoerd, zal het pictogram van de pincode bovenaan rechts van alle menuschermen verschijnen.
• Stop de maaimessen als u niet daadwerkelijk • • • • • • • • • maait. Stop de machine, verwijder het sleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u het werktuig controleert nadat u een voorwerp heeft geraakt of de machine abnormaal begint te trillen. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt. Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt met de machine.
• Gebruik de juiste motorolie. • Laat de motor zo weinig mogelijk stationair • Neem de hieronder genoemde instructies voor gebruik van de machine op hellingen door en ga na na of u de machine in de specifieke situatie op het betreffende terrein kunt gebruiken. Veranderingen in het terrein kunnen tot gevolg hebben dat de machine anders reageert op hellingen. draaien. • Gebruik alleen diesel met ultralaag zwavelgehalte. Houd bij het gebruik en onderhoud van uw machine rekening met de werking van het DPF.
Soorten DPF-regeneratie Voor de onderstaande soorten regeneratie moet de machine worden geparkeerd: (cont'd.) DPF-regeneratie terwijl de machine in bedrijf is: Type regeneratie Reset Omstandigheden die leiden tot regeneratie van het dieselpartikelfilter Proces Eens om de 100 bedrijfsuren • Wanneer het pictogram hoge uitlaattemperatuur Doet zich ook voor als de motor tijdens bedrijf de toegelaten hoeveelheid roetafzetting in het filter overschrijdt.
De menu’s DPF Regeneration gebruiken 2. Rij de machine naar buiten op een plaats vrij van ontvlambare materialen of voorwerpen die beschadigd kunnen worden door hitte. Naar de menu’s DPF Regeneration gaan 3. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 4. Schakel de aftakas uit en laat werktuigen neer (indien aanwezig). 5. Stel de parkeerrem in werking. 6. Zet de gashendel op LAAG STATIONAIR . 7.
9. Resetten van de aftakasaandrijving Het InfoCenter toont het hoofdscherm en het pictogram ‘regeneratie toegestaan’ . Opmerking: Als u de bestuurderstoel verlaat terwijl Opmerking: Terwijl de DPF-regeneratie bezig de aftakasschakelaar op AAN staat, zal de motor automatisch worden uitgeschakeld. is, wordt het pictogram hoge uitlaattemperatuur Doe het volgende om de aftakasaandrijving te resetten: weergegeven in het InfoCenter. 10.
Onderhoud van de maai-eenheid WAARSCHUWING Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. U kunt de maai-eenheid draaien van de TRANSPORTSTAND (A in Figuur 31) naar de ONDERHOUDSSTAND (B in Figuur 31). Gebruik de ONDERHOUDSSTAND om de messen van de maai-eenheid te onderhouden of schoon te maken onder de maai-eenheid; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid.
g298277 Figuur 35 2. g298275 Figuur 33 g298276 Figuur 34 De maai-eenheid draaien naar de TRANSPORTSTAND Voer deze procedure uit om de maai-eenheid te draaien van de ONDERHOUDSSTAND naar de TRANSPORTSTAND . 1. Zet de vergrendeling van de maai-eenheid vrij van de bevestigingsbeugel (Figuur 35) door de maai-eenheid lichtjes een beetje naar voren te draaien (zie Figuur 33) en de vergrendelhandgreep naar voren te trekken.
1. Verkrijg toegang tot de omloopklep van onder de machine. g297087 Figuur 37 1. Tractiepomp 2. 2. Omloopklep Gebruik een ringsleutel van 18 mm om de omloopklep los te draaien, en open de klep dan maximaal 3 slagen. Belangrijk: U mag de motor niet starten of laten draaien met de klep in de omloopstand. 3. De machine transporteren g298288 Figuur 36 1. Plaat van hefarm Na het slepen en voordat u de motor start, draait u de omloopklep vast met een torsie van 20 N·m.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Veiligheid bij onderhoud • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. – Schakel de aftakas uit en laat de werktuigen zakken. – Stel de parkeerrem in werking.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • Wielmoeren aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Wielmoeren aandraaien. • De riemspanning van de wisselstroomdynamo controleren. Na de eerste 50 bedrijfsuren • De riemspanning van de wisselstroomdynamo controleren. Na de eerste 1000 bedrijfsuren Bij elk gebruik of dagelijks • De hydraulische vloeistof verversen en het hydraulische filter vervangen. • • • • • De bandenspanning controleren.
Belangrijk: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van interlockschakelaars controleren. Controleer of de rolbeugel volledig omhooggeklapt en geborgd is. Werking van de parkeerrem controleren. Brandstofpeil controleren. Motoroliepeil controleren.
Procedures voorafgaande aan onderhoud De machine opkrikken 2. Plaats de krik onder het gewenste krikpunt. 3. Wanneer u de voorkant van de machine opgekrikt hebt, plaatst u een geschikte kriksteun onder het machineframe om de machine te ondersteunen. De achterkant van de machine omhoog brengen GEVAAR Belangrijk: Zorg ervoor dat er geen kabels of Een mechanische of hydraulische krik kan een machine niet altijd dragen. Als de machine dan valt, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
De motorkap omhoogtillen 1. Smering Maak de banden los aan weerszijden van de machine (Figuur 40). Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Smeer de aandrijfas van de aftakas (kruislagers en uitschuifbare sleuven) Om de 50 bedrijfsuren—Lagers en lagerbussen smeren. De machine is voorzien van smeerpunten die u regelmatig moet smeren met nr. 2 lithiumvet. Belangrijk: Smeer de machine onmiddellijk na elke wasbeurt.
g303694 Figuur 42 1. Smeernippels g308668 Figuur 43 • Draaipen van as (Figuur 43) 1. Draaipen van as • Voorzijde van de machine (Figuur 44): – Penkoppelingen van werktuig (2) – Lagerbussen van hefcilinder (2) – Penkoppelingen van hefarm (2) g285509 Figuur 44 Voorzijde van de machine 1. Penkoppelingen van werktuig 3. Penkoppelingen van hefarm 2.
g285510 Figuur 45 Achterkant van de machine (bumper verwijderd) 1. Asnaven 3. Uiteinden van spoorstang 2. Kogelverbinding van stuurcilinder Onderhoud motor Toro Premium motorolie is verkrijgbaar bij uw erkende Toro-distributeur, met een viscositeit van 15W-40 of 10W-30. Veiligheid van de motor • Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het Het motoroliepeil controleren contact voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie.
2. Controleer het oliepeil in de motor; zie Figuur 46. g031256 Figuur 46 g297639 Figuur 47 4. Motorolie verversen en filter vervangen Opmerking: Controleer of de pakking van het Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren 1. Start de motor en laat deze 5 minuten lopen zodat de olie warm wordt. 2.
Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer de indicator voor verstopping in het luchtfilter en vervang indien nodig de filterelementen. Om de 250 bedrijfsuren—Vervang het luchtfilterelement. Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang de luchtfilterbehuizing als deze is beschadigd. Controleer het luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse slangklemmen.
Onderhoud brandstofsysteem GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. Rook nooit als u aan het werken bent met benzine en blijf uit de buurt van open vuur of plaatsen waar de kans bestaat dat benzinedampen door een vonk kunnen ontbranden.
Onderhoud van brandstof/waterafscheider Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Vervang de brandstof/waterafscheider zoals wordt getoond in Figuur 51. g309237 Figuur 53 1. Kop van brandstoffilter 2. Brandstoffilter 2. Verwijder het filter en reinig het filterkopplaatsingsoppervlak (Figuur 53). 3. Smeer de filterpakking met schone motorolie; raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor meer informatie. 4.
De accu afkoppelen Onderhoud elektrisch systeem WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de , waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.
De accu aansluiten De accu verwijderen of installeren WAARSCHUWING De accu wordt in de bak geborgd met een houder (Figuur 57). Zet het bevestigingsmateriaal van de houder los om de accu te verwijderen; draai het opnieuw aan bij de montage van de accu. Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. Opmerking: Zie Toegang tot de accu (bladz.
accupolen en de kabelklemmen om corrosie te voorkomen. C. Schuif het rubberen isolatorkapje over de pluspool van de accu heen. D. Sluit het accudeksel. De zekeringen vinden De zekeringen van de tractie-eenheid vinden Verwijder het bedieningspaneel om bij de zekeringen van de tractie-eenheid te komen (Figuur 58). g289587 Figuur 59 Opmerking: De zekeringensticker van de tractie-eenheid bevindt zich aan de andere kant van het bedieningspaneel.
Onderhoud aandrijfsysteem Wielmoeren aandraaien Onderhoudsinterval: Na het eerste bedrijfsuur Na de eerste 10 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren Aantrekkoppel van de wielmoeren: 102-108 N∙m Draai de wielmoeren van de voor- en achterwielen aan (alleen voor machines met vierwielaandrijving) volgens het patroon dat wordt getoond in Figuur 62 en Figuur 63 met de aangegeven torsie. g285656 Figuur 60 1. Deksel van zekeringkast 3. Zekeringen van cabine • Voorwielen: zie Figuur 62 2.
De aandrijfas van de aftakas Onderhoud koelsysteem uitlijnen Veiligheid van het Als u het uitschuifbare uiteinde van de aandrijfas van de aftakas scheidt van het koppelinguiteinde, moet u koelsysteem ervoor zorgen dat de pijlen uitgelijnd zijn (Figuur 64) • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging als u het uitschuifbare uiteinde monteert. Belangrijk: Als de pijlen op de aandrijfas niet uitgelijnd zijn, kan er ernstige onevenwichtigheid optreden in het aandrijvingssysteem.
Luchtinlaatrooster van de motorkap controleren deze zones vaker schoon in vuile of stoffige omstandigheden). Om de 1500 bedrijfsuren—Motorkoelvloeistof verversen Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Wanneer de motor koud is, mag het peil van de koelvloeistof niet hoger reiken dan de KOUD-MARKERKING op de zijkant van de expansietank (Figuur 65). Wanneer de motor warm is, mag het peil van de koelvloeistof niet hoger reiken dan de VOL-MARKERING (WARM).
Onderhouden remmen De parkeerrem controleren en afstellen Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren De parkeerrem controleren 1. Plaats 2 kriksteunen onder de voorkant van de machine; zie De voorkant van de machine omhoog brengen (bladz. 44). 2. Verwijder de voorwielen. 3. Zet de parkeerrem in de UITGESCHAKELDE stand; zie Parkeerrem (bladz. 21). 4. Verwijder de remtrommels (Figuur 68) manueel. g299819 Figuur 67 1.
Onderhoud riemen Riemspanning van de wisselstroomdynamo controleren. Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren Bij een correcte spanning heeft de riem een speling van 10 mm als u halverwege tussen de poelies op de riem drukt met een kracht van 4,5 kg. g299613 Figuur 69 Voer de volgende stappen uit als de speling geen 10 mm bedraagt: 1. Contramoeren 4. Maak de bovenste contramoeren los zodat er een afstand van 3,2 mm tot 4,8 mm ontstaat. 5.
Vervang de riem als deze overmatig versleten of beschadigd is; zie De tractieriem vervangen (bladz. 60). De tractieriem vervangen g300592 Figuur 72 1. Kabelboom van koppeling 3. Bout, ring en moer 2. Rubberen band g300570 3. Figuur 71 1. Tractieriem 4. Spanpoelie De rubberen band bevat een afstandsstuk; zorg ervoor dat dit niet verloren raakt. 2. Steek hier een ratelsleutel. 5. Motorpoelie 3. Poelie van de pomp 4.
7. Onderhoud bedieningsysteem Sluit de connector van de kabelboom van de koppeling aan op de machinekabelboom. De opening van de koppeling van de aftakas afstellen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren 1. Laat de motor afkoelen. 2. Til de motorkap op. 3. Stel de elektrodenafstand zodanig in dat u een lichte druk voelt als u een voelermaat van 0,3 mm tussen de koppelingsvoering en de frictieplaat schuift (Figuur 73).
De aanslag van het tractiepedaal afstellen U kunt het tractiepedaal afstellen overeenkomstig de wensen van de bestuurder of om de maximale voorwaartse snelheid van de machine te verminderen. 1. Beweeg het tractiepedaal volledig naar voren (Figuur 74). Opmerking: Het tractiepedaal moet de aanslag van het tractiepedaal raken voordat voordat de pomp een volledige slag aflegt. g320591 Figuur 75 1. Contramoer (onderkant van de voetsteunplaat) C. Beweeg het tractiepedaal helemaal naar voren (Figuur 74). D.
Onderhoud hydraulisch systeem door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen. Veiligheid van het hydraulische systeem ISO VG 46 slijtagewerende hydraulische vloeistof met hoge viscositeitsindex/laag stolpunt • Waarschuw onmiddellijk een arts als er Materiaaleigenschappen: hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid.
g286314 Figuur 77 6. g285821 Figuur 76 3. Verwijder de peilstok uit de hydraulische tank en veeg hem af met een schone doek (Figuur 76). 4. Steek de peilstok in de hydraulische tank. 7. 5. Verwijder de peilstok en controleer het vloeistofpeil (Figuur 77). 8. Als het vloeistofpeil zich onder de juiste onderste markering op de peilstok bevindt (naargelang uw uitgeruste werktuig; zie stap 5), moet u de gespecificeerde hydraulische vloeistof bijvullen in de tank.
Om de 1000 bedrijfsuren—Vervang het hydraulische filter (als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt). 6. Plaats een opvangbak onder het filter (Figuur 78), verwijder het filter en laat resterende olie lekken in de bak. Om de 2000 bedrijfsuren—Ververs de hydraulische vloeistof (als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt). 7. Smeer de nieuwe filterpakking en vul het filter met hydraulische vloeistof. 8.
Onderhoud van de cabine De cabine reinigen Belangrijk: Wees voorzichtig in de buurt van de afdichtingen van de cabine (Figuur 79). Als u een hogedrukreiniger gebruikt, houd de spuitstok dan minstens 0,6 m van de machine vandaan. Richt de hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de afdichtingen van de cabine of onder de overhang aan de achterzijde. g251432 Figuur 80 1. Filter 2. Knop 3. Rooster 2. Verwijder de luchtfilters van de cabine. 3.
Het reservoir voor de ruitenwisservloeistof vullen Opmerking: Het reservoir voor de ruitenwisservloeistof bevindt zich naast de motor aan de rechterkant van de machine. 1. Verwijder de dop (Figuur 83) op het reservoir. g032951 Figuur 81 1. Grendelplaat 3. Schermafdekking 2. Condensatorfilter Het cabinelampje vervangen Opmerking: Raadpleeg de Onderdelencatalogus voor het onderdeelnummer van het lampje. 1.
Stalling Veiligheid tijdens opslag • Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn.
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Toro garantie Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.