Operator's Manual
Belangrijk: Laat de motor 5 min uten
stationair lopen v oordat u dez e afz et of
nadat de machine v olledig belast is ge br uikt.
Hierdoor kan de turbocompr essor af k oelen
v oordat u de motor afz et. Indien u dit nalaat,
kunnen er pr oblemen met de turbocompr essor
ontstaan.
V oordat u de motor afzet, moet u alle
bedieningsorg anen uitsc hak elen en de g ashendel
op LANGZAAM zetten. Als u de g ashendel
op LANGZAAM zet, v er minder t u een hoog
motor toerental, het la w aai en de trilling en. Draai
het contactsleuteltje op UIT om de motor af te
zetten.
Standaard Controle Module
(SCM)
De Standard Control Module is een "ing ekapseld"
elektronisc h apparaat dat is v er v aardigd in een
"one size fits all" configuratie . De module
g ebr uikt halfg eleider - en mec hanisc he elementen
ten behoev e v an de controle en reg eling v an de
standaard elektrisc he functies die nodig zijn v oor
een v eilig g ebr uik v an het product.
De module controleer t inputs zoals neutraalstand,
park eer rem, aftakas , star ten, w etten en hog e
temperatuur . De module acti v eer t outputs zoals
de solenoïde v oor de aftakas , de star tmotor en de
ETR (acti v ering om te lopen).
De module is v erdeeld in inputs en outputs . Inputs
en outputs w orden aang eg ev en door g roene
LED -controlelampjes die zijn aang ebrac ht op de
printplaat.
De input v oor het star tcircuit w ordt g eacti v eerd
door 12 VDC . Alle andere inputs w orden
g eacti v eerd als het circuit w ordt g esloten om
massa te mak en. Elk e input heeft een LED
die g aat branden als het desbetreffende circuit
w ordt g eacti v eerd. Gebr uik de input -LEDs om
problemen met het circuit v an de sc hak elaar en de
input te v erhelpen.
De output -circuits w orden g eacti v eerd door
cor recte input -condities . De drie outputs omv atten
Aftakas , ETR en ST AR TEN . De output -LEDs
controleren de conditie v an de relais en g ev en aan
dat er elektrisc he spanning op een v an de drie
contactpunten v oor de output is .
De output -circuits stellen niet v ast of het
output -apparaat cor rect functioneer t, zodat in
g ev al v an problemen met de elektrisc he functies
ook de LEDs en de w erking v an de g ew one
apparatuur en de kabelboom moeten w orden
g econtroleerd. Meet de impedantie v an het
losg ek oppelde onderdeel, de impedantie door de
kabelboom (losk oppelen bij de SCM), of v oer een
"test" uit w aarbij het desbetreffende onderdeel
tijdelijk w ordt g eacti v eerd.
De SCM is niet aang esloten op een exter ne
computer of een handtoestel, kan niet opnieuw
w orden g e prog rammeerd en registreer t g een
periodiek e g eg ev ens o v er storing en en problemen.
Des stic k er op de SCM bev at uitsluitend symbolen.
Het output -v ak bev at symbolen v oor de LEDs v an
de drie outputs . Alle andere LEDs zijn inputs . In
Figuur 19 staan de symbolen.
29