Operator's Manual
Laadindicator (Afb. 9)—Licht op indien het laadsysteem defect
is.
Waarschuwingslampje te laag waterpeil (Afb. 9)—Geeft aan
dat het waterpeil te laag staat.
Waarschuwingslampje motorkoelvloeistoftemperatuur
(Afb. 9)—Het lampje licht op en de motor wordt uitgeschakeld
indien de koelvloeistof een gevaarlijk hoge temperatuur bereikt.
Waarschuwingslampje motoroliedruk (Afb. 9)—Licht op
indien de motoroliedruk gevaarlijk laag wordt.
Gloeibougie-indicatielampje (Afb. 9)—Dit lampje licht op als
de gloeibougies in werking zijn.
Indicatielampje water in brandstof (Afb. 9)—Geeft aan dat er
water in het brandstofsysteem zit.
Temperatuurmeter (Afb. 9)—De temperatuurmeter geeft de
temperatuur van de koelvloeistof in het koelsysteem aan.
Temperatuur-resetknop (Afb. 9)—Druk op de resetknop om de
motor te starten nadat deze gestopt is omdat de temperatuur te
hoog was.
Urenteller (Afb. 9)—Geeft het totaal aantal uren aan dat de
machine in bedrijf geweest is.
Brandstofmeter (Afb. 9)—Geeft het brandstofpeil aan.
Gashendel (Afb. 9)—Zet de hendel naar voren om de
motorsnelheid op te voeren, en naar achteren om de
motorsnelheid te verminderen.
Hoog-Laag snelheidsregeling (Afb. 9)—Hiermee kunt u het
snelheidsbereik voor het transport van de machine vergroten.
Cruise control (Optie) (Afb. 9)—Regelt de snelheid van de
machine.
15
Afbeelding 9
1. Lifthendel
2. Schakelaar aftakas
3. Startschakelaar
4. Laadindicator
5. Waarschuwingslampje te laag waterpeil
6. Waarschuwingslampje motorkoelvloeistoftemperatuur
7. Waarschuwingslampje motoroliedruk
8. Gloeibougie-indicatielampje
9. Indicatielampje water in brandstof
10. Temperatuurmeter
11. Temperatuur-resetknop
12. Urenteller
13. Brandstofmeter
14. Gashendel
15. Hoog-laag snelheidsregeling
16. Cruise control (optie)
1
5
2
7
8
910
11
16
15
14
13
12
6
3
4