Operator's Manual

26
Stalling
1.
Vóór langdurige opslag ofwel benzine uit tank
aftappen, of alvorens te stallen een brandstofadditief
gebruiken. V
oor het aftappen van de benzine, zie
Aftappen van benzine uit de brandstoftank, pagina 17.
Nadat benzine afgetapt is, motor starten en stationair
laten draaien tot alle benzine verbruikt is en motor
stopt. Startprocedure nog tweemaal herhalen om te
verzekeren dat alle benzine uit de motor verwijderd is.
Als benzine niet afgetapt wordt, vormt zich een
gomachtige vernisaanslag, waardoor motor slecht gaat
lopen en mogelijk problemen met starten krijgt.
N.B.:
Als voor de motor een mengsel van benzine met
alcohol of ether wordt gebruikt, alle brandstof uit de tank
verwijderen en motor laten lopen totdat hij afslaat vóór
opslag.
Brandstof mag alleen in de tank blijven als een
additief, zoals T
oro Stabilizer/Conditioner
, aan de
brandstof is toegevoegd en door de motor verspreid is
vóór stalling. T
oro Stabilizer/Conditioner is een
stabilisator op basis van aardoliedestillaat. T
oro
adviseert geen stabilisators op alcoholbasis, zoals
ethanol, methanol of isopropyl te gebruiken. Gebruik
het additief in de op de verpakking geadviseerde
hoeveelheid.
Onder normale omstandigheden behouden
brandstofadditieven gedurende 6-8 maanden hun
werking.
2.
Olie aftappen, zie V
erversen van de carterolie,
pagina 17. Nadat de olie is afgetapt, vult u het carter
pas met olie nadat u de hierna volgende stappen (3 tot
en met 1
1) hebt uitgevoerd.
3. V
erwijder de bougie en giet 30 ml (2 eetlepels)
SAE 30-olie in het gaatje in de cilinder
. Trek
langzaam aan het startkoord zodat de olie zich in de
cilinder verspreidt. Breng de bougie weer aan en draai
hem vast tot 19 N
m (14 ft-lb).
PLAA
TS DE
BOUGIEKABEL NIET OP DE BOUGIE.
4.
Maak de maaikast schoon: zie hiervoor Schoonmaken
van de maaier
, pagina 23.
5.
Maak de kap van de mesremkoppeling schoon, zie
Schoonmaken van de kap van de mesremkoppeling,
pagina 24.
6. V
erwijder maaisel en vuil van de uitwendige delen van
de motor
, cilinder
, koelribben, dekplaat en bovenzijde
van de maaikast.
7.
Controleer de toestand van het mes: zie hiervoor
Controleren/verwijderen/slijpen van het mes,
pagina 20.
8.
Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan.
9.
Maak het luchtfilter schoon: zie hiervoor Onderhoud
van het luchtfilter
, pagina 16.
10.
Smeer de assen, zie Smeren, pagina 22.
11. W
erk alle geroeste of afgeschilferde geverfde
oppervlakken bij. Bij de erkende T
ORO Service dealer
kunt u hiervoor T
oro Re-Kote verf kopen.
12. V
ul het carter met olie; zie hiervoor de desbetref
fende
paragraaf op pagina 10.
13.
Zet de maaier op een schone, droge plaats buiten
bereik van kinderen. Dek hem af zodat hij schoon
blijft en beschermd wordt.
Toebehoren
V
oor bijzondere omstandigheden kunt u de volgende
accessoires bij uw erkende T
ORO Service dealer
aanschaffen.
1.
Zijafvoerset, model nr
. 591
13
–In enkele seconden te
installeren. Aan de achterzijde bevestigd in plaats van
grasvangzak of tunnelafsluiter
. V
erspreidt maaisel
tijdens het maaien naar beide zijden (fig. 36).
2047
Figuur
36
1. Zijafvoerset
2. Vonkenvanger
en schr
oef (ond. nr. 94-1681)
–Als
vanwege wettelijke voorschriften een vonkenvanger
verplicht is, is die verkrijgbaar via de T
ORO Service
Dealer
. Het scherm na elke 75 bedrijfsuren
schoonmaken.