Form No. 3447-304 Rev A Groundsmaster® 3300 of 3310 tractie-eenheid met aandrijving op alle wielen Modelnr.: 31902—Serienr.: 409300000 en hoger Modelnr.: 31903—Serienr.: 408000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.
Brandstof tanken .............................................. 30 Veiligheidssysteem controleren ........................ 31 De rolbeugel verstellen ..................................... 32 De informatie op het weergavescherm begrijpen ....................................................... 33 Tijdens gebruik .................................................... 35 Veiligheid tijdens het werk................................. 35 Het dieselpartikelfilter en regeneratie................
Veiligheid De koelribben controleren................................. 62 De slangen van het koelsysteem controleren.................................................... 63 Onderhouden remmen ........................................ 63 De parkeerrem controleren en afstellen ............ 63 Onderhoud riemen .............................................. 64 Riemspanning van de wisselstroomdynamo controleren.................................................... 64 Onderhoud van de tractieriem.....................
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Geen vonken of vuur en niet roken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6.
decal115-8155 115-8155 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik geen choke of startvloeistof. Alleen voor model met cabine decal125-9688 125-9688 1. Uit 2. Ruitenwissers decal130-0594 130-0594 Alleen voor model met cabine 3. Aan 4. Ruitensproeiervloeistof spuiten. 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; draag altijd een veiligheidsgordel als u in de cabine zit; draag gehoorbescherming. decal127-0392 127-0392 decal132-1316 1.
decal138-7472 138-7472 decal138-7471 138-7471 1. Motor – starten 2. Motor – lopen 3. Motor – afzetten 2. Langzaam 1. Snel 5. Duw naar beneden om het maaimes uit te schakelen. 6. Maaidek – omlaagbrengen 7. Maaidek – omhoogbrengen 4. Til omhoog om het maaimes in te schakelen. decal139-6215 139-6215 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; alle bestuurders moeten instructie hebben ontvangen voordat zij de machine bedienen. 5.
decal139-6218 139-6218 1. Lees de Gebruikershandleiding. decal140-1460 140-1460 1. Om de machine vooruit te rijden, drukt u vooraan op het pedaal. 3. Trap het kantelpedaal in om het stuur aan te passen. 2. Om de machine achteruit te rijden, drukt u achteraan op het pedaal. decal139-6224 139-6224 1. Parkeerrem – vrijgesteld 2. Parkeerrem – ingeschakeld decal140-3126 decal139-6304 140-3126 139-6304 1.
decal140-6632 140-6632 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekering. 4. Ventilator en cabinelampje (40 A) 2. Koppeling airconditioning en condensatorventilator (25 A) 5. Voorkant van de machine 3. Ruitensproeier (20 A) decal144-3952 144-3952 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 2 3 Geen onderdelen vereist – De machine uit de transportcontainer nemen (uitsluitend model 31902). Achterwiel Wielmoer 2 8 De achterwielen monteren (alleen voor model 31902). Geen onderdelen vereist – De voorwielen verwijderen (alleen voor model 31902).
Procedure Hoeveelheid Omschrijving 14 CE-set (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro-distributeur) 15 Gewicht – 19 kg [hoeveelheid is afhankelijk van uw model] Gewicht – 6 kg [hoeveelheid is afhankelijk van uw model] 16 Geen onderdelen vereist 1 Gebruik De CE-set monteren (voor gebruik in landen die de CE-normen naleven). Het achtergewicht plaatsen (indien nodig). – 1 De gewichtsoverbrengingsdruk afstellen (indien nodig).
3 4 De voorwielen verwijderen De hefarm monteren Uitsluitend model 31902 Uitsluitend model 31902 Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rechter hefarm Procedure 1 Linker hefarm Opmerking: U moet deze procedure uitvoeren om 2 Grote pen de hefarmen juist te monteren. 2 Bout (⅜" x 2¾") Plaats kriksteunen onder de framebuizen van de voorzijde om de voorwielen omhoog te brengen; zie De voorkant van de machine omhoog brengen (bladz. 48).
4. A. Gebruik 2 moeren (⅜") en 2 bouten (⅜" x 2¾") om de grote pennen aan het frame te bevestigen (Figuur 6). Plaats een opvangbak onder het hydraulische verdeelstuk (afgebeeld in Figuur 8). Opmerking: Er zal een kleine hoeveelheid hydraulische vloeistof moeten worden onttrokken om de hefcilinders manueel in te trekken. g295767 Figuur 6 Rechterkant getoond. 1. Moer 2. Grote pen 3. Bout g299920 Figuur 8 5.
Opmerking: Breng de hefarm volledig omhoog als hulp bij de uitlijning. g299550 Figuur 11 1. Wielnaaf 2. Band g312026 3. Wielmoer Figuur 10 1. Bout (⅜" x 1¼") 3. Cilinderstang 2. Kleine pen 4. Moer (⅜") D. Gebruik 2 bouten (⅜" x 1¼"), 2 moeren (⅜") en 2 kleine pennen om de hefarmen aan de cilinders te monteren (Figuur 10). E. Draai de wartelmoer van de slang op poort C1 (Figuur 9) vast met een torsie van 41 N·m. 2. Draai de wielmoeren aan; zie Wielmoeren aandraaien (bladz. 60).
g299562 Figuur 12 1. Bevestigingsbeugel 3. Moer (⅜") 2. Bout (⅜" x 3¼") 7 De stoel monteren g307379 Figuur 13 Uitsluitend model 31902 Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 1. Kap 4. Stuur 2. Nylock moer 5. Schuimrubberen kraag 3. Ring Set met stoel (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro-distributeur) 2. Procedure Opmerking: Controleer of de schuimrubberen kraag op de stuuras zit (Figuur 13). Monteer de stoel; raadpleeg de Montage-instructies van de set met stoel.
9 De bumper monteren Uitsluitend model 31902 Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Bumper 2 Bout (⅜" x 2¾") 4 Bout (⅜" x 3¼") 6 Moer (⅜") Procedure 1. Verwijder de bumper van de transportsteun. 2. Bevestig het bovenste gedeelte van de bumper losjes aan het machineframe; gebruik hierbij 4 bouten (⅜" x 3¼") en 4 moeren (⅜") zoals wordt getoond in Figuur 14. g302775 Figuur 14 1. Bout (⅜" x 3¼") 3. Bout (⅜" x 2¾") 2. Bumper 16 3.
10 De accu aansluiten Uitsluitend model 31902 Geen onderdelen vereist Procedure Sluit de accu aan; zie De accu aansluiten (bladz. 57). g340623 Figuur 15 11 1. Tapbout 4. Borgmoer 2. Aandrijfasjuk 5. Voorzijde van de machine 3. Bevestigingsbeugel van de stuurklep Het werktuig monteren 2. Zorg ervoor dat de aftakas uitgelijnd is; zie De aandrijfas van de aftakas uitlijnen (bladz. 60). 3.
• Controleer het oliepeil in de motor; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 52). • Controleer het peil van de koelvloeistof; zie Het koelsysteem en koelvloeistofpeil controleren (bladz. 61). • Controleer het peil van de hydraulische vloeistof; zie Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 68). 13 De bandenspanning controleren Geen onderdelen vereist Procedure Controleer de bandenspanning; zie Bandenspanning controleren (bladz. 29).
15 Het achtergewicht plaatsen Benodigde onderdelen voor deze stap: Gewicht – 19 kg [hoeveelheid is afhankelijk van uw model] Gewicht – 6 kg [hoeveelheid is afhankelijk van uw model] Raadpleeg de volgende tabel voor het gewicht dat wordt meegeleverd met elke machine: Model Meegeleverd achtergewicht 31902 0 gewichten 31903 5 gewichten (19 kg elk) en 2 gewichten (6 kg) Het vereiste achtergewicht bepalen Zorg ervoor dat uw machine beschikt over de minimale hoeveelheid achtergewichten voor uw combinatie v
Minimaal vereist achtergewicht Aantal vereiste gewichten 19 kg Modelnummer van tractie-eenheid 31902 6 kg Modelnummer(s) of naam van werktuig Totaal 31970, 31971, 31974 0 0 0 31970, 31971, 31974 en zonnescherm 0 0 0 31972, 31973, 31975 0 0 0 31972, 31973, 31975 en zonnescherm 1 0 1 02835 1 0 1 02835 en zonnescherm 1 0 1 M-B rolbezem 1 0 1 5 2 7 31970, 31971 31972, 31973 31903 02835 MSC23345 M-B rolbezem Erskine sneeuwfrees Vereist achtergewicht voor verbeterde prestatie
Gewichten van 19 kg toevoegen 1. Maak het bevestigingsmateriaal los waarmee de stang van de gewichtvergrendeling aan de bumper is bevestigd. g320687 Figuur 18 1. Stang van gewichtvergrendeling 3. Gewicht – 19 kg 2. Moer 2. 3. Voeg de vereiste hoeveelheid gewichten toe. Maak het bevestigingsmateriaal van de stang van de gewichtvergrendeling vast om het gewicht aan de bumper te bevestigen. Gewichten van 6 kg toevoegen 1.
3. 16 Zoek het hefverdeelstuk onder de machine (Figuur 20). De gewichtsoverbrenging van het werktuig afstellen Geen onderdelen vereist Procedure Voer deze procedure alleen uit als u een werktuig anders dan de standaard cirkelmaaidekken (bv. sneeuwfrees, mes of klepel) monteert. U kunt de hydraulische druk voor de gewichtsoverbrenging van het werktuig naar de tractie-eenheid wijzigen door de gewichtsoverbrengingsklep van het hydraulische verdeelstuk in te stellen.
8. Algemeen overzicht van de machine Stel de klep van het tegengewicht van de gewichtsoverbrengingsspoel in met een dopsleutel totdat de meter de gewenste druk aangeeft; raadpleeg de volgende tabel voor de aanbevolen drukinstelling van het werktuig. • Draai de instelschroef rechtsom om de druk te verhogen. • Draai de instelschroef linksom om de druk te verlagen.
Voor maximaal vermogen bij een zware last of het oprijden van een heuvel zet u de gashendel op SNEL terwijl u het tractiepedaal licht indrukt om het motortoerental (tpm) hoog te houden. Als het motortoerental snel terugvalt, laat u het tractiepedaal iets los zodat het motortoerental weer kan toenemen. g219574 Figuur 24 1. UITGESCHAKELDE stand 2. INGESCHAKELDE stand g219608 Figuur 23 1. Hendel om stuurwiel te verstellen • De parkeerrem uitschakelen: Gebruik uw duim 2.
Contactschakelaar De contactschakelaar heeft 3 standen: UIT, AAN/VOORGLOEIEN en START . Gebruik de schakelaar om de motor te starten of uit te schakelen [zie Starten van de motor (bladz. 40) of De motor afzetten (bladz. 40)] of om de informatie van het weergavescherm te bekijken [zie De informatie op het weergavescherm begrijpen (bladz. 33)]. Gasbedieningsschakelaar Gebruik de schakelaar om het motortoerental te regelen.
Cabineknoppen Machines uitgerust met een cabine g320790 Figuur 26 1. Ruitenwisserschakelaar 2. Knop ventilatorregeling 4. Lichtschakelaar 5. Knop temperatuurregeling 3. Recirculatiekanalen 6. Aircoschakelaar Ruitenwisserschakelaar Gebruik de schakelaar (Figuur 26) om de ruitenwissers in of uit te schakelen. Ventilatorregelingsknop Draai aan de ventilatorregelingsknop (Figuur 26) om de snelheid van de ventilator te regelen.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Beschrijving Figuur 27 referentie Afmetingen of gewicht Hoogte met rolbeugel omhooggeklapt D 200 cm Hoogte met rolbeugel omlaag C 111 cm Hoogte met cabine J 226 cm Met uitgerust werktuig F Maximaal 312 cm Enkel tractie-eenheid. H Maximaal 253 cm Met uitgerust werktuig G Maximaal 332 cm Enkel tractie-eenheid. I Maximaal 272 cm B Zie Specificaties (bladz. 27).
Gebruiksaanwijzing • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een • Voor gebruik Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk • Algemene veiligheid Dagelijkse controle van de machine • Laat kinderen of personen die geen instructie • • • • • • hebben ontvangen, de machine nooit gebruiken of onderhoudswerkzaamheden daaraan verrichten. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt.
Gebruik bij temperaturen boven -7 °C zomer- in plaats van winterdieselbrandstof om de brandstofpomp langer te laten meegaan en meer vermogen te ontwikkelen. Controleer de luchtdruk in alle banden voordat u de machine gebruikt. Biodiesel Deze machine kan ook gebruik maken van een dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80% diesel).
VOORZICHTIG Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. • Controleer elke dag de werking van de interlockschakelaars en vervang beschadigde schakelaars voordat u de machine weer in gebruik neemt. 1. Zet de AFTAKAS schakelaar UIT en haal uw voet van het tractiepedaal. 2. Draai de contactschakelaar naar de START -stand.
De rolbeugel verstellen WAARSCHUWING Als de machine kantelt, kan dat lichamelijk of dodelijk letsel tot gevolg hebben. • Houd de rolbeugel in de omhooggeklapte, geborgde stand. g034169 • Gebruik de veiligheidsgordel. WAARSCHUWING Er is geen omkantelbeveiliging als de rolbeugel omlaag is geklapt. • Gebruik de machine niet op oneffen terrein of op een heuvel met een omlaaggeklapte rolbeugel. • Klap de rolbeugel uitsluitend omlaag als dit absoluut noodzakelijk is.
g297898 Figuur 33 1. Weergavescherm 2. Knop van het weergavescherm • Om naar het hoofdmenu te gaan: Houd de knop van het weergavescherm ingedrukt tot de menu-opties op het scherm verschijnen. g034168 • Om een menu-optie te selecteren: Druk snel Figuur 31 twee keer op de knop van het weergavescherm. U kunt deze actie ook uitvoeren om te wisselen bij een optie (bv. wisselen tussen Engelse of metrische eenheden in het scherm INSTELLINGEN).
Hoofdmenu (cont'd.) DIAGNOSTIEK INSTELLINGEN BETREFFENDE Instellingen (cont'd.) Geeft de verschillende huidige statussen en gegevens van de machine weer. U kunt deze informatie gebruiken om bepaalde problemen op te lossen, omdat het menu snel laat zien welke bedieningsorganen van de machine aan/uit zijn en controleniveaus weergeeft (bv. sensorwaarden). BEVEILIGDE INSTELLINGEN Wanneer dit uitgeschakeld is, kunt u naar de beveiligde menu's gaan zonder de pincode te moeten invoeren.
gewenste cijfer verschijnt. Druk dan twee keer snel op de knop van het weergavescherm om naar het volgende cijfer te gaan. Pictogrammen van het weergavescherm (cont'd.) 4. Luchtinlaatverwarming actief Nadat alle vier cijfers zijn ingevoerd, drukt u één keer op de knop van het weergavescherm om de pincode in te geven. Als de pincode juist is ingevoerd, zal het pictogram van de pincode bovenaan rechts van alle menuschermen verschijnen.
• Stop de machine, verwijder het sleuteltje en wacht • • • • • • • • totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u het werktuig controleert nadat u een voorwerp heeft geraakt of de machine abnormaal begint te trillen. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt. Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt met de machine. Verleen altijd voorrang.
• Laat de motor zo weinig mogelijk stationair na of u de machine in de specifieke situatie op het betreffende terrein kunt gebruiken. Veranderingen in het terrein kunnen tot gevolg hebben dat de machine anders reageert op hellingen. draaien. • Gebruik alleen diesel met ultralaag zwavelgehalte. Houd bij het gebruik en onderhoud van uw machine rekening met de werking van het DPF. Een motor onder belasting zorgt doorgaans voor een voldoende hoge uitlaattemperatuur voor DPF-regeneratie.
Soorten DPF-regeneratie Voor de onderstaande soorten regeneratie moet de machine worden geparkeerd: (cont'd.) DPF-regeneratie terwijl de machine in bedrijf is: Type regeneratie Reset Omstandigheden die leiden tot regeneratie van het dieselpartikelfilter Proces Eens om de 100 bedrijfsuren • Wanneer het pictogram hoge uitlaattemperatuur Doet zich ook voor als de motor tijdens bedrijf de toegelaten hoeveelheid roetafzetting in het filter overschrijdt.
De menu’s DPF Regeneration gebruiken 2. Rij de machine naar buiten op een plaats vrij van ontvlambare materialen of voorwerpen die beschadigd kunnen worden door hitte. Naar de menu’s DPF Regeneration gaan 3. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 4. Schakel de aftakas uit en laat werktuigen neer (indien aanwezig). 5. Stel de parkeerrem in werking. 6. Zet de gashendel op LAAG STATIONAIR . 7.
9. Resetten van de aftakasaandrijving Het InfoCenter toont het hoofdscherm en het pictogram ‘regeneratie toegestaan’ . Opmerking: Als u de bestuurderstoel verlaat terwijl Opmerking: Terwijl de DPF-regeneratie bezig de aftakasschakelaar op AAN staat, zal de motor automatisch worden uitgeschakeld. is, wordt het pictogram hoge uitlaattemperatuur Doe het volgende om de aftakasaandrijving te resetten: weergegeven in het InfoCenter. 10.
afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. • Verwijder gras en vuil van de maai-eenheden, de geluiddempers en het motorcompartiment om brand te voorkomen. Veeg gemorste olie en brandstof op. • Als de maai-eenheden in de transportstand staan, breng dan een positieve mechanische vergrendeling aan (indien voorhanden) voordat u de machine onbeheerd achterlaat. • Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een afgesloten ruimte stalt.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Druk op de hefschakelaar om de maai-eenheid omhoog te brengen naar de TRANSPORTSTAND . 3. Stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje. 4. Verwijder de pennen uit de maaihoogteplaten (Figuur 35). g298275 Figuur 36 g258474 Figuur 35 1. Maaihoogtepennen 5. 2. Maaihoogteplaten Draai de maai-eenheid (Figuur 36) zodat de vergrendeling vastklikt met de bevestigingsbeugel (Figuur 37).
g298277 Figuur 38 2. Draai de maai-eenheid traag naar beneden tot de pen de plaat van de hefarm raakt (A in Figuur 39). g298288 Figuur 39 1. Plaat van hefarm 2. Pen 3. Gebruik uw voet om te duwen op de maai-eenheid en trek dan de pen naar buiten (B in Figuur 39) zodat de maai-eenheid zich nu in de TRANSPORTSTAND bevindt. 4. Plaats de maaihoogtepennen door de maaihoogteplaten en -kettingen.
1. Verkrijg toegang tot de omloopklep van onder de machine. g297087 Figuur 40 1. Tractiepomp 2. 2. Omloopklep Gebruik een ringsleutel van 18 mm om de omloopklep los te draaien, en open de klep dan maximaal 3 slagen. Belangrijk: U mag de motor niet starten of laten draaien met de klep in de omloopstand. 3. Na het slepen en voordat u de motor start, draait u de omloopklep vast met een torsie van 20 N·m.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Veiligheid bij onderhoud • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. – Schakel de aftakas uit en laat de werktuigen zakken. – Stel de parkeerrem in werking.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • Wielmoeren aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Wielmoeren aandraaien. • De riemspanning van de wisselstroomdynamo controleren. Na de eerste 50 bedrijfsuren • De riemspanning van de wisselstroomdynamo controleren. Na de eerste 1000 bedrijfsuren Bij elk gebruik of dagelijks • De hydraulische vloeistof verversen en het hydraulische filter vervangen. • • • • • De bandenspanning controleren.
Belangrijk: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van interlockschakelaars controleren. Controleer of de rolbeugel volledig omhooggeklapt en geborgd is. Werking van de parkeerrem controleren. Brandstofpeil controleren. Motoroliepeil controleren.
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden: Controle uitgevoerd door: Item Datum Informatie Procedures voorafgaande aan onderhoud De machine opkrikken GEVAAR Een mechanische of hydraulische krik kan een machine niet altijd dragen. Als de machine dan valt, kan dit ernstig letsel veroorzaken. • Ondersteun de opgekrikte machine met assteunen. g299729 • Gebruik enkel mechanische of hydraulische assteunen om de machine op te krikken. Figuur 41 1. Kriksteunpunt aan de voorzijde – framebuis 3.
g299730 Figuur 42 1. Achterkant van de machine 2. Kriksteunpunt aan de achterzijde – framebuis 3. Kriksteunpunt achterzijde – framebuis 1. Blokkeer de 2 voorwielen om te voorkomen dat de machine in beweging komt. 2. Plaats de krik onder het gewenste krikpunt. Belangrijk: Machines met vierwielaandrijving hebben hydraulische leidingen die dicht bij het frame lopen. Zorg ervoor dat uw krik zo is geplaatst dat de hydraulische leidingen niet worden beschadigd terwijl de machine omhooggebracht is. 3.
Smering Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Smeer de aandrijfas van de aftakas (kruislagers en uitschuifbare sleuven) Om de 50 bedrijfsuren—Lagers en lagerbussen smeren. g303694 Figuur 45 De machine is voorzien van smeerpunten die u regelmatig moet smeren met nr. 2 lithiumvet. 1. Smeernippels Belangrijk: Smeer de machine onmiddellijk na elke wasbeurt. • Draaipen van as (Figuur 46) • Arm van de spanpoelie (Figuur 44) g308668 Figuur 46 1.
g285509 Figuur 47 Voorzijde van de machine 1. Scharnierbussen van werktuig 3. Scharnierbussen van hefarm 2. Lagerbussen van hefcilinder • Achterkant van de machine (Figuur 48): – Asnaven (2) – Kogelverbinding van hydraulische cilinder (2) g353292 Figuur 48 Achterkant van de machine (bumper verwijderd) 1. Asnaven 2.
Onderhoud motor Belangrijk: Zorg ervoor dat het motoroliepeil tussen de markeringen voor het minimum en het maximum op de peilstok staat. De motor kan beschadigd worden indien deze te veel of te weinig olie bevat. Veiligheid van de motor • Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. • Verander de snelheid van de toerenregelaar niet 1. Zet de motorkap omhoog; raadpleeg De motorkap omhoogtillen (bladz. 49). 2.
g297639 Figuur 50 4. Vervang het oliefilter van de motor zoals wordt getoond in Figuur 51. g031261 Opmerking: Controleer of de pakking van het Figuur 51 oliefilter contact maakt met de motor en draai nog ¾ slag extra vast.
Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer de indicator voor verstopping in het luchtfilter en vervang indien nodig de filterelementen. Om de 250 bedrijfsuren—Vervang het luchtfilterelement. Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang de luchtfilterbehuizing als deze is beschadigd. Controleer het luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse slangklemmen.
Onderhoud van brandstof/waterafscheider Onderhoud brandstofsysteem Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren GEVAAR Vervang de brandstof/waterafscheider zoals wordt getoond in Figuur 54. In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken.
Onderhoud elektrisch systeem Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool. • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap.
De accu aansluiten De accu afkoppelen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de , waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.
De accu verwijderen of installeren De accu wordt in de bak geborgd met een houder (Figuur 60). Zet het bevestigingsmateriaal van de houder los om de accu te verwijderen; draai het opnieuw aan bij de montage van de accu. C. Schuif het rubberen isolatorkapje over de pluspool van de accu heen. D. Sluit het accudeksel. De zekeringen vinden De zekeringen van de tractie-eenheid vinden Opmerking: Zie Toegang tot de accu (bladz. 56) om bij de accu te komen. Vervang het deksel wanneer u de accu monteert.
Zekeringhouder van tractie-eenheid A Zekeringhouder van cabine (cont'd.
De aandrijfas van de aftakas uitlijnen Onderhoud aandrijfsysteem Na de eerste 10 bedrijfsuren Als u het uitschuifbare uiteinde van de aandrijfas van de aftakas scheidt van het koppelinguiteinde, moet u ervoor zorgen dat de markeringen uitgelijnd zijn (Figuur 67) als u het uitschuifbare uiteinde monteert. De eindjukken dienen ook uitgelijnd te zijn zoals getoond in Figuur 67.
Onderhoud koelsysteem Normen voor extended life koelvloeistof (cont'd.) Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging • • • veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden. Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen. – Laat de motor altijd minstens 15 minuten afkoelen voordat u de radiateurdop losdraait.
g325684 g309128 Figuur 68 1. Dop Figuur 69 3. KOUD-MARKERING 1. Luchtinlaatrooster van de motorkap 2. VOL-MARKERING (WARM) 2. Als de koelvloeistof niet zichtbaar is aan de KOUD-MARKERING of eronder wanneer de motor koud is, moet u de dop van de expansietank verwijderen en de aanbevolen vervangingsvloeistof indien nodig bijvullen [zie Koelvloeistof (bladz. 61)] om het peil naar de KOUD-MARKERING te brengen. Zet de motorkap omhoog; raadpleeg De motorkap omhoogtillen (bladz. 49). 2.
Onderhouden remmen De parkeerrem controleren en afstellen Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren De parkeerrem controleren 1. Plaats 2 kriksteunen onder de voorkant van de machine; zie De voorkant van de machine omhoog brengen (bladz. 48). 2. Verwijder de voorwielen. 3. Zet de parkeerrem in de UITGESCHAKELDE stand; zie Parkeerrem (bladz. 24). 4. Verwijder de remtrommels (Figuur 71) manueel. g299819 Figuur 70 1.
Onderhoud riemen Riemspanning van de wisselstroomdynamo controleren. Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren Bij een correcte spanning heeft de riem een speling van 10 mm als u halverwege tussen de poelies op de riem drukt met een kracht van 4,5 kg. g299613 Figuur 72 Voer de volgende stappen uit als de speling geen 10 mm bedraagt: 1. Contramoeren 4. Maak de bovenste contramoeren los zodat er een afstand van 3,2 mm tot 4,8 mm ontstaat. 5.
Vervang de riem als deze overmatig versleten of beschadigd is; zie De tractieriem vervangen (bladz. 65). De tractieriem vervangen g300592 Figuur 75 1. Kabelboom van koppeling 3. Bout, ring en moer 2. Metalen en rubberen banden g300570 Figuur 74 1. Tractieriem 3. 4. Spanpoelie 2. Steek hier een ratelsleutel. 5. Motorpoelie De rubberen band bevat een afstandsstuk; zorg ervoor dat dit niet verloren raakt. 3. Poelie van de pomp 4.
6. Gebruik de eerder verwijderde bout, ring en moer om het uiteinde van de metalen en rubberen banden aan het frame te bevestigen. 7. Sluit de connector van de kabelboom van de koppeling aan op de machinekabelboom. Onderhoud bedieningsysteem De opening van de koppeling van de aftakas afstellen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren 1. Laat de motor afkoelen. 2. Til de motorkap op. 3.
De aanslag van het tractiepedaal afstellen U kunt het tractiepedaal afstellen overeenkomstig de wensen van de bestuurder of om de maximale voorwaartse snelheid van de machine te verminderen. 1. Beweeg het tractiepedaal volledig naar voren (Figuur 77). Opmerking: Het tractiepedaal moet de aanslag van het tractiepedaal raken voordat voordat de pomp een volledige slag aflegt. g320591 Figuur 78 1. Contramoer (onderkant van de voetsteunplaat) C. Beweeg het tractiepedaal helemaal naar voren (Figuur 77). D.
Onderhoud hydraulisch systeem door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen. Veiligheid van het hydraulische systeem ISO VG 46 slijtagewerende hydraulische vloeistof met hoge viscositeitsindex/laag stolpunt • Waarschuw onmiddellijk een arts als er Materiaaleigenschappen: hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid.
g286314 Figuur 80 6. g285821 Figuur 79 3. Verwijder de peilstok uit de hydraulische tank en veeg hem af met een schone doek (Figuur 79). 4. Steek de peilstok in de hydraulische tank. 7. 5. Verwijder de peilstok en controleer het vloeistofpeil (Figuur 80). 8. Als het vloeistofpeil zich onder de juiste onderste markering op de peilstok bevindt (naargelang uw uitgeruste werktuig; zie stap 5), moet u de gespecificeerde hydraulische vloeistof bijvullen in de tank.
Om de 1000 bedrijfsuren—Vervang het hydraulische filter (als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt). 6. Plaats een opvangbak onder het filter (Figuur 81), verwijder het filter en laat resterende olie lekken in de bak. Om de 2000 bedrijfsuren—Ververs de hydraulische vloeistof (als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt). 7. Smeer de nieuwe filterpakking en vul het filter met hydraulische vloeistof. 8.
Onderhoud van de cabine De cabine reinigen Belangrijk: Wees voorzichtig in de buurt van de afdichtingen van de cabine (Figuur 82). Als u een hogedrukreiniger gebruikt, houd de spuitstok dan minstens 0,6 m van de machine vandaan. Richt de hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de afdichtingen van de cabine of onder de overhang aan de achterzijde. g251432 Figuur 83 1. Filter 2. Knop 3. Rooster 2. Verwijder de luchtfilters van de cabine. 3.
Het reservoir voor de ruitenwisservloeistof vullen Opmerking: Het reservoir voor de ruitenwisservloeistof bevindt zich naast de motor aan de rechterkant van de machine. 1. Verwijder de dop (Figuur 86) op het reservoir. g032951 Figuur 84 1. Grendelplaat 3. Schermafdekking 2. Condensatorfilter Het cabinelampje vervangen Opmerking: Raadpleeg de Onderdelencatalogus voor het onderdeelnummer van het lampje. 1. Verwijder de lens van het lampje met een schroevendraaier uit het bedieningspaneel (Figuur 85).
Stalling Veiligheid tijdens opslag • Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn.
Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Toro garantie Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.