Operator's Manual
Figuur25
1.Uitschakelingbijtehogetemperatuur–demotortemperatuur
heefteenveiligniveauoverschredenendemotoris
uitgeschakeld.Controleerhetkoelsysteem.
2.Waarschuwingvoortehogetemperatuur–de
motortemperatuurwordtgevaarlijkhoogenhetmaaidekis
uitgeschakeld.Controleerhetkoelsysteem.
3.Bestuurderindestoel.
4.Deaftakasisingeschakeld.
5.Deparkeerreminnietwerkingisgesteld
6.Derijhendelsstaanindeneutraalstand.
7.DeSCMontvangtstroomenkanwordengebruikt.
Werkingvanhet
diagnoselampje
Alleenvierwielaandrijving
Demachineisuitgerustmeteendiagnoselampjedataangeeft
dathetelektronischebesturingssysteemeenelektrische
storingregistreert.Hetdiagnoselampjebevindtzichop
debedieningspaneel(Figuur26).Alshetelektronische
besturingssysteemcorrectfunctioneertenhetcontactsleuteltje
indestandAanstaat,zalhetdiagnoselampjevanhet
besturingssysteem3secondenbrandenendaarnadovenom
aantegevendathetlampjenaarbehorenwerkt.Alsdemotor
afslaat,blijfthetlampjeonafgebrokenbrandentotdathet
sleuteltjeineenanderestandwordtgedraaid.Hetlampjegaat
knipperenalshetbesturingssysteemeenelektrischestoring
ontdekt.Hetlampjehoudtopmetknipperenenwordt
automatischopnieuwingesteldalshetsleuteltjenaardestand
Uitwordtgedraaid.
Figuur26
1.Diagnoselampje
Alshetdiagnoselampjevanbesturingssysteemknippert,
heefthetbesturingssysteemeenvandevolgendeproblemen
ontdekt:
•Kortsluitingineenvandeoutputs.
•Eenopenkring.
Metbehulpvanhetdiagnostischedisplaykuntuvaststellen
welkeoutputslechtsfunctioneert,zieInterlockschakelaars
controleren.
Alshetdiagnoselampjenietbrandtwanneerhet
contactsleuteltjeopAanstaat,betekentditdathet
elektronischebesturingssysteemnietwerkt.Mogelijke
oorzakenzijn:
•Kringloopisnietaangesloten.
•Hetlampjeisdoorgebrand.
•Zekeringenzijndoorgebrand.
•Hetlampjewerktnietnaarbehoren.
Controleerdeelektrischeaansluitingen,ingangszekeringen
enhetpeertjevanhetdiagnoselampjeomhetdefectvastte
stellen.Controleerofdekringloopstekkerisbevestigdaan
destekkervandekabelboom.
DisplayvanDiagnostische
ACE
Alleenvierwielaandrijving
Demachineisuitgerustmeteenelektronisch
besturingssysteemdatdemeestefunctiesvandemachine
regelt.Hetbesturingssysteembepaaltwelkefunctienodigis
voordeverschillendeinputschakelaars(d.w.z.stoelschakelaar,
contactschakelaar,enz.)enschakeltdeoutputsinomde
solenoïdesofrelaisvoordevereistefunctievandemachine
tebekrachtigen.
Omervoortezorgendathetelektronischebesturingssysteem
demachinebestuurtzoalswordtvereist,moetende
30