FORM NR. 3319–569NL ProLine 53 cm Recycler II Walk-Behind Power maaier Model nr.
Figuren 4 3 3 1 2 1 224 5 1. Plaatje met model- en serienummers 1 2 530 4. Brandstoftank 5. Zelftappende schroef 1. Tankbeugel 2. Sleuven 3. Plastic klemmen 2 3 4 4 1 3 1 2 534 1. Handgreepvergrendeling 2. Steunstang voor graszak i 3. Dopmoer 4. Handgreep 2045 1. Brandstofslangklem 2. Brandstofslang 3.
Figuren 5 7 1 2 1 m–275 m–210 1. Veerklem 1. Koordgeleider 2. Startkoord 8 6 1 2 2 1 m–3845 1. Olievulbuis 2. Peilstok m–262 1. Handgreep tunneldeur 2.
Figuren ! 4 # 4 ! 4 # 4 ! 4 # 4 9 11 1 976 224 1. Rijsnelheidsregelaar 12 10 2 3 1 1992 1. Maaimes-/rijaandrijvingsh andgreep iii 2. Handgas 3. Vingerstarter 1 1. Hulpstartknop 2 2.
Figuren 13 15 1 m-3769 m–260 1. Pen vast in opening in zak 14 2 1 16 1 3 m–261 1. Zakframe op houderpen 2. Pen in vergrendeling 3. Handgreep helemaal naar voren. Afvoerdeur gesloten. 225 1.
Figuren 1 17 19 1 2 ÎÎÎÎ ÎÎÎÎ 4 2 m–3848 3 1. Olievulbuis 2. Oliefilter m–3664 1. Knop 2. Luchtfilterdeksel 3. Schuim voorfilter 4. Papieren element 20 1 18 1 m-3862 110 1. 0,5 mm v 1.
Figuren 21 23 1 m–1992 m-3638 1. Kabelklemschroef 2. Gasregelhefboom 1. 2,5 cm 3. Gaskabel 4. Mantel 4 24 3 22 2 1 1. Regelknop 228 1. Mes 2. Mesmoeren 1 796 3. Beschermkap 4.
Figuren 25 27 1 2 1 3 1 1 232 4 1. Wiek 2. Platte deel van het mes 270 1. Smeernippel 28 3. Slijtage 4. Gevormde gleuf 1 26 1 153 2 1. Slijp alleen onder deze hoek vii 1. Smeernippel 224 2.
Figuren 1 29 31 2 2 3 2 m–3844 3 1. Slangklem 2. Brandstofslang 1 278 1. Veer 2. Kabelklemschroef 3. Filter 32 3. Kabelgeleider 30 3 1 796 2 1. Stootplaten m-2858 1. Wasaansluiting 2. Snelkoppeling 3.
Figuren 2 3 33 35 1 1. Zij-afvoer 1 796 1. Kap van mesremkoppeling 2. Lippen en moeren 3. Lip en bout 34 1 6 2 7 3 5 4 7 5 8 1 9 296 1. 2. 3. 4. 5. ix Borgmoeren Wiel-vulplaat Lager/naaf Lagerring Wielhelft 6. Plastic kap (alleen achterwielen) 7. Lip 8. Lager (2) 9.
Inhoud Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veilige bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instructie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gebruik en bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . Onderhoud en opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . Geluidsdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geluidsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Trillingsniveau .
Toro gebruikt in deze handleiding een systeem van waarschuwingen en bijzondere opmerkingen om u te helpen (mogelijk fataal) letsel van u en anderen te voorkomen. De woorden GEVAARLIJK, WAARSCHUWING en VOORZICHTIG worden gebruikt om de ernst van het gevaar aan te geven. U dient overigens altijd met de grootste voorzichtigheid te werk te gaan. 3. Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de machine gebruikt, met name kinderen en huisdieren. 4.
5. Vervang geluiddempers die gebreken vertonen. 6. Controleer de messen, bevestigingsbouten en het maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of beschadiging voor het gebruik. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten altijd als complete set om een goede balans te behouden. 7. Let op dat bij machines met meer maaimessen andere messen kunnen gaan draaien doordat u een mes draait. Gebruik en bediening 1.
22. Rijd niet te snel als u een aan de achterzijde bevestigde zitting gebruikt. 7. Onderhoud en opslag Geluidsdruk 1. Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig strak aan, zodat de machine steeds veilig in gebruik is. 2. Als er zich brandstof in de tank bevindt de maaier niet opbergen in een afgesloten ruimte waar benzinedampen in contact met open vuur of vonken kunnen komen.
Overzicht van veiligheidssymbolen Veiligheidsalarm symbool in de driehoek geeft het gevaar aan. Veiligheidsschermen niet openen of verwijderen terwijl de motor loopt. Veiligheidsalarm Roterend mes, kan tenen of vingers afsnijden. Houd handen en voeten uit de buurt van het draaiende mes zolang de motor loopt. Lees de bedieningshandleiding. Om beschadiging van mes bij fijnmaken te voorkomen versneller gebruiken als maaier is uitgerust met een fijnmaakhulpstuk.
Zet motor af alvorens bedieningspositie te verlaten.
Hulpstartknop driemaal indrukken Wiel Hulpstartknop driemaal indrukken. Tractieaandrijving Accu’s op verantwoorde wijze afvoeren. Bedieningsstang omlaag brengen. Steek sleutel in contactslot Bedieningsstang omhoog brengen. Draai sleutel om in contactslot. Bedieningsstang omhoog/omlaag brengen. Hendel bewegen. Bedieningsstang omhoog/omlaag brengen. Hendel naar voren bewegen. Bedieningsstang omhoog brengen. Hendel naar achteren bewegen. Bedieningsstang omhoog brengen.
Montage-instructies 4. Handgreep 1. 2. Bevestig de handgreep aan de buitenkant van het maaidek. Gebruik daarvoor het onderste gat, met (2) 5/16-18 x 1-1/4” lange bouten, ringen en dunne nylon borgmoeren (fig. 2). Bevestig de handgreepvergrendelingen aan de handgreep met (2) 5/16-18 x 1-1/2” lange bouten, ringen en nylon borgmoeren (fig. 2). NB.: De hoogte van de handgreep is instelbaar op de lengte van de gebruiker. Ga achter de maaier staan om de hoogte te bepalen.
1. Plaats de maaier op een horizontale ondergrond en maak de omgeving van de peilstok schoon. 2. Verwijder de peilstok door de dop 1/4 slag linksom te draaien. 3. Veeg de peilstok af en plaats hem in de vulopening. Draai de dop 1/4 slag rechtsom. Verwijder de peilstok dan en controleer het oliepeil aan de kant van de peilstok waar de FULL- en ADD-markering staan (fig. 8). Als het peil te laag is, vult u juist zoveel olie bij dat het peil tot aan de FULL-markering op de peilstok komt.
Toro adviseert in haar met benzine aangedreven machines regelmatig Toro Stabilizer/Conditioner te gebruiken tijdens gebruik en opslag. Toro Stabilizer/Conditioner houdt tijdens het gebruik de motor schoon en zorgt ervoor dat er tijdens de opslag geen rubberachtige harsresten in de motor worden afgezet. Tips voor het fijnmaken van gras en bladeren Sommige benzinesoorten, die soms verrijkt of nieuwe formule worden genoemd, zijn benzinesoorten waardoor alcohol of ether is gemengd.
Gras maaien • Gras groeit niet het gehele jaar even snel. Wanneer het ’s zomers heet is, is het over het algemeen aan te raden het gras te maaien op maaihoogte 45 mm, 55mm of 70mm (fig. 9). Slechts ongeveer !/3 van de lengte van het gras moet worden afgemaaid. Afgeraden wordt om onder de instelling van 45mm te maaien, tenzij er weinig gras is of het laat in de herfst is, en het gras langzamer groeit.
Starten, stoppen en aandrijving NB.: Druk de bougiekabel op de bougie (fig. 12). 2. Zet de gasregelknop naar voren in de stand Zet de rijsnelheidsregelaar op (NEUTRAAL). 4. Hulpstartknop driemaal (3x) indrukken (fig. 12). Wacht circa twee (2) seconden na elke keer drukken. NB.: 5. 6. 12 Gebruik van de afvoertunnelafsluiter 1. Zorg dat de motor af staat. Open de afvoerdeur door de hendel naar voren te trekken en duw het deurtje daarna naar achteren (fig. 6).
1. Zet de motor af en wacht tot alle draaiende delen stilstaan. 2. Zorg dat de handgreep van het afvoerdeurtje helemaal naar voren staat en de pen vergrendeld is (fig. 14). 3. PLAATSEN VAN DE GRASZAK - Schuif het gat in het zakframe over de pen op de afvoertunnel (fig. 14). Plaats de achterkant van het zakframe op de onderste handgreep. POTENTIEEL GEVAAR • Door een versleten graszak kunnen steentjes en andere voorwerpen naar de bestuurder of omstanders worden uitgeworpen.
Afstellen van maaihoogte Onderhoud De maaihoogte is instelbaar van ca. 19 mm tot 83 mm, in stappen van 12,7 mm (fig. 9). Door de afstelhefboom naar voren te bewegen, wordt een hogere maaihoogte-instelling verkregen. 1. MOGELIJK GEVAAR • Wanneer de bougiekabel op de bougie is aangesloten, kan de motor onbedoeld worden gestart. WAT ER KAN GEBEUREN Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen stilstaan. Trek de kabel van de bougie af (fig. 12). 2.
3. Luchtfilterdeksel verwijderen en zorgvuldig schoonmaken. 4. Voorfilter voorzichtig verwijderen. Als het voorfilter vuil is, het voorzichtig wassen in een oplossing van vloeibare zeep en warm water. Naspoelen in schoon water. Filter goed laten drogen alvorens het opnieuw te monteren. 5. Als het papieren filter vuil is, het filter schoonmaken door het voorzichtig tegen een vlak oppervlak uit te kloppen. Als het filter sterk vervuild is, moet het worden vervangen.
Oliefilter vervangen Vervang het oliefilter (fig. 19) na elke 100 bedrijfsuren of elk jaar, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. 1. Tap alle benzine af uit de brandstoftank, zie Aftappen van benzine uit de brandstoftank, pagina 15. 2. Aftappen van de olie, zie Vervangen van de carterolie, pagina 15. 3. Leg een lap onder het oliefilter om weglekkende olie op te vangen terwijl u het filter verwijdert. 4. Oliefilter verwijderen en wegwerpen. 5.
1. Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen stilstaan. Trek de kabel van de bougie af (fig. 12). 2. Tap alle benzine af uit de brandstoftank, zie Aftappen van benzine uit de brandstoftank, pagina 15. 3. Zet de maaimachine op zijn linkerkant (fig. 24). POTENTIEEL GEVAAR • Een versleten of beschadigd mes kan breken en in een dergelijk geval kan een stuk van het mes worden uitgeworpen naar bestuurder of omstanders.
Afstellen van de mesremkabel MOGELIJK GEVAAR • Bij gebruik van de maaier zonder mesversneller kan het mes verbuigen of breken. Als er een nieuwe mesremkabel geïnstalleerd is of de mesremriem vervangen is, moet de mesremkabel worden afgesteld. 1. Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen stilstaan. Trek de kabel van de bougie af (fig. 12). 2. Draai de kabelklemschroef los totdat de mantel van de remkabel loskomt (fig. 29).
gras op en rond de afsluiter achterblijven; hierdoor kan het moeilijk zijn de afsluiter te verwijderen. Na ieder gebruik moet de afsluiter van de afvoertunnel worden verwijderd en worden ontdaan van alle vuil. Wassen 1. Zet de maaier op een vlakke ondergrond bij een aangesloten tuinslang. 2. Bevestig een snelkoppeling (los verkrijgbaar) aan het uiteinde van de tuinslang. Bevestig de snelkoppeling aan de wasaansluiting van de maaier en draai de waterkraan helemaal open (fig. 30). 3. Start de maaier.
6. Vul de brandstoftank met benzine. 7. Zet de bougiekabel weer op de bougie. Drijfriem Houd het deel onder de drijfriem schoon. 1. Verwijder de bouten waarmee het drijfriemdeksel (fig. 28) aan de maaikast is bevestigd. Til het deksel op en verwijder alle verontreinigingen rondom de drijfriem. Plaats daarna het deksel weer over de drijfriem.
5. Controleer of alle delen goed recht tegenover elkaar zitten. Draai de bouten ombeurten en kruiselings aan, totdat de wielhelften tegen elkaar aan getrokken zijn. verwijderd is. Als benzine niet afgetapt wordt, vormt zich een gomachtige vernisaanslag, waardoor motor slecht gaat lopen en mogelijk problemen met starten krijgt. 6. Monteer (2) bouten en moeren, die u eerder verwijderd hebt, in de resterende gaten in de wielhelften en draai ze vast.
7. Controleer de toestand van het mes: zie hiervoor Controleren/verwijderen/slijpen van het mes, pagina 16. Toebehoren 8. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan. 9. Maak het luchtfilter schoon: zie hiervoor Onderhoud van het luchtfilter, pagina 14. Voor bijzondere omstandigheden kunt u de volgende accessoires bij uw erkende TORO Service dealer aanschaffen. 10. Smeer de assen, zie Smeren, pagina 18. 1. Zijafvoerset, model nr. 59113 - in enkele seconden te installeren.