Operator's Manual

betreffendeterreinkuntgebruiken.Veranderingen
inhetterreinkunnentotgevolghebbendatde
machineandersreageertophellingen.
Vermijdstarten,stoppenofbochtenmakenop
hellingen.Vermijdplotseveranderingenvan
snelheidofrichting.Draailangzaamengeleidelijk.
Gebruikeenmachinenooitinomstandigheden
waarbijutwijfeltovertractie,sturenofstabiliteit.
Verwijderofmarkeerobstakelszoalsgreppels,
putten,geulen,hobbels,stenenenandere
verborgengevaren.Inhooggraszijnobstakels
nietaltijdzichtbaar.Demachinekanomslaanop
oneffenhedeninhetterrein.
Denkeraandatdemachinetractiekanverliezen
doordatubergafwaarts,opnatgrasofdwarsop
eenhellingmaait.Alsdeaandrijfwielentractie
verliezen,kunnenzegaanslippenenkuntuniet
meerremmenofsturen.
Rijzeervoorzichtigalsudemachinegebruiktin
debuurtvansteilehellingen,greppels,dijken,
waterhindernissenenanderegevaarlijkepunten.
Demachinekanplotselingomslaanalseenwiel
overderandkomt,ofalsderandinstort.Zorg
vooreenveiligeafstandtussendemachineen
eengevarenzone.
Spoorgevarenonderaandehellingop.Indien
ergevarenzijn,maaitudehellingmeteen
loopmaaimachine.
Laatdemaai-eenhedenindienmogelijkneerop
degrondwanneerudemachineopeenhelling
gebruikt.Alsudemaai-eenhedenomhoogbrengt
ophellingen,kandemachineonstabielworden.
Weesuiterstvoorzichtigmetgrasopvangsystemen
ofanderewerktuigen.Dezekunnendemachine
minderstabielmaken,waardoorudecontrole
overdemachinekuntverliezen.
Startenvandemotor
1.Steldeparkeerreminwerkingenzetde
schakelaarvandemaaiaandrijvingUIT.
2.Haaluwvoetvanhettractiepedaalencontroleer
ofhetpedaalindeNEUTRAALSTANDstaat.
3.Zetdegashendelophalfgas.
4.Steekhetsleuteltjeindeschakelaaren
draaihetopAAN/VOORGLOEIENtotdathet
indicatielampjevandegloeibougieuitgaat
(ongeveer7seconden);draaidaarnahet
sleuteltjeopSTARTomdestartmotorinwerking
testellen.
Belangrijk:Omtevoorkomendatde
startmotoroververhitraakt,magude
startmotornietlangerdan15secondenin
werkingstellen.Alsudemotor10seconden
achtereenhebtgestart,moetu60seconden
wachtenvoordatueennieuwestartpoging
doet.
5.Laathetsleuteltjeloszodrademotorstart.
Opmerking:Hetsleuteltjedraaitautomatisch
naardestandAAN/LOPEN.
6.Alsudemotorvoordeeerstekeerstartofde
motoreenrevisiebeurtheeftgegeven,moetu
demachine1tot2minutenindevooruit-ende
achteruitstandlatenwerken.
Opmerking:Controleerookdewerking
vandehefhendelendeschakelaarvande
maaiaandrijvingomerzekervantezijndatalle
onderdelennaarbehorenfunctioneren.
7.Draaihetstuurwielnaarlinksennaarrechtsom
destuurreactietecontroleren.Zetvervolgens
demotorafencontroleeropolielekken,losse
onderdelenenanderedefecten.
Demotorafzetten
1.ZetdegashendelindestandSTATIONAIR.
2.Zetdeschakelaarvandemaaidekaandrijvingin
destandUITSCHAKELEN.
3.DraaidecontactschakelaarnaardestandUIT.
4.Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactomte
voorkomendatdemotorperongelukstart.
StandardControlModule
(SCM)
DeStandardControlModule(SCM)iseen
ingekapseldelektronischapparaatdatisvervaardigd
ineen'onesizetsall'-conguratie.Demodule
gebruikthalfgeleider-enmechanischeelementen
tenbehoevevandecontroleenregelingvande
standaardelektrischefunctiesdienodigzijnvooreen
veiliggebruikvanhetproduct.
Demodulecontroleertinputszoalsneutraalstand,
parkeerrem,aftakas,starten,wettenenhoge
temperatuur.Demoduleactiveertoutputszoalsde
solenoïdevoordeaftakas,destartmotorendeETR
(activeringomtelopen).
Demoduleisverdeeldininputsenoutputs.Inputs
enoutputswordenaangegevendoorgroene
led-controlelampjesdiezijnaangebrachtopde
printplaat.
Deinputvoorhetstartcircuitwordtgeactiveerddoor
12VDC.Alleandereinputswordengeactiveerd
alshetcircuitwordtgeslotenommassatemaken.
Elkeinputheefteenleddiegaatbrandenalshet
desbetreffendecircuitwordtgeactiveerd.Gebruik
deinput-ledsomproblemenmethetcircuitvande
schakelaarendeinputteverhelpen.
29