Operator's Manual

29
De machine duwen of slepen
In noodgevallen kan de machine vooruit worden bewogen
door de omloopklep in de regelbare hydraulische pomp in
werking te stellen en de machine te duwen of te slepen. U
mag de machine niet duwen of slepen over een afstand
van meer dan 0,4 km.
Belangrijk U mag de machine niet sneller dan
3–4,8 km per uur duwen slepen omdat hierdoor de
transmissie kan worden beschadigd. De omloopklep moet
open zijn als de machine wordt geduwd of gesleept.
1. Til de stoel op en verwijder het accudeksel. De
omloopklep bevindt zich tegenover de accu (Fig. 28).
1
Figuur 28
1. Toegangsopening van omloopklep
2. Draai de klep 90° in een van beide richtingen om deze
te openen en de olie inwendig om te laten leiden. Omdat
de vloeistof is omgeleid, kan de machine langzaam
worden voortbewogen zonder dat de transmissie wordt
beschadigd. Let op de stand van de klep als deze wordt
geopend of gesloten.
3. Sluit de omloopklep voordat u de motor start. Sluit de
klep niet met een torsie van meer dan 7–11 Nm.
Belangrijk Als de machine achteruit moet worden
geduwd of gesleept, moet u ook zorgen voor een omleiding
langs de afsluitklep in het spruitstuk van de vierwielaan-
drijving. Daartoe moet u een slangset (slang onderdeelnr.
95-8843, koppeling nr. 95-0985 [aantal 2] en hydraulische
aansluiting nr. 340-77 [aantal 2]) aansluiten op de poort om
de druk in de tractie voor de achteruit-stand te testen
(Fig. 29) en de poort om de druk in de vierwielaandrijving
in de achteruit-stand testen (Fig. 30).
1
Figuur 29
1. Poort om de druk in de tractie voor de achteruitstand te testen.
1
Figuur 30
1. Poort om de druk in de vierwielaandrijving in de achteruitstand
te testen
Kriksteunpunten
Op de voorkant van het frame van de machine aan de
binnenzijde van elk wiel
Op de achterkant van het frame op het midden van de as
Bevestigingspunten
Op beide zijden van het frame bij de hefarmen van de
zijmaaidekken
Midden voor op het bestuurdersplatform
De achterbumper