Operator's Manual
Onderhoud
NL–23
MOGELIJK GEVAAR
• Tijdens het slijpen van het mes kunnen
stukjes van het mes uitgeworpen worden.
WAT ER KAN GEBEUREN
• Uitgeworpen stukjes van het mes kunnen
ernstig oogletsel veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
• Draag een veiligheidsbril tijdens het slijpen
van het mes.
WAARSCHUWING
MOGELIJK GEVAAR
• Als de maaier zonder de versneller wordt
gebruikt, kan het mes hierdoor verbogen,
verwrongen of gebroken worden.
WAT ER KAN GEBEUREN
• Een gebroken mes kan de gebruiker of
bijstanders ernstig verwonden of zelfs
doden.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
• Gebruik de maaier niet zonder de
versneller.
WAARSCHUWING
Smeren
Na elke 25 bedrijfsuren en aan het eind van het
maaiseizoen moeten de voor- en achterwielen worden
gesmeerd.
1. Breng 1 à 2 druppels lichte olie aan op de
binnen- en buitenkant van alle wielbouten. Laat
de wielen draaien om de olie in de naafbussen te
brengen. Veeg het teveel aan olie weg.
2. MODELLEN MET ZELFAANDRIJVING –
Alle benzine aftappen, zie: Aftappen van benzine
uit de brandstoftank, pagina 17.
3. Stel de maaier op de hoogste maaistand in (E).
4. Zet de maaier op zijn linkerzijkant. Veeg de
smeernippels af met een schone doek (fig. 27).
Zet een vetspuit op de smeernippels en pomp
voorzichtig 1 à 2 maal. Gebruik hiervoor nr. 2
universeelvet op lithiumbasis.
782
1
1
Figuur 27
1. Smeernippel (modellen met zelfaandrijving)
Schoonmaken
Afsluiter en afvoertunnel
Voor een zo goed mogelijk resultaat moet de
afvoertunnelafsluiter telkens na gebruik worden
schoongemaakt. Wanneer het gras dik en dicht is,
kunnen er plukken gemaaid gras op en rond de
afsluiter achterblijven; hierdoor kan het moeilijk zijn
de afsluiter te verwijderen. Na ieder gebruik moet de
afsluiter van de afvoertunnel worden verwijderd en
worden ontdaan van alle afval.
Onderkant van het maaierhuis
Met name de stootplaten aan de onderkant van het
maaierhuis behoren vrij van vuil en afval te blijven
(fig. 29).