Operator's Manual

Figuur40
1.Aftapplugcarterolie
2.Alsergeenoliemeernaarbuitenstroomt,plaatstu
deaftapplugterug.
3.Verwijderhetolielter(Figuur41).
Figuur41
1.Olielter
4.Smeereendunlaagjeschoneolieopdepakkingvan
hetnieuwelter.
5.Plaatshetnieuwelterophetltertussenstuk.Draai
hetolielterrechtsomtotdatderubberenpakking
contactmaaktmethetltertussenstuk.Draaihetlter
vervolgensnogeens1/2slag.
Belangrijk:Draaihetlterniettevast.
6.Vulhetcarterbijmetolie;zieMotoroliepeil
controleren.
Degashendelafstellen
1.Zetdegashendelnaarvorenzodatdezeongeveer
3,2mmvandevoorkantvandesleufinde
bedieningsarmzit.
2.Maakdeklemvandegaskabelopdegaskabellos.
Dezezitnaastdehefboomarmvandeinjectiepomp
(Figuur42).
Figuur42
1.Draaipuntvangaskabel
3.Regelschroefvoor
stationairtoerental
2.Hefboomarmvan
injectiepomp
4.Klemvangaskabel
3.Houdhefboomarmvandeinjectiepomptegende
regelschroefvoorhetstationairtoerental(Figuur42).
4.Trekdegaskabelstrakenzetdeklemvandegaskabel
vast.
Opmerking:Alsdekabelklemisvastgezet,moet
hetdraaipuntvandekabelonbelemmerdkunnen
ronddraaienopdehefboomarmvandeinjectiepomp.
5.Alsdegashendeltijdenshetgebruiknietinpositie
blijft,moetudeborgmoerwaarmeedefrictieregelaar
opdegashendelwordtvastgezetverderaandraaien.
36