Operator's Manual

Hetdeelbiodieselvandebrandstofmoetvoldoenaande
specicatieASTMD6751ofEN14214.
HetdieselmengselmoetvoldoenaanASTMD975of
EN590.
Gelakteoppervlakkenkunnenwordenbeschadigddoor
biodiesel.
Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,diein
contactmetbrandstofkomen,omdatzijindeloopder
tijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
Dekansbestaatdateenbrandstoflternaverloopvan
tijdverstoptraakt,nadatubentovergestaptopeen
biodieselmengsel.
Neemcontactopmetuwleverancieralsuinformatie
overbiodieselwenst.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbrandstofuiterst
ontvlambaarenzeerexplosief.Brandofexplosie
vanbrandstofkanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Eventueelgemorstebrandstof
opnemen.
Vuldebrandstoftanknooitalsdemachineop
eenaanhangerineenafgeslotenruimtestaat.
Rooknooitwanneerumetbrandstofbezigbent
enhouddebrandstofwegvanopenvlammen
ofvonken.
Brandstofineengoedgekeurdvatofbliken
buitenbereikvankinderenbewaren.Koopnooit
meerbenzinedanuin180dagenkuntopmaken.
Gebruikdemachineuitsluitendalshetcomplete
uitlaatsysteemisgemonteerdennaarbehoren
werkt.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenkantijdenshet
tankenstatischeelektriciteitwordenontladen
waardoorvonkenontstaandiebrandstofdampentot
ontbrandingkunnenbrengen.Brandofexplosie
vanbrandstofkanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
Zetbrandstofvatenaltijdopdegrondenuitde
buurtvandemachinevoordatudetankbijvult.
Brandstofvatennietineenvoertuigof
vrachtwagenofopaanhangervullen,omdat
bekledingofkunststofbeplatinghetvatkunnen
isolerenendeafvoervanstatischeladingkunnen
bemoeilijken.
Alshetpraktischmogelijkis,kuntuhetbesteen
machineeerstvandevrachtwagenofaanhanger
halenenbijtankenalsdemachinemetdewielen
opdegrondstaat.
Alsditnietmogelijkis,verdienthetdevoorkeur
dergelijkemachinesopeentruckofaanhanger
bijtevullenuiteendraagbaarvat,nietmet
behulpvaneenvulpistoolvaneenpomp.
Alsueenvulpistoolmoetgebruiken,dientude
vulpijpvoortdurendincontactmetderandvan
debrandstoftankofdeopeningvanhetvatte
houden,totdatuklaarbentmetbijvullen.
Brandstoftankvullen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
Belangrijk:Debrandstoftankszijnopelkaar
aangesloten,maardebrandstofstroomtnietsnel
vandeenenaardeanderetank.Demachine
moetopeenhorizontaaloppervlakstaanalsde
brandstoftankswordtgevuld.Alsudemachineop
eenhellingparkeert,bestaatdekansdatdetanks
onbedoeldtevolwordengevuld.
2.Motorafzettenenparkeerreminwerkingstellen.
3.Omgevingvanbeidebrandstoftankdoppenreinigen
endoppenafnemen.
Belangrijk:Verwijderdedoppennietvande
tanksalsdemachineopeenhellingisgeparkeerd.
Debrandstofkandanuitdetankslopen.
4.Vulbeidebrandstoftankstotdathetpeildeonderkant
vandevulbuisbereikt(Figuur9).Detanksniette
volvullen.
21