Operator's Manual

26
Brandstoftank vullen
Gevaar
In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof
en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie van brandstof kan
brandwonden of materiële schade veroorzaken.
Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een afgezette en
koude motor bijvullen. Eventueel gemorste
brandstof opnemen.
Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul de
brandstoftank tot maximaal 25 mm vanaf de
onderkant van de vulbuis. Dit geeft de brandstof
in de tank ruimte om uit te zetten.
Rook nooit wanneer u met brandstof bezig bent
en houd de brandstof weg van open vlammen of
vonken.
Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg ervoor dat de
dop op zijn plaats blijft.
1. Kantel de stoel naar voren en zet deze vast met de
steunstang zodat deze niet per ongeluk kan neervallen.
Maak de omgeving van de dop van de brandstoftank
schoon. Gebruik hiervoor een schone doek (Fig. 24).
2. Verwijder de dop van de brandstoftank en vul de tank
(inhoud 25 l) tot 25 mm vanaf de bovenrand met
dieselbrandstof. Draai de tankdop daarna stevig vast.
1
Figuur 24
1. Dop van brandstoftank
Het koelsysteem controleren
Verwijder dagelijks het vuil van de radiator en de oliekoeler.
Vaker reinigen bij extreem stoffige en vuile omstandigheden.
Het koelsysteem bevat een oplossing die half uit water, half
uit permanente ethyleenglycol-antivries bestaat. Controleer
elke dag vóór het starten van de motor het koelvloeistofpeil
in de expansietank. De inhoud van het koelsysteem is
ongeveer 5,6 liter.
Als de motor heeft gelopen en de radiatordop
wordt verwijderd, kan er onder druk staande
hete koelvloeistof ontsnappen. Dit kan
brandwonden veroorzaken.
Voorzichtig
1. Controleer het koelvloeistofpeil in de expansietank. Het
koelstofpeil behoort tussen de markeringen op de
zijkant van de tank te staan.
1
Figuur 25
1. Expansietank
2. Als het koelvloeistofpeil te laag staat, verwijdert u de
dop van de expansietank en vult u het systeem bij.
NIET TE VOL VULLEN.
3. Plaats de dop van de expansietank terug.
Hydraulische vloeistof
controleren
Het ashuis van de vooras dient als het reservoir van het
systeem. De transmissie en het ashuis zijn in de fabriek
gevuld met ongeveer 4,7 liter hoogwaardige hydraulische
vloeistof. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof
voordat de motor voor het eerst wordt gestart, en
vervolgens dagelijks.
Opmerking: De vloeistof voor de stuurbekrachtiging
wordt aangevoerd door de transmissielaadpomp van het
hydraulische systeem. Als u de motor start bij koud weer,
kan hierdoor de besturing ”stroef” verlopen totdat het
hydraulische systeem is opgewarmd.
De volgende lijst omvat niet alle vloeistoffen. Hydraulische
vloeistoffen van andere fabrikanten kunnen worden gebruikt
als wordt vermeld dat zij gelijkwaardig zijn aan de producten
op de lijst. Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerd
vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend
producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan
voor de door hen aanbevolen vloeistoffen.