Operator's Manual

27
Starten en stoppen van de
motor
Belangrijk Het brandstofsysteem moet worden ontlucht
indien zich één van de volgende situaties heeft voorgedaan:
Eerste keer starten van een nieuwe machine.
De motor is gestopt omdat de brandstof op was.
Er is onderhoud uitgevoerd aan componenten van het
brandstofsysteem.
Zie Het brandstofsysteem ontluchten, blz. 28.
1. Stel de parkeerrem in werking. Haal uw voet van het
tractiepedaal en let erop dat deze in de neutraalstand
staat.
2. Zet gashendel op laag stationair.
3. Draai het contactsleuteltje op Lopen. Het
indicatielampje van de gloeibougie gaat branden.
4. Als het indicatielampje van de gloeibougie dooft, draait
u het contactsleuteltje op Start. Laat het sleuteltje direct
los als de motor start en laat dit weer terugkeren naar
Lopen. Zet de gashendel in de gewenste stand.
Belangrijk Laat de startmotor niet langer dan 15
seconden achter elkaar draaien omdat de startmotor
hierdoor vroegtijdig defect kan raken. Als de motor na 15
seconden niet wil starten, moet u het sleuteltje op Uit
draaien, de bedieningsorganen opnieuw controleren, nog
eens 15 seconden wachten en de startprocedure herhalen.
Als de temperatuur lager dan –7°C is, kunt u de startmotor
30 seconden laten draaien. Daarna moet u de startmotor 60
seconden afzetten voordat u nog twee startpogingen kunt
ondernemen.
5. Als de motor voor de eerste keer wordt gestart of de
motor, transmissie of as een revisiebeurt heeft gehad,
moet u de machine een of twee minuten in de vooruit-
en de achteruit-stand laten werken. Controleer ook de
werking van de hefhendel en de aftakasschakelaar om
er zeker van te zijn dat alle onderdelen naar behoren
functioneren. Draai het stuurwiel naar links en naar
rechts om de stuurreacties te controleren. Zet
vervolgens de motor af en controleer op olielekken,
losse onderdelen en andere waarneembare problemen.
Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
delen tot stilstand gekomen zijn voordat u
controleert op olielekken, losse onderdelen en
andere defecten.
Voorzichtig
6. Om de motor af te zetten, moet u de gashendel naar
achteren op Langzaam zetten, de aftakas uitschakelen,
de parkeerrem in werking stellen en het contactsleuteltje
op Uit draaien. Verwijder het sleuteltje uit het contact
om te voorkomen dat de motor per ongeluk start.