Operator's Manual
•Zetbrandstofvatenaltijdopdegrondenuitde
buurtvandemachinevoordatudetankbijvult.
•Brandstofvatennietineenvoertuigofvrachtwagen
ofopaanhangervullen,omdatbekledingof
kunststofbeplatinghetvatkunnenisolerenende
afvoervanstatischeladingkunnenbemoeilijken.
•Alshetpraktischmogelijkis,kuntuhetbesteen
machineeerstvandevrachtwagenofaanhanger
halenenbijtankenalsdemachinemetdewielen
opdegrondstaat.
•Alsditnietmogelijkis,verdienthetdevoorkeur
dergelijkemachinesopeentruckofaanhangerbij
tevullenuiteendraagbaarvat,nietmetbehulpvan
eenvulpistoolvaneenpomp.
•Alsueenvulpistoolmoetgebruiken,dientude
vulpijpvoortdurendincontactmetderandvande
brandstoftankofdeopeningvanhetvattehouden,
totdatuklaarbentmetbijvullen.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbrandstofuiterst
ontvlambaarenzeerexplosief.Brandofexplosie
vanbrandstofkanbrandwondenbijuofanderen
enmateriëleschadeveroorzaken.
•Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Eventueelgemorste
brandstofopnemen.
•Vuldebrandstoftanknooitalsdemachineop
eenaanhangerineenafgeslotenruimtestaat.
•Rooknooitwanneerumetbrandstofbezigbent
enhouddebrandstofwegvanopenvlammen
ofvonken.
•Brandstofineengoedgekeurdvatofbliken
buitenbereikvankinderenbewaren.Koop
nooitmeerbenzinedanuin30dagenkunt
opmaken.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshet
completeuitlaatsysteemisgemonteerdennaar
behorenwerkt.
Brandstoftankvullen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
2.Maakdeomgevingvandedopvandebrandstoftank
schoon.Gebruikhiervooreenschonedoek.
3.Verwijderdedopvandebrandstoftank(Figuur20).
Figuur20
1.Dopvanbrandstoftank
4.Vuldetankmetdieselbrandstoftotaande
onderkantvandevulbuis.
5.Draaidetankdopdaarnastevigvast.
Opmerking:Vuldebrandstoftanknaelkgebruik
indienditmogelijkis.Ditbeperktmogelijke
condensvormingindebrandstoftanktoteen
minimum.
Bandenspanningcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Dejuisteluchtdrukindevoorbandenis345kPaenin
deachterbanden207kPa(
Figuur21).
Belangrijk:Zorgervoordatallebandensteedsde
juistebandenspanninghebben;hierdoorkande
machineoptimalemaaiprestatiesleverenengoed
functioneren.
P omp de banden niet te zacht op .
Controleerdeluchtdrukinallebandenvoordatu
demachinegebruikt.
Figuur21
Controleerdetorsievande
wielmoeren
Onderhoudsinterval:Nadeeerste10bedrijfsuren
30