Operator's Manual

Figuur3
1.Snelheidsbegrenzer2.Contramoeren
Belangrijk:Alsdemachineindemaaistandstaat,
moetdeschroefvandesnelheidsbegrenzerhet
tractiepedaaltegenhoudenvoordatdepompeen
volledigeslagaegt,omdatandersdepompschade
kanoplopen.
Diagnoselampje
Hetdiagnoselampje(Figuur4)gaatbrandenalseenfout
inhetsysteemwordtontdekt.
Figuur4
1.Cruisecontrol(optioneel)8.Koelvloeistoftemperatuurmeter
vanmotor
2.Lichtschakelaar9.Waarschuwingslampje
oliedruk
3.Hi–Lo-snelheidsregelaar10.Laadindicator
4.Gashendel11.Contactschakelaar
5.Waarschuwingslampje
gloeibougie
12.Aftakasschakelaar
6.Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur
13.Schakelaarvan
stromingsverdeler
7.Diagnoselampje
14.Hefschakelaars
Koelvloeistoftemperatuurmetervande
motor
Bijnormalegebruiksomstandighedenmoetde
temperatuurmeter(Figuur4)inhetgroenegebied
blijven.Controleerhetkoelsysteemalsdemeterinhet
geleofrodegebiedkomt.
Oliedruklampje
Ditlampje(Figuur4)brandtindiendemotoroliedruk
gevaarlijklaagis.
Laadindicator
Delaadindicator(Figuur4)lichtopindienhetlaadcircuit
vanhetsysteemdefectis.
Contactschakelaar
Decontactschakelaar(Figuur4)heeftdriestanden:Uit,
Aan/VoorgloeienenStart.
Aftakasschakelaar
Deaftakasschakelaar(Figuur4)heeftdriestanden:
Uit(start)enIn(stop).Trekdeknopvande
aftakasschakelaaruitomdemaaidekmessenteactiveren.
18