Operator's Manual

39
Onderhoud van het
brandstofsysteem
Opmerking: Zie De brandstoftank vullen met
dieselbrandstof voor aanbevolen brandstof.
Gevaar
In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof
en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie van brandstof kan
brandwonden of materiële schade veroorzaken.
Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of
koude motor bijvullen. Eventueel gemorste
brandstof opnemen.
Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul de
brandstoftank tot maximaal 25 mm vanaf de
onderkant van de vulbuis. Dit geeft de brandstof
in de tank ruimte om uit te zetten.
Rook nooit wanneer u met brandstof bezig bent
en houd de brandstof weg van open vlammen of
vonken.
Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg ervoor dat de
dop op zijn plaats blijft.
Brandstoftank
De brandstoftank moet om de 1000 bedrijfsuren of om de
2 jaar worden afgetapt en gereinigd, waarbij de kortste
periode moet worden aangehouden. Ook moet de tank
worden afgetapt en gereinigd als het brandstofsysteem
vervuild raakt of wanneer de machine voor langere tijd
gestald gaat worden. Gebruik schone dieselbrandstof om de
tank uit te spoelen.
Brandstofleidingen en -verbindingen
Controleer de brandstofleidingen en -verbindingen om de
400 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode
moet worden aangehouden. Inspecteer op slijtage,
beschadigingen of loszittende verbindingen.
Waterafscheider
Verwijder dagelijks water of ander vuil uit de
waterafscheider (Fig. 48).
1. Plaats een schone opvangbak onder de waterafscheider.
De waterafscheider is gemonteerd aan de binnenkant
van het frame, links van de motor.
2. Draai de aftapplug aan de onderkant van de filterbus
los. Draai de plug weer vast na het aftappen.
1
2
Figuur 48
1. Waterafscheider 2. Aftapplug
Vervang de filterbus om de 400 bedrijfsuren.
1. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus
wordt gemonteerd.
2. Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar deze
wordt gemonteerd.
3. Smeer schone olie op de pakking van de filterbus.
4. Monteer de filterbus met de hand totdat de pakking
contact maakt met het montagevlak en draai deze
vervolgens nog een 1/2 slag verder.
Brandstoffilter vervangen
Vervang het brandstoffilter (Fig. 49) tussen de brandstoftank
en de brandstofpomp om de 400 bedrijfsuren of jaarlijks,
waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
1. Klem de beide brandstofslangen die zijn aangesloten op het
brandstoffilter, op zodanige wijze samen dat de brandstof
niet kan weglekken als de slangen worden verwijderd.
2. Haal de slangklemmen op beide uiteinden van het filter
los en trek de brandstofslangen van het filter af.
1
Figuur 49
1. Brandstoffilter