Operator's Manual

Figuur45
Vooraanzicht
1.Draaipuntrechter
rijhendelgetoondonder
bedieningspaneel
3.Afstandvan3mmtussen
schakelaarenrijhendel
2.Rechterrijhendel
4.Schakelaar
Neutraalstandvoorrijhendelsafstellen
Belangrijk:Zorgervoordatdesporingvande
maaimachinecorrectisnadatderijhendelszijn
afgesteld.Nadatdesporingisafgesteld,ishet
mogelijkdatderijhendelsnietexactindelengte
zijnuitgelijnd(
Figuur46).
Alsderijhendelsnietzijnuitgelijndindelengteofde
rechterrijhendelnietgemakkelijkindevergrendelde
neutraalstandkanwordengezet,isafstelling
noodzakelijk.Elkehendelendebedieningsstangmoeten
afzonderlijkwordenafgesteld.
Opmerking:Umoetderijhendelseersthorizontaal
uitlijnenvoordatuzeindelengteuitlijnt.
1.Nadatderijhendelshorizontaalzijnuitgelijnd,moet
udeuitlijningindelengtecontroleren(
Figuur46).
Figuur46
1.Linkerrijhendel3.Neutraalstand,
vergrendeld
2.Rechterrijhendel4.Rijhendelsinlengtehier
uitlijnen
2.Draaidevleugelmoerenopderechter
bedieningsstanglosendraaidespanmoerin
ofuittotdatderechterrijhendelindevergrendelde
neutraalstandisgecentreerd.Zetdespanmoervast
metdevleugelmoeren(
Figuur47).
3.Draaidevleugelmoerenopdelinkerbedieningsstang
losendraaidespanmoerinofuitomdesporingafte
stellen.Zetdespanmoervastmetdevleugelmoeren
(
Figuur47).
Figuur47
1.Spanmoer
3.Bovenstevleugelmoer
(linksedraad)
2.Onderstevleugelmoer
4.Controleerofdesporingcorrectis.Verstelde
linkerbedieningsstangalsdesporingmoetworden
veranderd.ZieSporingafstelleninhethoofdstuk
Gebruiksaanwijzing.
37