Operator's Manual
© by The Toro Company
47
7 Tips voor de gazonverzorging
7.1 Lente
7.2 Zomer
7.3 Herfst
7.4 Winter
7.1 Lente
Schoonmaken: het gras dient twee of drie weken voordat de
normale groei begint één keer te worden gemaaid en gereinigd. Bij
het maaien wordt de maaihoogte zo ingesteld dat er ca. 1,5 cm
van het rustende gras wordt afgemaaid. Hierdoor bewerkstelligt
men dat het gazon vroegtijdig groen wordt. Bij het gebruik van de
als toebehoren leverbare grasopvangzak kan het winterafval
hiermee worden verwijderd, men dient van tevoren echter metalen
voorwerpen, stenen, scherven enz. - die de grasopvangzak
kunnen beschadigen - te verwijderen.
Verticuteren: de grond dient met een mechanisch loswerkappa-
raat (verticuteerapparaat) te worden bewerkt. Door het loswerken
kunnen lucht, water en meststoffen gemakkelijker in de bodem
dringen, zodat een diepe wortelgroei wordt gestimuleerd.
Bemesting: op gazons strooit men in het voorjaar speciale
gazonkunstmest. Deze bemesting dient één of twee keer te
worden herhaald in de loop van de vegetatieperiode, afhankelijk
van de eisen die aan het gazon worden gesteld. Wie tot in de
winter een intens groen, dicht gazon wenst, strooit de laatste keer
in de nazomer. Het is in ieder geval aan te bevelen de kunstmest
spoedig na het strooien grondig te laten inregenen resp. het
gazon met water te sproeien. Hier dient er echter op te worden
gelet dat op ongelijkmatige ondergronden of bij het sproeien met
een te scherpe “waterstraal” wordt voorkomen dat de kunstmest
zich ophoopt. Bovendien dient de kunstmest niet op een net
gemaaid gazon te worden gestrooid, maar enkele dagen ervoor of
erna. Elke bemesting heeft een dichter gazon tot gevolg, waarbij
de groei echter ook wordt versneld.
Men dient er daarom op te letten dat er tijdig wordt gemaaid,
omdat anders de waardevolle grassoorten die uitlopers produce-
ren worden onderdrukt. Het is een grote fout een hoog opgescho-
ten gazon vervolgens weer zeer kort af te maaien. Als er te kort
wordt afgemaaid, ontstaan er, met name bij droogte, bruine
plekken op het gazon, die dan dikwijls abusievelijk als beme-
stingsschade worden aangeduid.
Water sproeien: goed bevochtigen is van belang om een gezond
gazon te krijgen. Diepe bevochtiging, wanneer het gras deze het
meest nodig heeft (kort voor het verwelken), stimuleert een diepe
wortelgroei. Veelvuldig en oppervlakkig sproeien leidt ertoe dat de
wortels in de buurt van het aardoppervlak worden geconcentreerd
en dat de onkruidgroei wordt gestimuleerd.
Maaien: regelmatig maaien is voor het behoud van een gezond
gazon onontbeerlijk. Men kan het best zo dikwijls maaien dat er
niet meer dan 1/3 van de grasnerf wordt afgemaaid. Dun of vers
ingezaaid gazon dient op 3,5 cm te worden afgemaaid. Dit dient
men ca. 4 tot 5 weken te herhalen, zodat het gazon groeit en
dichter wordt.
Onkruid-, insecten- en ziektebestrijding de meest vakhandela-
ren hebben speciale chemicaliën ter bestrijding van onkruid,
insecten en ziekten van verschillende aard in hun assortiment. De
aanwijzingen van de fabrikant ten aanzien van de gebruiksfre-
quentie, de milieu-effecten en het gebruik van de voorgeschreven
middelen dienen steeds te worden nageleefd.
Inzaaien: hoewel de herfst er het meest gunstige jaargetijde voor
is, kan gazon in het kader van de normale voorjaarsbehandeling
ook worden ingezaaid.
7.2 Zomer
Maaien: gedurende de warme en droge zomermaanden mag het
gazoin niet te kort worden gemaaid, omdat daardoor het gras
alleen bovenmatig uitdroogt en verdort. Als er met de grasopvan-
ginrichting wordt gemaaid, kunnen hiermee onkruid, onkruidzaden
en eventuele andere ongewenste planten worden verwijderd.
Loswerken: afhankelijk van de staat van de ondergrond is het
goed het gazon van tijd tot tijd los te werken, met name in een
droge zomer.
Bevochtigen: gedurende de warme zomermaanden is verwelkt
gras een teken van waterbehoefte. Diepgaande bevochtiging is
gedurende deze maanden raadzaam. Naast de traditionele
beregeningsmethode met tuinslangen zijn er ook in de grond
aangelegde beregeningssystemen beschikbaar, welke eveneens
door TORO worden vervaardigd. Deze beregeningssystemen
werken automatisch, zijn echter ook voor handmatige bediening
verkrijgbaar.
7.3 Herfst
Maaien: in de herfst dient er volgens dezelfde richtlijnen te
worden gemaaid, zoals deze voor de zomermaanden vastgelegd
zijn. In de herfst wordt er gemaaid zolang de grasgroei dit nodig
maakt. Bij het gebruik van de grasopvangzak wordt het loof
automatisch verzameld en enigszins klein gehakt in een zak en is
geschikt voor compostvorming.
Tips voor het fijn hakken van loof: men kan de recycler ook
voor het fijn hakken van loof of ander tuinafval gebruiken. Als u het
loof echter in vuilniszakken wenst te verzamelen, is het aantal te
vullen zakken geringer, omdat het loof vooraf wordt fijn gehakt en
zodoende op een geringer vulvolume wordt gebracht.
Een deel van het maaigoed zal bij het werken met de grasop-
vangzak desondanks in het gazon terecht komen en kan tot het
volgende voorjaar waardevolle voedingsstoffen aan de bodem
afgeven als meststof.
• Overtuigt u er zich voor het maaien van dat het loof droog is.
• Voordat u met de “recycling” ophoudt, dient u er zich van te
overtuigen dat ca. 50 % van het gazon op het gemaaide
oppervlak nog zichtbaar is..
• Om al het loof op te nemen en fijn te hakken is het ook zinvol
langzamer te lopen en zodoende alle deeltjes in het gazon op te
nemen.
• In het voorjaar verdient het aanbeveling om, wanneer er grote
hoeveelheden eikenloof aanwezig zijn, wat kalk op het gazon te
strooien om het bladzuur te binden.
Bevochtigen: omdat de grond aan het begin van de wintermaan-
den vochtig dient te zijn, is regelmatig bevochtigen in de herfst
even belangrijk als gedurende de zomermaanden.
Inzaaien: dit jaargetijde is het best geschikt om nieuw gazon in te
zaaien of om het bestaande gazon bij te zaaien.
7.4 Winter
Voorbereiding van het gazon voor de winter: wie een fraai,
steeds groen gazon wenst te verkrijgen, dat zonder schade te
veroorzaken kan worden belast, dient het om de twee of drie jaar
voor het invallen van de winter met compostaarde of een hum-
mesmeststof te bedekken. De fijn gehakte humusmeststof wordt
na het uitstrooien grondig in het gras geharkt.