Operator's Manual

16
3353-461 Rev A
Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor
wordt het maaisel beter over het gazon
verstrooid, zodat het gazon gelijkmatig wordt
bemest.
Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet
tevreden bent, probeer dan een of meer van de
volgende stappen:
Vervang het maaimes of laat het slijpen.
Loop langzamer tijdens het maaien.
Stel de maaimachine in op een hogere
maaihoogte.
Maai het gras vaker.
Laat de maaibanen overlappen in plaats van
steeds een volledig nieuwe baan te maaien.
Stel de maaihoogte bij de voorwielen één stand
lager in dan bij de achterwielen. Bijvoorbeeld: stel
de maaihoogte van de voorwielen af op 6 cm en
die van de achterwielen op 7 cm.
Bladeren fijnmaken
Na het maaien moet altijd 50 % van het gazon
zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of
meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.
Als er een laag bladeren van meer dan 13 cm op
het gazon ligt, moet u de voorwielen een of twee
uitsparingen hoger zetten dan de achterwielen.
Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg
maakt, is het beter om wat langzamer te maaien.
Onderhoud
N.B.: De aanduidingen links en rechts zijn steeds gezien vanuit de positie van degene die de maaimachine bedient.
Aanbevolen onderhoudsschema
BELANGRIJK: Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure
Voor elk gebruik
Controleer het motoroliepeil. Zie Oliepeil van de motor controleren, blz. 9.
De stoptijd van de mesrem controleren. Het mes moet stoppen binnen drie
seconden nadat de bedieningstang is vrij gezet; als dit niet het geval is, moet u
contact opnemen met een Erkende Service Dealer. Zie Controleren van werking
van de mesremkoppeling, blz. 13.
Maaisel en vuil van de onderkant van de maaikast verwijderen. Zie Maaimachine
reinigen, blz. 19.
Elke maand
(5 bedrijfsuren)
1
Laad de accu (uitsluitend model 20795). Zie Accu opladen, blz. 18.
Elk jaar
(25 bedrijfsuren)
1
Het luchtfilter vervangen (vaker als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile
omstandigheden). Zie Luchtfilter vervangen, blz. 17.
Bougie controleren (zie de gebruikershandleiding van de motor).
Maaimes vervangen of laten slijpen; dit moet vaker gebeuren als de snijrand
snel bot wordt. Zie Maaimes vervangen, blz. 18.
Tandwieloverbrenging smeren. Zie Tandwieloverbrenging smeren, blz. 18.
Het scherm van de mesremkoppeling reinigen. Zie Scherm van de
mesremkoppeling reinigen, blz. 19.
Om de 2 jaar
(50 bedrijfsuren)
1
Ververs de motorolie.
2
Zie Motorolie verversen, blz. 17.
Om de 4 jaar
(100 bedrijfsuren)
1
Bougie vervangen (zie de gebruikershandleiding van de motor).
Koelsysteem reinigen (zie de gebruikershandleiding van de motor).
Jaarlijkse stalling
Laat de benzine uit de brandstoftank lopen voordat u vereiste reparaties uitvoert
of de machine stalt. Zie Voorbereidingen voor stalling, blz. 19.
Laad de accu (uitsluitend model 20795). Zie Accu opladen, blz. 18.
1
Houd hierbij de kortste periode aan
2
Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren.