Operator's Manual

36
De maaimessen verwijderen
Een mes moet worden vervangen als u vast voorwerp heeft
geraakt, of als het mes uit balans of krom is. Om de beste
prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de
machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter
vervanging uitsluitend originele Toro-messen gebruiken.
Gebruik ter vervanging nooit messen van andere fabrikanten
omdat dit in strijd kan zijn met de veiligheidsnormen.
1. Pak het uiteinde van het mes vast met een lap of een
dikke handschoen. Verwijder de mesbout, de mes-
versteviger, de ring en het mes van de spilas (Fig. 45).
1
3
2
4
5
m–6368
6
Figuur 45
1. Wiek van het mes
2. Mes
3. Mesas
4. Mesbout
5. Mesversteviger
6. Platte ring
De maaimessen slijpen
1. Gebruik een vijl om de snijranden aan beide uiteinden
van het mes te slijpen (Fig. 46). Houd daarbij de
oorspronkelijke hoek in stand. Het mes blijft in balans
als u van beide snijranden dezelfde hoeveelheid
materiaal verwijdert.
1
m–1854
Figuur 46
1. Onder oorspronkelijke hoek slijpen
2. Controleer de balans van het mes met een mesbalans
(Fig. 47). Als het mes horizontaal blijft, is het in
balans en geschikt voor gebruik. Als het mes niet in
balans is, moet u wat metaal afvijlen van het uiteinde
van de wiek (Fig. 45). Herhaal dit indien nodig totdat
het mes in balans is.
1
2
m–1855
Figuur 47
1. Mes 2. Mesbalans
De maaimessen monteren
1. Monteer het mes op de as (Fig. 45).
Belangrijk De wiek van het mes moet omhoog wijzen,
naar de binnenkant van de maaimachine om een goede
maaikwaliteit te garanderen (Fig. 45).
2. Monteer de klemring en de mesbout (Fig. 45). Zet de
mesbout vast met een torsie van 115–140 Nm.
De maaikwaliteit verbeteren
Als een maaimes lager maait dan het andere, moet u dit
als volgt corrigeren:
Opmerking: Bij deze procedures is de bandenspanning
uiterst belangrijk. Controleer of alle banden de juiste
spanning hebben.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te
verlaten. Maak de bougiekabels(s) los van de
bougie(s).
3. Pomp alle banden op de voorgeschreven spanning
volgens de specificaties op blz. 32.
4. Controleer of de messen en assen niet krom of
verbogen zijn. Zie Controler op kromme messen,
blz. 35.
5. Zet de machine op een maaihoogte van 101,6 mm. Zie
Maaihoogte afstellen in het hoofdstuk
Gebruiksaanwijzing.
6. Voer de stappen uit die hierna worden beschreven in
de hoofdstukken Assemblage van het frame,
Schuinstand van draagframe controleren en
Draagframe horizontaal stellen.